Molen De Olievos, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Olievos
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06394 e
oude dbnr.
V4117
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 06394 e De Olievos (Zaandam-West)
Tek: aquarel van Gerrit Mol

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
Aan en bezuiden de Papenpadsloot, ten oosten en op enige afstand van de Provinciale weg.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam G (1) 646 Pieter ten Kate, koopman
geo positie
X: 115759, Y: 495754
N: 52.44815, O: 4.81000

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1875 gesloopt 1941 onderbouw en schuur gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van de Olievos is niet precies bekend.
De molen wordt voor het eerst aangetroffen in de boeken op 11 juni 1648.
Op die dag verkocht Cornelis Cornelisz. uit Oost-Zaandam de helft van de molen aan Cornelis Jansz. Noomen c.s., voor een bedrag van Fl.1620,-.
De windbrief van de Olievos werd op 14 mei 1649 aan Cornelis Noomen verleend. Over de vroege periode van de Olievos zijn niet veel gegevens voor handen.
Op 31 oktober 1711 werd verkocht:"de olymoolen de Vos c.a. staande tot West-Zaandam bij de papepadsloot".
Wie de molen kocht wordt niet vermeld, wel dat er een bedrag van Fl.2800,- voor werd betaald.
In 1726 is de molen eigendom van Jan Claasz. Baert.
Op zijn naam werd de Olievos op 14 juni 1727 opgenomen in het die datum opgericht olieslagerscontract, uit de premie blijkt dat de Olievos een dubbele oliemolen is. Wanneer op 1 juni 1733 het OC voor opstallen wordt opgericht, behoort de molen toe aan Jan Haringh.
Op 17 mei 1774 wordt het volgende geveild:"Een dubbelde olijmolen genaamd de Olyvos c.a. o.a.: een apart Bakhuijs waarin een olybak groot circa 200 Aamen, staande en gelegen te West-Zaandam, tusschen de Vaart en de Watering bezuiden de Papeveersoot."
De molen werd gekocht door Gerrit Visser, die er Fl.4200,- voor betaalde.
Gerrit Visser wordt opgevolgd door zijn zoon Dirk Visser.
Vanaf 15 augustus 1796 verhuurt Dirk Visser de Olievos aan Evert Smit uit Koog aan de Zaan.
Met de Olievos legt Smit de basis van zijn later enorme kapitaal.
De huurprijs voor de molen bedroeg toen Fl.360,- per jaar.
Op 2 juni 1802 koopt Evert Smit de nabijgelegen oliemolen "de Wind", en doet hij de huur van de Olievos over aan zijn broer Cornelis Smit. Wanneer Dirk Visser de molen definitief verkoopt is mij niet bekend.
Omstreeks 1840 komt de molen in eigendom van Hendrik Jan Smit, olieslager met "de Krab", "de Appelboom", "de Oude Dekker" en "de Wind".
Naast olieslager is Hendrik Jan Smit ook een poos burgemeester van Zaandam. De Olievos zal tot het einde van zijn bestaan blijven produceren voor Hendrik Jan Smit.
Op 2 oktober 1875 wordt de Olievos getroffen door een windhoos.
De schade aan de molen is enorm.
Doordat het snel ronddraaiende kruis dompt slaat het een aantal keer raak in het molenlijf, hierdoor worden maar liefst vijf van de acht achtkantstijlen gebroken. Hierna belandt het gehele wiekenkruis met de kap en de Papenpadsloot.
Het is niet meer mogelijk om de Olievos te herstellen.
Op 16 oktober 1875 wordt de molen uit het OC geschreven en daarna gesloopt. De schuur en de onderbouw van de molen blijven staan langs de Papenpadsloot en werden gebruikt als opslagplaats.
Vanaf 1919 werden de restanten door de firma Pieter Schoen in gebruik genomen als lakfabriek, later verhuisden deze activiteiten naar de Oostzijde van Zaandam. De onderbouw en schuren van de molen zijn in 1941 gesloopt.

Over de naam van de molen, die overigens vaker de Vos werd genoemd dan de Olievos, schrijft Pieter Boorsma in zijn boek "Zaanse Windmolens" het volgende op.
"Deze molennaam duidt niet een bepaald soort van het vossenras aan, want, voor zoover bekend, wordt daaronder geen enkele aangetroffen welke een voorliefde voor olie heeft. Een olievos is slechts een gedeelte van den vos, en wel diens staart. Dit ruige "aanhangsel" van Reintje werd in de oliemolens gebruikt om gemorste olie op te dweilen ~op te "vossen", zooals dat in molenaarsterm heette. En, evenals ten opzichte van den molennaam, ook bij dit "stuk gereedschap" valt op te merken, dat het steeds vos werd genoemd. Zoo'n staart leende zich uitstekend voor het genoemde doel; hij nam de olie goed op en liet deze gemakkelijk weer los.
Aan het dikke eind van het staartbeen was een touw, in oogvorm, bevestigd hetwelk diende om den vos vast te houden bij het "afstrijken". Bij deze handeling werd de, van olie verzadigde staart met de eene hand aan het touw vastgehouden, de andere hand werd ~toegeknepen~ om het ruige voorwerp gelegd. Door trekken en knijpen werd dan de "opgevoste" olie verwijderd. Op den duur werd zoo'n staart hard en stijf, vooral door het opdweilen van lijnolie. Dit euvel werd verholpen door wasschen in heete zeepsop."

Bronnen:
- "250 Zaanse molens" R. Couwenhoven 2001 blz.49
- "Gedenkboek van het Olieslagerscontract" 1912
- "Schaatsenrijderslijst 1726" [ook wel foutief Winderlijst genoemd]
- "Encyclopedie van de Zaanstreek" 1991 blz. 642-643
- "Het olieslagerscontract" R. Couwenhoven 2002 blz. 50/67/70/105
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968 blz. 103
- "Zaanse windmolens" P. Boorsma 1939 blz. 152-153
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Oliemolen "de Olievos", achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandam west aan en bezuiden de Papenpadsloot, ten oosten en op enige afstand van de Provinciale weg. Bouwjaar onbekend, in 1875 door een windhoos vernield.