Molen De Roohardt / Het Roohart, Schoorl

Schoorl, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Roohardt / Het Roohart
modeltype
Onbekende windmolen
functie
papiermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06505 o
oude dbnr.
V6806
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Schoorl
plaatsaanduiding
Bregtdorp, Idenslaan ZO-zijde
gemeente
Bergen, Noord-Holland
streek
Duinkavel
geo positie
X: 108039, Y: 525163
N: 52.71183, O: 4.69229

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Deze molen zou de vroegste van Noord-Holland zijn geweest. De molen werd volgens de catalogus van het Alkmaarse prentenkabinet tussen 1613 en 1616 opgericht. Dit was voor rekening van Amsterdammers, wier papiermaker aldaar was Gerrit Jan, van Orden in Gelderland.
Het vroegste archiefstuk dateert echter pas van van 17 januari 1632, toen Cornelis Jansz, 'pampiermaker tot Schoorl', en Cornelis Claesz aan de Alkmaarse papiermaker Simon Sijbrants een huis met erf, hofstede en boomgaard te Bergen verkochten.

Op 4 juli 1650 werd vermeld dat zoon pampiermaker Ariaen Cornelisz was overleden.

Haarlemse Courant, 11 sept. 1685:
"De kinderen van Jacob Thomasz. Heses, wonende tot Brechdorp, in de Banne van Schoorl, presenteeren by openbare Veylinge te verkopen een welbetimmerde Papier-Molen, staande tot Brechdorp voorsz., waer in alderhande Wit, Kardoes, en andere Papieren werden gemaekt, mitsgaders de Huysinge, 't Gereetschap &c. Die Gading heeft, kome den 20 September tot Schoorl, in de Herberge de Roos."
Toen of later kwam de molen in handen van de grote Zaanse papiermaker Claas Cornelisz Huijsduijnen en zijn compagnon Jan Claesz Auwel.

Veilboek 6 september 1721:
"De Erfgenamen van Salg.r. Claas Corn: Huysduynen, in syn leven Papiermaker tot Westsaendam in de Moolenbuurt beneffens Jan Claes Auwel presenteren by openbaere opveylinge aan de meest daer voor biedende te vercopen: Een seer wel geconditioneerde, en aen vers en soet water staende witpapiermolen met alle de gereedschappen, schuuren en verdere aanhorigheden van dien, mitsgaders alle de landeryen daer by behorende synde int geheel groot volgens 't maetboek 297 roeden, staende ende gelegen tot of by 't Dorp Schorel buyten alckmaer."
Verder werden vermeld drie maalbakken, twee roerbakken, twee natpersen, vijf persen, een lijmketel, een lijmkuip en divers kleiner gereedschap. Voor ƒ 5975 kocht Lubertus van Gerrevink & Comp., papiermaker te Egmond, de molen te Schoorl, waarna hij de Schermer molen buiten Alkmaar (molen 06651 n) van de hand deed.

De molen kwam onder beheer van de zoons Abraham en Isaak van Gerrevink. Op 24 december 1723 verzekerde Lubertus Gerrevinck de molen voor ƒ 4000. Zijn zoon Abraham tekende op 14 februari 1724 een nieuwe polis voor hetzelfde bedrag. Op 24 december 1733 werd door Abraham en zijn broer Isaac een nieuwe overeenkomst getekend voor een bedrag van ƒ 4000, dit keer werd de molen en een los daarvan staand pakhuis en droogschuur verzekerd.
De gebroeders Van Gerrevink werkten tot 1739 met de Schoorlse molen.

Op 5 september 1739 werd Egbert Wolbrink als eigenaar van De Roohardt in Schoorl ingeschreven in het Papiermakerscontract, met de aantekening dat hij de molen van Abraham en Isaac Gerrevinck had gekocht. De verzekerde som was gehalveerd tot ƒ 2000.

Op 1 juli 1741 werd in de Westzaandamse herberg De Drie Zwanen de papiermolen van Schoorl in veiling gebracht. Opdrachtgever was Egbert Wolbrink en de erfgenamen van wijlen Lubertus Gerrevinck in zijn leven papiermaker tot Egmond aan de Hoef. Gerrevinck had daar ook een papiermolen, maar hij was ook actief met de molen in Schoorl.
Deze laatste molen kwam onder de hamer in Westzaandam, uiteraard in de hoop dat één van de Zaanse papiermakers er interesse in had.
De molen werd aangekondigd als 'een hechte, sterke weldoortimmerde en aan vers aflopend duinwater staande windpapiermolen met alle nagenoemde gereetschappen en aan den anderen staande huysinge, schuuren beneffens een bijstaande boet mitsgaders de landerijen bestaande drie akkers daer bijbehorende sijnde te samen groot in verpondige 297 roeden of omtrent een Morgen Bergense maat staande en gelegen buijten Álkmaar tot Bregtdorp in den Banne van Schoorl.'
De koper moest ƒ 15 aan de verkopers betalen voor het ploegen en bezaaien van twee van de drie akkers of het 'daarop staande saatgewas aan de vercopers laten.' Aan Egbert Wolbrink moest ƒ 120 worden betaald voor een nieuwe met vruchtbomen aangelegde tuin met een nieuwe schutting. Van de koopsom moest 1/3de contant worden betaald, terwijl de rest op 1 mei 1742 en 1 mei 1743 kon worden voldaan. Als de totale koopsom gelijk werd betaald dan werd er een korting van drie procent gegeven over de laatste twee termijnen.
De koper moest het veilsalaris van ƒ 6,30 aan de plaatselijke regenten afdragen en hij moest de belasting over 1741 voor zijn rekening nemen plus de kosten van het opmaken van de transportacte, waarin de overdracht werd vastgelegd.
Voor de molen moest jaarlijks een water- of windpacht van ƒ 3 worden betaald.
Een succes werd de veiling niet. Cornelis Pulle, die geen Zaankanter was, bood ƒ 1500. Dat was al een veel te laag bod, want het afmijnen werd op een aanzienlijk hoger bedrag ingezet, maar de veilingmeester tekende aan dat de verkoping werd gestopt op ƒ 2500 in afslag. De molen werd dus niet verkocht.
(Bron: Gemeentearchief Zaanstad NL-ZdGAZ_OA-0008_1758-0216.)

Wolbrink werd op 4 januari 1742 meegedeeld dat zijn molen tijdens de jaarvergadering van 24 december 1741 met meerderheid van stemmen was geroyeerd uit het Papiermakerscontract. Een reden werd niet opgegeven.

Volgens de verpondingskohiers werd de molen in 1749 gesloopt.

De naam van de molen zou volgens Voorn 't Rohart of Het Roohart kunnen zijn geweest, maar hij vond niet genoeg archiefstukken om dat te bewijzen. In het Papiermakerscontract (GAZ Oud-not. archief 5845-255 en 5900-91) werd vanaf 1723 tot en met 1739 steeds de naam De Roohardt vermeld.

Bronnen:
- "De papiermolens in de provincie Noord-Holland", H. Voorn, blz. 249-251.
- archief Ten Bruggencate (Blafferd, en Papierwereld juni 1954).
- K. van Lienen, artikel in Molenpost 97, blz. 14-19 en Molenpost 98 blz. 2-9. Henk van der Kaay, 7 okt. 2007.
- aanvullingen Ron Couwenhoven, 9 jan. 2021.