Molen Nijehornster Molen, Nieuwehorne/ Nijhoarne

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1659

verdwenen

na 1747

geschiedenis

De molen kwam in 1616 voor op de lijst van molens die moesten worden afgebroken omdat ze tekort opbrachten.
Bron: archief Ten Bruggencate.
-----

In 1707 was Yde Jaspers molenaar in Nieuwehorne. In 1731 kocht Tjeerd Jolles huis en molen te Nieuwehorne van Jan Clazen, molenaar te Nieuwehorne. Naastlegers: ten westen Jolle Gabes en ten oosten Hinke Piers, ten noorden
de weg.

Uit een akte van 1659 blijkt dat de molen van zijn grootvader Tjeerd Hanzes is geweest: "Wibe Wibes koopt enz.. sekere derde part van huis en molen te Nijehorne op Tjeerd Hanzes plaatze... bezwaard de gehele huisinge en molen met vijf caroli glds jaarlijks grondpacht". Tjeerd Jolles, gehuwd met Griet Meines, kleinzoon van Tjeerd Hanzes molenaar, kocht de molen in 1731, ze lieten zoon Albert dopen in 1739.

In 1743 was Jentje Piers molenaar in Nieuwehorne, hij liet toen met Gelan Ritskes hun zoon Gosse dopen. In 1745 was Sybe Jans molenaar, gehuwd met Aaltje Ynses, dochter Trijntje werd in dat jaar gedoopt. De laatst mij bekende molenaar was Folckert N, getrouwd met Sytske Jelkes. Ze lieten hun zoon Jelke dopen op 25 december 1747.

S. van der Molen, 16 okt. 2008.
-----

De z.g. Molenkamp lag achter de buitenweg, ongeveer achter de percelen van Dr. Pelikaan. Zeker tot 1915 speelde er nog konderen op de achtergebleven molenstenen op het land dat toen eigendom was van O.J. Dijksma. "Het molenhuis" werd in 1950 bewoond door Wed. Sjouke de Jong, het bos dat daarachter lag werd het molenbos genoemd.

Bron: informatie van dhr. Dijksma in Hepkema krante van 18 dec. 1950, aangehaald in "Uit de knipseldoos nr. 45", art. door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 86, juni 1997.