Molen De Hoop / Molen van Beekhuis, Sneek/ Snits

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1774

verdwenen

1910

afgebroken

geschiedenis

De heer J.J. Beekhuis kocht in 1878 de molen en zette hier de zeemleerfabriek van Ten Cate voort.
Na diens overlijden in 1908 kwam het bedrijf aan zijn zoon W. Beekhuis die de zaak ophief en de molen in 1910 liet afbreken.
Het witte huis rechts naast de molen werd bewoond door molenaar Elias Piet de Boer.
Bron: onbekend.
-----

Deze molen werd in 1774 aangeduid als “leermolen”, maar in de Leeuwarder Courant van 29 maart 1811 staat hij als "een extra grote, hegte en zeer gevoeglyke EEKMOLEN, zynde met eens leermolen."
In dezelfde krant stond het op 2 februari 1821 nog duidelijker: "Zekere kapitale en hechte EEK- en ZEEMTOUWMOLEN (DE HOOP genaamd)."

De molen verdween eind 1910 en het Nieuwsblad van Friesland berichtte op 3 december van dat jaar dat op de 8e van de maand, om tien uur aan de Woudvaart publiek werd verkocht:
"DEN GEHEELEN AFBRAAK VAN EEN WINDMOLEN, ZEEMTOUWERIJ EN MAALDERIJ, benevens 2 Amerikaansche greenen roeden 17 a 18 meter vlucht, eiken molenas, windpeul, voeghouden, staartbalk met schoren, korte- en lange spruit, kruirad, lange spil, achtkante stijlen, kruisbalken, groote partij ribhout, damleggers, eiken blokken, wendelas, stampers, komblokken, steenwiel met schijfloop, groote partij planken, partij brandhout, partij steen, twee steenen, zeer geschikt voor smeden, alles ten vervoer geschikt gelegen aan het groot scheepsvaarwater."

Op het riet van de romp zat een naambord [zie foto in Allemolens].
Dick Bunskoeke, 22 jan. 2022.