Molen De Valk (2e), Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Valk (2e)
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06395 f
oude dbnr.
V3508
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 06395 f De Valk (2e) (Zaandam-West)
Foto: verzameling F. Rol

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
ten oosten van de Vaart, achter het Stuurmanspad.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam G (1) 180 Jan Chaffe, houtzagersbaas
geo positie
X: 116171, Y: 495354
N: 52.44459, O: 4.81610

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als wagenschotzager, later als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
herbouwd
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Na de verwoesting en sloop van de eerste De Valk (zie voorganger) had Jan Noomen op 2 augustus 1742 voor slechts ƒ 500 de paltrok-wagenschotzager De Bleeker gekocht, die ten oosten van de Gouw, aan en benoorden de Dijksloot van de Hogendijk stond. Of Noomen de molen nu had gekocht voor de ramp met De Valk is niet bekend. In opdracht van Jan Noomen werd De Bleeker afgebroken en verplaatst naar het erf van De Valk, toen de molen daar weer in bedrijf kwam kreeg hij de naam van zijn verwoeste voorganger.

Na Jan Noomen had De Valk meerdere eigenaren, die de molen een korte of iets langere tijd in hun bezit hadden. Op 7 augustus 1794 kwam De Valk voor ƒ 1100 in handen van Cornelis Pietersz Corver.

Algemeen Weekblad, 27 juli 1859:
"Bij het onweder op jl. woensdag is de molen de Valk te Zaandam door den bliksem getroffen; de ontstane brand werd echter spoedig gebluscht."

Op 13 april 1872 werd De Valk voor een bedrag van ƒ 6341 gekocht door Cornelis Corver Mats. De molen was toen reeds verbouwd van wagenschotzager naar balkenzager.
Cornelis Mats was eigenaar van de oude firma de Weduwe J. Mats, die zijn oorsprong vond in het jaar 1787. Toen begon Gerrit Mats in Westzaan te werken met de bovenkruier De Groene Jager. Na zijn overlijden in 1818 werd hij opgevolgd door zijn zoon Jacob Mats, die in 1831 stierf. Zijn weduwe Grietje Corver zette toen de zaken voort onder de naam “de Weduwe J. Mats”, vanaf 1837 runde haar zoon Cornelis Mats de firma. De zaken werden door hem uitgebreid met de Westzaandammer paltrok De Koning Salomo en Westzaner paltrok Het Witte Schaap. Verder kocht hij in 1845 de twee Westzaandammer zaagmolens De Veldlust en De Dekker. De eerste was een bovenkruier de laatste een paltrok, beide molen stonden naast elkaar.
Een week nadat Mats zijn bedrijf met De Veldlust en De Dekker had uitgebreid, verkocht hij De Groene Jager in Westzaan aan Albert Buys. Schijnbaar wilde Mats zijn zaken concentreren in Zaandam-West. De uitbreiding in Zaandam ging verder met de omstreeks 1850 aangekochte paltrok De Vergulde Ster. In 1856 kocht Mats nog een molen, de iets ten noorden van de Vergulde Ster staande paltrok De Oranjeboom en tien jaar later werd de bovenkruier De Eendracht gekocht die ten westen van De Dekker stond. Direct na de aankoop werd deze molen gesloopt, vermoedelijk ging het Mats alleen om het erf, het water en de loodsen. In 1872 werd de laatste molen aangeschaft door de firma Mats, de paltrok De Valk, die als het ware een driehoek op de kaart vormde met de Vergulde Ster en “de Oranjeboom”.
In 1874 liet Cornelis Mats De Veldlust slopen en vervangen door een stoomzagerij die dezelfde naam kreeg. In 1880 traden de drie zonen van Mats toe tot de firma. De nieuwe vennootschap bleef niet lang bestaan, want een jaar later overleed Cornelis Mats. De drie broers gingen nog een aantal jaren met elkaar door, maar in 1884 traden twee broers terug uit de firma, waarna Cornelis Mats Jr. verder ging onder de oude firmanaam.
Toen bleek dat De Veldlust het werk aankon, werden de molens één voor één in de verkoop gedaan. In 1886 werden zowel De Oranjeboom als De Koning Salomo voor sloop verkocht. Twee jaar later verdwenen De Vergulde Ster en De Dekker uit het Zaanse land. Als enige windmolen hield Cornelis Mats Jr. De Valk in bedrijf.

Cornelis Mats Jr. stierf in 1896. Hij liet geen kinderen na, waardoor zijn weduwe Anna van de Stadt besloot om de zaken te liquideren. De zagerij De Veldlust werd toen verkocht aan de firma Dekker uit Westzaan, de paltrok De Valk werd gekocht door houthandel Schipper, die ook werkte met de paltrok De Wildeboer en later met de bovenkruier De Bonte Arend.
De firma Schipper begon haar bestaan in 1881, toen Pieter Schipper samen met J. Couwenhoven een houthandel startte. In 1885 kocht Schipper de Westzaandammer paltrok De Wildeboer en een jaar later ontbonden de beide heren hun compagnonschap en ging ieder zijn eigen weg. In 1887 werd dan de firma houthandel P. Schipper opgericht.
De zoon van Pieter Schipper werd in 1891 opgenomen in de firma, vanaf 1898 draaide hij mee als volwaardig compagnon. Met de aankoop van De Valk in 1897 verschafte Schipper zich een tweede molen.

Lang zou Schipper niet blijven zagen met De Valk. De molen, die aan het einde van het Stuurmanspad stond, kwam hoe langer hoe meer tussen de oprukkende bebouwing te staan, iets wat voor een paltrok nogal ongunstig is. In 1900 kocht Schipper de bovenkruier De Bonte Arend, die nog vrij in het veld stond. De aankoop van De Bonte Arend betekende de nekslag voor De Valk. Op 15 oktober 1900 verkocht de firma Schipper de molen voor sloop. Nog voor het einde van het jaar was De Valk uit de Zaanstreek verdwenen.

De Valkstraat in de Westzaandammer wijk Oud-West is naar deze molen vernoemd. De straat grenst aan de voormalige molenwerf van De Valk.

Bronnen:
- “Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S. Hart 1951 blz. 227-230
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 90
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T. Neuhaus 1987 blz. 13
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 39
- “Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 173-174/ 641

aanvullingen