Molen De Jonge Timmerman / De Groote Korf / De Teek, Zaandam-West

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1728

verdwenen

1889

gesloopt

geschiedenis

De balkenzager de Jonge Timmerman werd gebouwd in het jaar 1728. De bouwheer van de molen was Cornelis Barkhorn, een molenmaker, die op 27 januari 1729 de windbrief van de molen ontving. Molenmaker Barkhorn ging zelf met de molen werken.
Op 11 juli 1733 liet Barkhorn de Jonge Timmerman tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. De verzekerde waarde van de molen werd vastgesteld op Fl.2600,-. In de jaren daarop verwisselde de molen veelvuldig van brandcontract.
Op 19 november 1744 werd er een partij hout geveild die aan meerdere lieden toebehoorde. Een en ander werd als volgt beschreven in de veilingboeken:”Cornelis Barghorn, c.s. presenteert een partij hout, leggende o.a. bij de moolen van Cornelis Barghorn genaemt de Jonge Timmerman en op de werf van burgemeester Dirk Sijmonsz. Timmerman.”
Hoe lang Barkhorn met de molen bleef werken is niet bekend. Veel meer gegevens over de vroege periode van de Jonge Timmerman zijn niet voorhanden.
Op 10 januari 1811 werd het volgende te koop aangeboden:”Een capitale houtzaagmolen de Jonge Timmerman, zijne een bovenkruier, aan de Schapenpatterveersloot.” De molen werd echter niet verkocht.
In november 1866 kocht Cornelis Corver van Wessem de molen van F. Dam. Cornelis Corver van Wessem zat om een nieuwe molen verlegen, nadat op 2 oktober van dat jaar zijn houtzaagmolen “de Groote Korf” voor de tweede maal was verbrand.
De Groote Korf werd gebouwd als paltrok, door een voorouder van Cornelis Corver in 1679. De paltrok verbrandde in 1843, waarna er tot herbouw werd besloten. Op de plaats van de paltrok verrees een grote bovenkruier die tot de fatale brand in 1866 in bedrijf bleef. Ditmaal werd herbouw schijnbaar te duur, zodat Corver de Jonge Timmerman kocht. Na de aankoop gaf Corver de Jonge Timmerman de naam van de molen die al zo lang voor zijn familie zaagde, vanaf toen was de Jonge Timmerman bekend onder de naam “de Groote Korf”, zijn bijnaam “de Teek” behield hij echter.
Cornelis Corver van Wessem werkte onder de firmanaam “Weduwe Cornelis Corver & Zn.” Zoals reeds gemeld lag de oorsprong van deze firma in de laatste helft van de zeventiende eeuw, waarmee het op dat moment een van de oudste ondernemingen binnen de Zaanstreek was. Naast de Groote Korf werkte de firma Corver met de paltrokken “de Groene Jager”, “de Nieuwe Jager” en “de Vergulde Zalm” en de bovenkruier “de Kleine Korf”, al deze molens waren gelegen in Westzaandam.
In 1872 begon de modernisering van de firma Corver. In dat jaar werd “de Nieuwe Jager” gesloopt en vervangen door een stoomzagerij waarop de naam van de molen overging. Als het zagerijtje goed draait wordt het merendeel van de molens afgestoten. De Jonge Timmerman of Groote Korf werd in het jaar 1889 voor sloop verkocht. Zijn erf, loodsen en water werden later bij de stoomzagerij “de Tijdgeest” getrokken.
Nog in hetzelfde jaar verbrandde “de Kleine Korf” en een jaar later werd “de Groene Jager” gesloopt. Alleen “de Vergulde Zalm” bleef werken voor van Wessem.
Op 9 november 1895 verkocht Corver van Wessem de stoomzagerij “de Nieuwe Jager” voor Fl.13000,- aan de firma J.Dekker uit Westzaan. De zagerij die reeds enkele jaren buiten gebruik was werd niet meer in gebruik genomen. Dekker gebruikte de loodsen van de zagerij enkel voor de opslag van hout.
De firma Corver bleef tot 1896 bestaan en werd toen geliquideerd omdat er geen geschikte opvolger was voor Cornelis Corver. In het laatst genoemde jaar werd “de Vergulde Zalm” voor sloop verkocht.

De bij- of scheldnaam “de Teek” (een schapenluis) dankte de Jonge Timmerman aan zijn buurmolens. Op korte afstand van de molen stonden de paltrok “het Witte Schaap” en de bovenkruier “het Jonge Schaap”. Verder stonden in de buurt nog de paltrokken “het Zwarte Schaap”, “de Herder” en “de Herderin”.


Bronnen:
“de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 329
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 99
“Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 783
“Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S.Hart 1951 blz. 189-192
“Zaanse Windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 202
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 47


informatie F.Rol