Molen De Zeug, Wormer

Wormer, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Zeug
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06400 y
oude dbnr.
V4415
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 06400 y De Zeug (Wormer)
Verzameling F.Rol, aquarel G.Mol

locatie

plaats
Wormer
plaatsaanduiding
Aan en benoorden de Nieuwe Vaart, op het land bewesten de Langesloot.
gemeente
Wormerland, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Wormer en Engewormer C (1) 506 Vas en Compagnie
geo positie
X: 117395, Y: 501251
N: 52.49767, O: 4.83344

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Het bouwjaar van de Zeug blijft vooralsnog onbekend. De molen wordt voor het eerst genoemd op een lijst uit 1654, de molen hoort dan voor 2/3 toe aan Claes Cornelisz. Susses en Dirck Susses. Door onderlinge verkoop en vererving raakten deze aandelen versnipperd. Zo wordt na het overlijden van Jan Claesen Laen, 1/9 part “in een olijmoolen en worff, genaemt de Seugmoolen”, aangetroffen in zijn testament.
Op 5 mei 1699 wordt de Zeug door de bliksem getroffen en raakt hij in brand. Met zeer eenvoudige blusmiddelen weet men de molen te behouden, waarvan het dekriet geheel verbrandde. De eenvoudige blusmiddelen bestonden uit twee brandspuiten, gemaakt naar de uitvinding van Jan van der Heyden. Naar aanleiding van deze brand vervaardigde Jan van der Heyden een tekening van de Zeug, tijdens en na de brand. Met deze tekening maakte hij reclame voor zijn brandspuit. (zie tekening)
Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727, wordt de Zeug door eigenaar Pieter Molenaar verzekerd. Uit de hoogte van de verzekeringspremie valt af te leiden, dat de Zeug een dubbele oliemolen was. Naast de Zeug is Molenaar ook eigenaar van de naastgelegen oliemolen “de Keizer”. De opstallen van de molen worden op 24 mei 1736 verzekerd bij het OC. Dat gebeurt nu door Sijmon Bootsman.
Tegen het einde van de achttiende eeuw, komt de Zeug in handen van de Wormerveerder olieslager Vasterd Vas.
Na het overlijden van Vasterd Vas in 1808, neemt zijn zoon Jan Vas de zaken van zijn vader over. In zijn tijd behoort Jan Vas tot een der grotere moleneigenaars. Vas bezat zo'n 16 oliemolens, die allemaal waren gelegen in Wormer, Wormerveer en West-Knollendam. Als Jan Vas in 1824 overlijdt, worden de zaken voortgezet door zijn weduwe Lijsbeth Cornelis Kuyper en haar schoonzuster, Aaltje Vas. Beide richtten zij de firma Vas & Comp. op, welke tot 1828 blijft bestaan. Tot haar overlijden in 1836 houdt Aaltje Vas een aantal molens in bedrijf, waaronder de Spatter en de Zeug, deze oliemolens komen in 1839 in bezit van Jacobus Kluyver, die in dat jaar een nieuwe firma opricht en naast de beide Wormer oliemolens ook nog de Oostzaandammer oliemolens “de Woudaap” en “het Honingvat” verwerft. Kluyver is getrouwd met een dochter van Cornelis Honig, die op dat moment als een van de grotere moleneigenaren wordt beschouwd. De zoon van Jacobus Kluyver en Machteltje Honig, Albert Kluyver, krijgt later de oliemolens “de Visser”, “de Jonge Wolf”, “de Kopermolen” en “de Kwak” onder zijn beheer. Later worden beide zaken samengevoegd in de firma Jacobus Kluyver.
In de nacht van 31 januari 1848 raakt de Zeug in brand en wordt grotendeels vernield, alleen een gedeelte van de schuur kan behouden blijven. Het OC keerde voor de verbrande molen Fl.5200,- uit, voor de schade aan de lading kreeg de firma Kluyver Fl.11998,90 uitgekeerd. Voor de brand lag er voor ruim Fl.21000,- aan zaad, olie en koeken.
De Zeug werd niet meer herbouwd.

Op de prent van Jan van der Heyden is de volgende tekst geschreven:
“Afbeelding van eene oliemoolen, staande in Waterland by het dorp Wormer, welke op den 5den may 1699 door felle bliksem in volle brand geraakte; en boven alle vermeeden door twee kleyne slangbrandspuyten (die nog te traager en laater wierden bygebragt uyt inbeelding van dat de moolen niet te redden zou zyn) alhier wierdt uytgeblust en behouden zynde alleen verbrandt een gedeelte van ’t dekriet en een weynig van ’t dunne buytenhout of latwerk, waar aan ’t riet gehegt wordt”.

Bronnen:
- “De Zaende” 6e jaargang 1951 blz. 47/ 56
- “het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 51
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 4-6
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 192
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
Fulco Rol.

aanvullingen

trivia
Oliemolen "de Zeug", achtkante bovenkruier met schuur, te Wormer aan en benoorden de Nieuwe Vaart, op het land bewesten de Langesloot. Bouwjaar onbekend, verbrand in 1848.