Molen Houtzaagmolen op Grettingabuurt, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Houtzaagmolen op Grettingabuurt
modeltype
Wipmolen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06648 e
oude dbnr.
V10001
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 06648 e Houtzaagmolen op Grettingabuurt (Harlingen/ Harns)
Detail randtekening kaart van Barradeel, 1718, Schotanus/Halma

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
ten oosten van Harlingen, in de Grettingabuurt, zz. Trekvaart
gemeente
Harlingen, Fryslân
geo positie
X: 157758, Y: 576183
N: 53.17233, O: 5.42845

constructie

modeltype
Wipmolen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis
Deze zaagmolen is te beschouwen als de opvolger van de houtzaagmolen buiten de Franeker pijp of poort, Tenbruggencatenummer 07081, en werd waarschijnlijk in 1637 gesticht.

In 1641 woonden Rintie Teetses en zijn vrouw Aeg Benedictus blijkens een akte van lening 'bij de houtmullen'. Zij waren dezelfden aan wie in 1637 de gereedschappen van houtzaagmolen Tenbruggencatenummer 07081 werden verkocht.

Speculatie dat zij die molen hadden gekocht en lieten verplaatsen naar deze locatie ligt voor de hand, maar elk direct bewijs hiervoor ontbreekt.

Uit een akte van 1649 kan indirect geconcludeerd worden dat Rintie in dat jaar de molen heeft verkocht aan zijn zoon Abraham en Jacob Folkerts. Uit een akte van lening blijkt dat kuiper Dirck Douwes in 1657 1/3 van de molen kocht. In 1665 was zijn beroep nog steeds houtmolenaar.

In 1668 overleed weduwe Siourtie Doedes op de molen, mogelijk door een ongeluk.

In 1683 was Doede Piers eigenaar van de molen. In 1700 was Jetske Piers, familie van Doede, eigenaar van de molen en regelde Goijtien Braems de exploitatie. Goijtien was in 1683 mede-eigenaar van de grond waar de molen op stond. Mogelijk was Abraham Baukes in 1700 al molenaar op de molen. In 1718 kocht deze Abraham een deel van de molen van de erven van Goijtien. De andere eigenaar was in dat jaar Geert Jans.

De weduwe van Abraham, Trijntje Reijers, kon de aflossing op de molen niet meer betalen en haar helft van de molen werd door de kredietverstrekkers in 1742 verkocht aan dr. Gijsbertus Vermeersch en zijn vrouw Elijsabeth Jans van der Hout. Gezien afkomst en opleiding was jurist Gijsbert wel eigenaar, maar zeker niet de molenaar. In 1746-1749 werd Gijsbert als (enige) eigenaar vermeld in de reëelkohieren.

Eind 1749 stond de molen te koop, mogelijk omdat Gijsbert overleden was. Onder het beheer van zijn weduwe draaide de molen nog enige jaren door, maar in 1753 werd in het reëelkohier vermeld dat de molen was afgebroken.

Schotanus / Halma tekende in 1718 de molen in op hun kaart. De molen stond ten westen van de trekvaart, juist voor de bocht in oostelijke richting. Mogelijk werd de molen in de atlas van Schotanus vereeuwigd, als afbeelding bij de kaart van Barradeel. Daarop staat namelijk een wip-zaagmolen bij een tichelwerk afgebeeld.

Bronnen:
- Doorzagen, art. door D. Bunskoeke in De Utskoat nr. 87, sept. 1997.
- Aanvullingen Dick Bunskoeke, 1 feb. 2015.
- molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting naar het kaartje in het Fries Molenboek van 1971, pag. 37, de kaart van Schotanus uit 1718, en bovenstaande omschrijving.

Het was niet deze molen die later “de Blauwe molen” werd genoemd, maar dat was de Noordsche Hingst.