Molen De Jonge Vischkooper / Viskooper / 't Vissie, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Jonge Vischkooper / Viskooper / 't Vissie
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06395 m
oude dbnr.
V3569
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
Aan en bewesten de Vaart, ten zuiden van de Gedempte Gracht
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam F (1) 190 Willem Koster, zonder beroep
geo positie
X: 116124, Y: 494727
N: 52.43895, O: 4.81549

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting

als balkenzager

plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Op 6 juni 1669, had Claes Dirksz. Vischkooper het land gekocht waarop de molen zou worden gebouwd. Hij betaalde er f. 658,- voor aan Pieter van Beekesteijn, de schout van Westzaan en Krommenie.

De balkenzager de Jonge Vischkooper werd gebouwd in het jaar 1670. 

De windbrief voor de Vischkooper werd op 23 juni 1670 uitgereikt aan Pieter Claesz. Vis, vermoedelijk was dit een zoon van Claes Vischkooper.

De molen was op 5 april 1721 eigendom van Claas Pietersz Bleeker. Hij verkocht die dag De Vischkooper aan Pieter Claesz Vis die daar f. 3000,- voor betaalde. Vis kreeg het hele bedrag op een hypotheek tegen 3,5 procent per jaar.

In 1726 stond de molen op naam van Claes Pietersz. Gleeken. Vermoedelijk is deze naam verkeerd opgeschreven omdat hij moeilijk te ontcijferen was.

Vischkooper kocht het erf kennelijk voor zijn zoon, zodat deze er een molen op kon plaatsen. Hij
werd in elk geval niet vermeld op de schaatsenrijderslijst van 1726 en in het nieuwe register van
de windpacht, dat op 1 januari 1729 werd ingesteld. Daarin werd als eigenaar Claas Pietersz
Bleecker genoemd en hij was 'in de plaats van Pieter Claasz’ gekomen. Het ging hier niet om
actuele, maar stokoude gegevens, die waren gekopiëerd uit het oude register van de rekenkamer
van Kennemerland. Pieter Claas was ongetwijfeld dezelfde als Vis, zodat Bleecker zijn opvolger
in De Viskooper was. Wanneer hij het bewind overnam is niet duidelijk

Het was overigens ook bijzonder dat de molen op f. 3,50 in de windpacht werd gezet. Daarmee werd hij iets zwaarder gerekend dan de meeste paltrokken en bovenkruier zaagmolens, waarvoor allemaal drie gulden per jaar moest worden betaald. Waarom De Jonge Viskooper hoger werd aangeslagen is niet duidelijk. 

Bleecker werd in 1731 ook als eigenaar genoemd in het verpondingsregister.

Het ging om een erf of molenerf van een ven land, gelegen bij Sardam ten ende 't Vinkepad aan en bewesten de Nieuwe Vaart, groot 811 roeden. Tot 1743 werd de molen steeds De Viskooper genoemd, zoals hij ook in de verbandacte werd opgenomen.
Als bijzondere voorwaarde was in de verkoopacte opgenomen dat ten westen van de molenwerf
geen molens of pakhuizen mochten worden gebouwd, maar ten zuiden en ten oosten stond het de eigenaren vrij de ven te betimmeren. Claes Vischkooper kreeg een vrije overgang over de ven naar de molen, maar zo oostelijk mogelijk, zodat dit het kleinste nadeel voor het land mee brengt. 

Claas Bleeker stierf begin 1743, want op 2 februari van dat jaar werd de brandverzekering
overgeschreven op naam van Jan Tijsz Bon, die als erfgenaam van Bleeker optrad 2 .

Op 28 december 1747 werd De Viskooper door Bon voor f. 860,- verkocht aan Pieter Corver De houtrecessie was volop aan de gang, maar dat verhinderde niet dat Corver de molen al een jaar later met enorme winst verkocht.

Op 28 november 1748 ontving hij 2000 gulden van Dirk Koster. Dat was een uitzonderlijke prijs in deze crisistijd in de houthandel, waardoor niet minder dan honderd molens het loodje legden. Het duidt er op dat Corver de oude Viskooper had laten afbreken en vervangen door een nieuwe molen op hetzelfde erf, waarmee ook de naam De Jonge Viskooper is verklaard die daarna gebruikt werd.
Koster bleef tot zijn dood met De Jonge Viskoper werken.

In 1748 werd bij veel Zaanse houtzaagmolens de verzekerde waarde naar beneden bijgesteld. De nieuwe verzekeringswaarde van de Vischkooper werd op Fl.500,- gesteld. 
In het midden van de achttiende eeuw ging het zeer slecht met de houtzagerij in de Zaanstreek. Doordat de Engelsen omstreeks 1740 zeer hoge invoerrechten gingen berekenen voor bewerkt hout, was het niet meer lonend om gezaagd hout naar Engeland te exporteren. Toen 12 jaar later ook nog eens een invoerverbod van gezaagd hout naar de Zuidelijke Nederlanden werd aangekondigd, betekende dit de doodsklap voor de wagenschotzagerij. De balkenzagerij wist zich naderhand te herstellen van de klap. Binnen een tijdsbestek van 30 jaar verdwenen er meer dan 100 houtzaagmolens uit de Zaanstreek.

De Jonge Vischkooper overleefde deze eerste grote crisis in de Zaanse houtzagerij. 
Ook over de latere geschiedenis van de Jonge Vischkooper zijn maar weinig gegevens bekend. De molen zou als zo velen in de laatste helft van de negentiende eeuw worden gesloopt. De stoomzagerijen werkten op volle kracht en hadden de kinderziektes overwonnen. De houtzaagmolens verdwenen in die tijd in een zeer rap tempo.

Pas op 6 april 1770 doken er weer gegevens op toen de boedel van Dirk Koster, weduwnaar van Geertje Maartens Appel, werd verdeeld onder zijn kinderen. Dat waren zijn drie zoons Willem, Maarten en Gerrit. De molen en de houthandel gingen naar Willem jr.

De familie Koster zou zeer lang met De Jonge Viskooper blijven werken. Toen in 1830 de eerste
kadasterkaart van Westzaandam voltooid werd stond de molen nog steeds op naam van Willem
Koster, zoon van de man die de molen in 1770 erfde.

Willem jr. was in 1805 geboren en zou op 18 september 1854 overlijden. Hij was toen voor honderd procent eigenaar van De Jonge Viskooper. Dat bleek al op 20 april 1853, toen hij voor notaris Jan Evenblij een schuldbekentenis tekende. Hij verklaarde daarin 1200 gulden te hebben geleend van Willem Kruifhooft, onderwijzer der jeugd in Helmond, waarvoor hij de molen, schuren, erf, land en gereedschappen in onderpand gaf. uit deze acte bleek dat hij in 1817 de helft de in molen geërfd had van zijn grootvader Willem en dat het andere halve part hem in 1826 was toegevallen na het overlijden van zijn zuster Aagje op 24 oktober van dat jaar. Zij werd slechts 20 jaar

De Jonge Viskooper kwam na het overlijden van Willem jr in 1854 in bezit van de familie Kruijfhoofd. Op 12 januari 1857 verzekerde Cornelis Kruijthooft de molen b ij de firma Weduwe J. te Veltrup in Zaandam voor een bedrag van 6000 gulden. Als bijzondere bepaling werd in de polis opgenomen dat er 9000 gulden zou worden uitbetaald als er na een brand een nieuwe molen zou worden gebouwd. De noorder-en zuiderschuur werden apart verzekerd voor bedragen van 500 gulden, terwijl de timmerschuur en de hut voor 300 gulden op de plis kwamen.

Maandag 25-08-1873 ontsnapte de molen aan een voortijdig einde, toen tijdens een bijzonder hevig onweer de bliksem insloeg. Er ontstond wel schade, maar het begin van brand kon snel worden geblust.


De Jonge Viskooper bleef tot 20 april 1878 verzekerd op naam van de familie Kruijthooft.  Die dag nam Pieter Kee de polis over. De molen stond toen voor f. 3500,- in de polis. Het woonhuis voor  f. 1000,- en de noorderschuur ook voor f. 1000,-. Dat was opmerkelijk want Cornelis Kruijthooft verkocht de molen voor f. 2500,- aan Pieter Kee.

De Jonge Vischkooper werd in 1888 gesloopt, als laatste eigenaar van de molen werd Dhr. Kruifhoofd genoemd, vermoedelijk was dit een loonzager. 

Huybert van de Stadt gebruikte het erf daarna voor opslag, want op 1 december 1889 sloot hij een polis af bij verzekeraar Willem van Orden voor f. 4000,- aan houtwaren ‘op het erf van de voormalige paltrok ’t Vissie.’  Op het erf van de gesloopte molen werd een boerderij gebouwd. Deze werd in 1963 gesloopt met de doorbraak van de Gedempte Gracht naar de Provinciale weg.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 91
- “De Windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs Pzn. 1918 blz. 99
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 219-220
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 40
F. Rol.

aanvullingen

toelichting naam

De molen heeft de naam van Claes Vischkooper gekregen

trivia

Balkenzager “de Jonge Vischkooper”, kortweg “’t Vissie” genaamd, paltrok, te Zaandam-West aan en bewesten de Vaart, ten zuiden van de Gedempte Gracht. Bouwjaar 1670, gesloopt in 1888.