Molen Zomerpolder, Kolderwolde/ Kolderwâlde

Kolderwolde/ Kolderwâlde, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Zomerpolder
modeltype
Spinnenkop
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06474 x
oude dbnr.
V7926
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Kolderwolde/ Kolderwâlde
plaatsaanduiding
0,5 km ZO van de Rijsterophaalbrug
gemeente
De Fryske Marren, Fryslân
streek
Hemelumer Oldeferd en Noordwolde
kadastrale aanduiding 1811-1832
Koudum D (4) 574 Andries Annekes Scholts, landbouwer
geo positie
X: 162326, Y: 544550
N: 52.88803, O: 5.49605

constructie

modeltype
Spinnenkop
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
vernieuwd ?
verdwenen
geschiedenis
De molen staat aangegeven op de TMK van ca. 1850.
-----

In 1813 werd het poldercontract gesloten waarbij de Zomerpolder is ingesteld. Jelle Meinesz nam op zich de oude molen te vervangen door een nieuwe met een schroef en veertig voet vlucht, deze te onderhouden en de bemaling te verzorgen. Tevens verbond hij zich nog tot de aanleg van een alleen ’s zomers te bemalen deel van de polder, gelegen over de vaart te Kolderwolde, en daarvoor een pomp met schuif onder die vaart door aan te leggen (archief Zomerpolder van Kolderwolde inv.nr. 1).

Volgens het kadaster, dat een vierkant aangeeft (kaart 1826-1827), was de molen in de Zomerpolder een spinnekop, wat kan kloppen met de genoemde vlucht (ca. 11,8 meter). Het is twijfelachtig dat die de gehele Zomerpolder bleef bemalen, omdat er slechts een klein poldertje rond de boerderij op de kaart van Eekhoff (1851) bij de molen staat aangegeven.

Blijkens het archief van de Zomerpolder werd in 1832 inderdaad nog een molen voor de bemaling gebouwd, afkomstig uit Nijelamer. Dat moet de in 1831 door J.P. Berkenbosch in Nijelamer aangeboden watermolen met 18,17 meter vlucht zijn geweest (Leeuwarder Courant 11 oktober 1831) [Tenbruggencatenummer 10778]. Die molen was groter en zeker een bovenkruier. Helaas blijkt nergens de plaats van die tweede molen voor de bemaling van de Zomerpolder, maar het kan zijn dat die bij de grens van de Rijster Polder is komen te staan: die molen was achtkant.

Op 16 maart 1854 was er een veiling van “Eene HUIZING, SCHUUR en HIEMING, met WEID- en HOOILAND en WATERMOLEN, staande en gelegen te Kolderwolde, gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, ten Kad. van de gemeente Koudum bekend in sectie D nos. 568-575” (Leeuwarder Courant 10 maart 1854). Deze percelen lagen midden in de Zomerpolder. De molen c.a., waarbij nog steeds ook Andries Annekes Schots (zie eigenaar 1832 kadaster) genoemd staat, werd volgens de notariële akte onder perceel 4 met enig land geveild. Harmen Bergsma werd na verhogingen koper van alle percelen voor 6.600 gulden. Hij meldde te hebben gehandeld voor jonkheer Gerard Regnier Gerlacius van Swinderen op Huize Rijs. Die heeft de bemaling van het gebied daarna waarschijnlijk geheel ondergebracht bij de Rijster Polder. In elk geval wordt de molen in de Zomerpolder daarna niet meer genoemd.

Dick Bunskoeke, 18 mei 2020.