Molen (pelmolen), Ulrumertil

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1786

verdwenen

1878

verbrand

voorganger

Ulrumertil ((pelmolen))

opvolger

Ulrumertil (Molen van Schavinga)

geschiedenis

Luitje Everts is tot 1764 de oudst bekende molenaar geweest die werd opgevolgd door Harmannus Hagenouw die reeds in 1777 werd genoemd. In 1786 liet hij zijn molen vervangen door een flinke achtkante stellingmolen die als pelmolen werd ingericht.
Zijn nakomelingen Menne Luitjes Hagenouw en Eeta Hagenouw – weduwe van Derk Wybes – verkochten in 1809 de behuizing met 6 ½ jukken land en de welbeklante molen met gereedschappen voor ƒ. 23.000,-- aan Tjark Wybes (Wybenga). Diens opvolger Jacob Lammerts Dijkstra verkocht in 1832 voor ƒ. 10.500,-- de pelmolen en ca. 3 ¼ bunder land aan Geurchien Ennes Tillema. In 1856 werd deze opgevolgd door Jacob Alberts Ritzema, afkomstig van Niekerk en nu wonende te Ulrum. Sindsdien diende de molen teven om koren te malen. Deze rietgedekte molen is op 15 oktober 1878 afgebrand.

Informatie: G. Nienhuis, 18 sept.2012
bronnen:
Windmolens in de Marne; artikel van W.O. Bakker in Gedenkboek Nijverheid 1991 Deel I – Historie van de Marne
De Zelfzwichter 2007/2 – Uitgave van het Groninger Molenhuis
www.allegroningers.nl – Website van RHC Groninger Archieven