Molen De Goede Verwachting, Amsterdam

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1801

verdwenen

1906

afgebroken

voorganger

Amsterdam (Boormolen)

geschiedenis

De molen had veel last van de omringende bebouwing.
In 1801 op het onderstuk van de boormolen gebouwd. Gesloopt in 1906 voor huizenbouw.
-----

Een chocolademolen, waarvan ook de onderbouw onder de stelling geheel met riet was bekleed, stond aan de Czaar Peterstraat. Op de in 1890 gemaakte foto is duidelijk te zien dat de molen bij de windvang veel last heeft gehad van de omringende bebouwing. Dat men op de buitenroede "zeilen" gebruikte, gemaakt van oude zakken, wijst er wel op dat het molentje ten slotte aan zijn eigenaars geen rijk bestaan meer opleverde.
Bron: Molens in Noord-Holland in oude ansichten, 1980.
-----

Molenkenner Mr. J.H. van den Hoek Ostende schreef over deze molen in Jaarboek 71 van Amstelodamum ondermeer:

Op 9 september 1788 viel het besluit de boormolen af te breken en de voet in te richten tot bergplaats voor de nabij gelegen batterij op het bolwerk Zeeburg. Wat er van deze voet nog over was werd met het bijbehorende terrein op 6 januari 1801 door thesaurieren tegen een erfpacht van ƒ 22,50 per jaar afgestaan aan Tressin Bonorand en Co, die ter bevordering en voortzetting hunner affaires alhier een chocolaadfabriek zouden willen exerceren. Zij gebruikten voor hun molen het fundament van de boormolen van 30 bij 30 voeten, terwijl de zwichtstelling 23 voeten boven de grond werd aangebracht en de roeden een lengte kregen van 50 voeten. In 1803 werden aan Tressin Bonorand en Co. tevens afgestaan het terrein van de gewezen lopensmederij en na de dood van de gegageerde boormolenaar en lopensmid Gijsbertus van Solingen, die op 29 september 1804 in de Oosterkerk werd begraven werd diens vroegere woonhuis met het tuinhuis bij de chocolaadmolen gevoegd. De erfpacht voor alle terreinen bij elkaar werd gesteld op ƒ 106,40 per jaar. Het verzoek van Gijsbertus’ dochter Catharina Elisabeth om in het door haar vader kosteloos bewoonde huis op dezelfde voorwaarden te mogen blijven werd door thesaurieren afgewezen.

Molen De Goede Verwachting ging van de firma Tressin Bonorand en Co. over naar Soldati en Giroldi, die in 1812 de voornaamste chocoladefabrikeurs van Amsterdam waren. Zij gaven op, dat hun fabriek in 1780 was opgericht. Dat jaartal slaat wellicht op het toen verleden testament van de weduwe Casper Flick, waarbij de gebroeders Dekker tot haar opvolgers werden aangewezen. In 1799 namen Soldati en Giroldi dat bedrijf, gelegen tussen het Rokin en de Nes, over.

Theo Bakker, 17 september 2012.