1780-1781 De molen werd opgericht als run-, snuif- en volmolen.
27-06-1833: Opregte Haarlemsche courant
OPENBARE VRIJWILLIGE VERKOOPING. WILLEM van der VELDEN, openbaar Notaris, residerende te Delft, als daartoe last hebbende van zijne Principalen, en benoemd by Vonnis van de Regtbank van Eersten Aanleg, zitting houdende te Rotterdam, is van meening, om ten overstaan van den Wel-Edelen Heer Vrederegter van de Kantons Delft, geadsisteerd met deszelfs Griffier, op Donderdag den 18den Julij 1833, des namiddags ten vier ure, in de Herberg het Gulden Vlies, te Delft, in het openbaar te veilen, en op Donderdag den 25"en derzelfde Maand, ten ure en plaatse voormeld, finaal toe te wijzen en te verkoopen :
No. 2. Eene hechte, sterke, welgelegene, goedonderhoudene en thans nog in volle werking zijnde WIND-, RUN- en SNUIFMOLEN, genaamd WINDLUST, met twee paar Runsteenen, een paar Snuifsteenen, vier Kuipen met derzelver Stampers en Messen, en alle de zoo vaste als losse Gereedschappen daartoe behoorende en gebruikt wordende, benevens de daarbij staande mede hechte, sterke en goed onderhoudene Schuren , Woonhuizinge en verder Getimmerte, alles staande op Stads Grond en Vest, tegenover de Hopsteeg, aan de Oostzijde der Stad Delft, in Wijk 2, N°. 544, Sectie D, Nos. 1095 en 1096, van het .Kadaster. In de Grondbelasting als voren . aangeslagen tot ƒ72:14, en nog belast met eenejaarlijksche rekognitie van zes Gulden, ten behoeve der Stad Delft.
1845 De molen werd verkocht als run- en snuifmolen.
1862:
Aktesoort verkoop
Datum 16/09/1862
Archief CAP Capelle aan den IJssel
Inventarisnummer 3183
Aktenummer/Blz. 115/115
Notaris Dirk Cornelis Kleij
Nicolaas Buytenweg, fabrikant en koopman wonende te Delft verkoopt aan Alexander Adam en Hendricus Hermanus Roes, beiden fabrikanten en Pieter Cente Lans, zonder beroep allen wonende te Delft, (zijnde Alexander Adam wordt vertegenwoordigd en gemachtigd door Stephen Adam), een wind-run en snuifmolen genaamd `Windlust` met toebehoren staande op de stadveste tegenover de Hopsteeg aan de oostzijde van de stad Delft voor de som van 4000 gulden kosten koper onder enige voorwaarden en bepalingen.
Het perceel is in eigendom verkregen bij proces-verbaal van openbare verkoping op 21 september 1848 genoteerd bij notaris Bartholomeus van Berkel te Delft.
De volmacht is aan deze akte aangehecht.
1885 In februari onttakeld.
1885 In november zou het restant zijn verbrand en resten in 1891-92 opgeruimd.
1889 De Molen werd overgebracht naar Nootdorp en daar op een nieuwe onderbouw gezet.
De onderbouw in Delft is toen blijven staan en er is toen een stoommachine geplaatst maar die heeft maar een jaar gewerkt want toen ontstond er brand en is de hele onderbouw incl. stoommachine verbrand.
In Delft had de molen als functie runmolen maar op de nieuwe plek in Nootdorp is daar een korenmolen van gemaakt.
24-09-1889: Provinciale Drentsche en Asser courant
Zaterdagmiddag omstreeks half zeven, tijdens een vreeselijk onweder, is de snuifmolen aan het jaagpad tusschen Delft en de Hoorenbrug in brand geraakt en geheel afgebrand. De stoombrandspuit der gist- en spiritusfabriek was spoedig met andere bluschmiddelen ter plaatse, doch kon den molen en andere belendenden niet behouden.
afbeelding ca 1880, collectie van K. van Zwieteren
Ansichtkaart foto Henri de Louw (1860-1900), coll. G.J. van Rhijn