Op de eerste kadastrale kaart van Delft uit 1823 en bijbehorende OAT komt de molen nog niet voor.
"In 1841 werd door Jan de Blom een achtkantige windmolen gebouwd voor een houtzagerij. Deze molen werd ook gebruikt als pelmolen, waarin gerst van het kaf werd ontdaan en als volmolen voor het maken van vilt uit wol.
In 1849 kreeg hij toestemming om de molen om te bouwen tot oliemolen voor het winnen van lijnolie. De toestemming was nodig voor het brandgevaar van de olie.
Vanaf 1859 werd naast de molen een stoomoliemolen in gebruik genomen. De oude molen bleef nog in gebruik om brandstof te besparen en voor als de stoommachine technische problemen zou hebben.
Vanaf 1869 werd de olieslagerij met de ‘de molen van Blom’ en de stoomolieslagerij ‘de jonge Jacob’ eerst verhuurd en daarna in 1872 verkocht aan het familiebedrijf Vliegenthart uit Zwijndrecht.
Niet lang daarna werd de windmolen afgebroken."
Informatie van Heero Pol, 21 maart 2022
Het bedrijf Welgelegen van L.J. Vliegenthart kwam in 1870 uit Zwijndrecht. Vlak na de overplaatsing werd de op het terrein staande molen gesloopt. De molen dankte zijn naam waarschijnlijk aan de vorige eigenaar.
Bron: onbekend.
In 2013 is ter plaatse van genoemde molen archeologisch onderzoek gedaan. Rapportage daarvan staat in:
https://archeologie-delft.nl/images/egd-dar-dan/dar/dar119.pdf (publicatie van Archeologie Delft). Uit het rapport komt onderstaand stukje over de molen van Blom (blz. 10-11):
