Molen De Bethlehem of De Stad Bethlehem, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Bethlehem of De Stad Bethlehem
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06401 g
oude dbnr.
V4291
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
Aan en ten zuiden van de Zuiderganssloot, ten oosten van het Weiver, naast het laatste huis aldaar.
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 118366, Y: 501712
N: 52.50188, O: 4.84769

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Enkelwerks oliemolen
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Van de Bethlehem is het bouwjaar niet gevonden.
Mogelijk betreft het een zeer oude molen.
Vermoedelijk stond de Bethlehem afgebeeld op een kaart uit 1612, als dit juist zou zijn dan is de Bethlehem een der oudste oliemolens van de Zaanstreek.
Officieel wordt de molen voor het eerst genoemd in een transportakte uit 1678. In dat jaar verkocht de weduwe van Pieter Meijndertsz. de helft van de Bethlehem, voor Fl.685,-, aan Louris en Willem Maertensz.
Op 7 februari 1717 krijgt molenaar Pieter Arentsz. uit Jisp een berisping van de schout omdat,”die zich niet ontzag, omme op den 21 november, sijnde Sondagh ’s morgens naer 12 uur, te maelen op de moolen genaemt de Bettelem, staende te Wormer op de Ganse sloot alhier”.
Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 17 juni 1727, werd ook de Bethlehem hierin opgenomen door eigenaar Pieter Maerse Moolenaer.
De opstallen van de molen werden op 25 mei 1748 verzekerd bij het OC.
Later komt de molen in bezit van Cornelis Simonsz. Bettelem, wiens vader reeds eigenaar was van oa. de oliemolens “de Ketel” en “de Herder”.
Later werd dit bezit uitgebreid met “de Walvisch”, “de Meeuw” en “de Bruinvisch”. In 1792 overlijdt Cornelis Bettelem en worden zijn molen verkocht.
Uit zijn boedelscheiding blijkt dat de Bethlehem de minste waarde vertegenwoordigt, nl. Fl.4000,-. De Ketel, de Walvisch en de Herder werden op Fl.6000,- getaxeerd, de Meeuw op Fl.5500,- en de Bruinvisch op Fl.7000,-. Laatstgenoemde stond aan de Zaan en was qua bereikbaarheid natuurlijk beter gelegen dan de andere molens die ver weg in Jisp en Wormer stonden.
De Bethlehem blijft tot 2 mei 1807 verzekerd bij het OC en wordt op die dag uitgeschreven. Op 26 november 1808 wordt de molen voor sloop verkocht.
Een gedeelte van de voorwaarden die hiermee gemoeid waren luidden als volgt:
”De opstand van de molenschuur, alleen te verkopen aangeboden wordende, behoudt de verkoper aan zich en wordende na alsdien niet onder de verkoop begrepen. Het steenwerk als ligger en looper, zo buiten als binnen de molen.
Het doodsbed, olijbakken en generaal als het metselwerk daar de molen en schuur op staat zowel als het heiwerk en de ramen, ook het heiwerk onder de blokken.
De twee stamper gemaakt met A.S.B.??.
De vier ijzeren ramen uit de blokken.
De koper of kopers zal ook gehouden zijn ten genoegen van de verkoper, de twee lopers op de legger staande, aan de westzijde van de molen te moeten bezorgen .
Deze zoals door de verkoper zal worden aangewezen, zullende de tweede op de schuit door de koper worden geleverd….”

Eind 1808, begin 1809 is de Stad Bethlehem gesloopt.



Bronnen:
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz.91
“Gedenkboek van het Olieslagerscontract” 1912
“Duizend Zaanse molens” P.Boorsma 1968 blz. 187
“Molens te Jisp” J.Klopper Jbz. 1992 blz. 67-70

Informatie van F.Rol

aanvullingen

trivia
Oliemolen "de Bethlehem" of "de Stad Bethlehem", achtkante bovenkruier met schuur, te Wormer aan en ten zuiden van de Zuiderganssloot ten oosten van het Weiver, naast het laatste huis aldaar. Bouwjaar onbekend, gesloopt in 1809