Molen Polder Lage Weide / Waterschap Hooge en Lage Weide (2e), Vleuten

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1614

vernieuwd

verdwenen

1862

verbrand

voorganger

Vleuten (Polder Lage Weide / Waterschap Hooge en Lage Weide (1e))

geschiedenis

Deze polder moet reeds vroeg onder bemaling zijn gebracht, want reeds in 1593 werd er oud hout van de molen voor brandhout verkocht.

In 1614 werd een nieuwe molen gebouwd voor ƒ 2250,- met een huisje voor de molenaar ernaast, waarvoor het hout van de oude molen werd gebruikt. Het resthout bracht evengoed nog ƒ 137,- op.

De namen van enkele molenaars zijn bewaard gebleven. In 1641 Adriaen Gerritsz, 1642 Wouter Woutersz, 1651 Jan Aertsz, 1655 Wouter Dominicus.

Reeds in 1631 was een nieuw scheprad nodig, en in 1633 moest het kamrad van nieuwe kammen worden voorzien en het schijfblok verstaafd. In 1640 waren weer zware herstellingen aan de molen nodig, in 1642 weer een nieuw scheprad, in 1646 werd de houten watergang door een stene vervangen. In 1650 werden de kammen van het waterwiel vernieuwd, in 1662 het gehele rad.

In 1669 bleek de molen aan één zijde te zijn verzakt, maar hij kon wel weer hersteld worden. In 1672 werden ondanks bewaking de vier molenzeilen van de molen geroofd.

Vanaf 1827 werd de molen voor ƒ 8100,- verzekerd, waaruit op te maken is dat de vlucht 75 tot 80 voet bedroeg.

In 1862 brandde de molen tot de grond toe af. Vermoedelijk was door het harde malen op 21 oktober en gebrek aan olie, de spil droog gelopen en gaan smeulen. De molenaar heeft dit niet bemerkt doordat zijn boerderijtje op enige afstand van de molen stond.

In 1863 werd ter vervanging een stoomgemaal gebouwd.

Bron: Zes eeuwen molens in Utrecht, W.A.G. Perks. Met dank aan H. v.d. Kaay.