Molen van de firma Kniphorst, Meppel

Meppel, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Molen van de firma Kniphorst
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06464 j
oude dbnr.
V4894
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Meppel
plaatsaanduiding
aan het Meppelerdiep nz., op het zg. Warme Land
gemeente
Meppel, Drenthe
streek
Zuidwest Drenthe
kadastrale aanduiding 1811-1832
Meppel A (2) 289 Houwink Kniphorst, wijnkoper, Cons.
geo positie
X: 208896, Y: 523359
N: 52.69498, O: 6.18444

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis

In 1788 kochten Lambert Kniphorst en Cons. te Meppel de Tulp, zaagmolen te Assen (dbnr. 2697). Over de koopprijs "onder kortinge van de gereetschappen" van ƒ 10.148-13-0 moest de 40e penning worden betaald ten bedrage van ƒ 253-14-0. De totale koopsom van de 'zaagmole, toebehorende behuisingen, ende moolengereetschappen" bedroeg 11.000 gulden.

Er zijn geen directe bronnen die ons kunnen leren hoe het er in die tijd in de molen aan toe ging. Gegevens over de zaagmolen in Meppel, ook eigendom van de firma Kniphorst, geven echter een aardig beeld hoe het ook in Assen kan zijn geweest. Deze molen lag aan het Meppelerdiep "om het hout door het midden van het water gemakkelijker bij de molen te kunnen brengen". De grondstof was (uiteraard) hout. Het beste was eiken "om de duirzaamheyd", maar "alle zoorten van hout zaagt men" om er "deelen, ribben, latten en planken van te maken".

Als werktuigen worden genoemd de zagen met zijn ramen, gemaakt van hout en ijzer. De ramen werden in Meppel gemaakt, de zagen echter in Remscheijd in Duitsland. Een gebrek was dat "de zaagen gedurig stomp worden en zomtijds tweemondig vallen, dat is dat de takken splitzen". Het personeel bestond uit vier personen: een meesterknecht, een middelknecht, een "souirerman" (een sjouwerman?) en een jongen, allen "inboorlingen". De drie mannen verdienden (waarschijnlijk) gemiddeld 18 gulden per week, de jongen, die beneden de 18 jaar was, kreeg één stuiver per week. Op de vraag welke verhinderingen er zijn "aan den onbelemmerden voortgang der fabriek" vernemen we als verassende antwoord: "de stilte van de wind!" De gemaakte goederen werden gezonden "na alle menschen die iets gekogt hebben, en goed voor de betaalinge worden erkend", met behulp van schutten, wagens en door menschen".

In 1818 verkocht Kniphorst de Asser zaagmolen met toebehoren voor 14.250 gulden aan mr. Coenraad Wolter Ellents Hofstede, lid van Gedeputeerde Staten te Assen en Aalt Eillem van Holthe, arrondisements ontvanger te Dwingeloo. Op 23 oktober was een memorie van lasten, clausulen en voorwaarden gedeponeerd bij notaris Mr. M. Schukking te Assen en op 9 november vond deze veiling plaats ten huize van kastelein B.J. Zuidema te Assen.

Bron: Jan Eefting, stellingnieuws nr 36 mei 1998.
jnjv
-----

In 1735 kregen de landspander (gerechtsdienaar) W. Dannenbergh en de Landmeter G. Vos een veertig jarig octrooi voor de dingspelen Diever en Beilen voor het in werking stellen van een zaagmolen bij, of omtrent, Meppel. Het zal de eerste houtzaagmolen in verre omstreken zijn geweest. Het ruime balkengat stond in verbinding met het Meppelerdiep. De molen staat aangegeven op de kaart van 1766-1769 (nr. 1280 R.A. Assen)
Volgens de Kohieren van de vaste goederen in de kerspelen van Drenthe was de molen in eigendom van L. Kniphorst en comp. Lambert Kniphorst werd geboren in 1785.
In de Staten van fabrieken en trafieken in het Departement Drenthe van 1809 wordt de molen vermeld: "Is altijd welvarend geweest. In dezen tijd door gebrek aan hout, minder bloeyende".

Later was Jacobus Leonardus Fijnvandraat de eigenaar, geboren in 1821 te Harderwijk, lid van de kamer van Koophandel en Fabrieken te Meppel. Hij maakte in de Meppeler crt. van 21 maart 1880 bekend dat op 2 april van dat jaar op zijn werf aan het Meppelerdiep zou worden verkocht de afbraak van de houtzaagmolen, o.a. bestaande uit een beste houten molenas, een molenroe, raampjes enz. Maar geen zaaginstallatie. Het zal toen een stoomhoutmolen zijn geworden, die bij vertrek van Fijnvandraat in December 1884 naar Rusland, in andere handen kwam. Het werd de N.V. Houthandel fa. B. Timmer, stoomzagerij en schaverij van de heren Berend en Hendricus Timmer, zoons van Hendrik Timmer Sr. (eigenaar van de zaagmolen van Timmer aan de Hoogeveensche vaart). Het bedrijf had ten tijde van Fijnvandraat veel loonzagerij, vooral voor Staphorster boeren.

Bron: Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1968, blz. 83, A. Bicker Caarten.
jnjv

aanvullingen

trivia

Op de fiches van Bruggencate (1949) en van Van der Veen (1948) staat dat de molen 0,35 - 0,4 km ten noorden van de kerk stond. Dat is onjuist, in Molens in Drenthe (1979) vermeldt Van der Veen: aan noordzijde van het Meppelerdiep, op het Warmeland, tegenwoordig terrein van NV Concordia.


Opregte Haarlemsche Courant
29-04-1834
Uit de Hand te Koop, tot 31 Julij

aanstaande, de eenigste ZAAGMOLEN te Mepper en annexen, als: een kapitaal WOONHUS, KNECHTENWONINGEN, drie groote DROOGSCHUREN en een stuk land, alles bij en aan elkander gelegen.Informatien te bekomen met brieven bij den Boekhouder de Heer L. HOUWINK, te Meppel.