- naam
- Lenthermolen (2e)
- modeltype
- Kantige molen, grondzeiler
- functie
- korenmolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 04922 d
- oude dbnr.
- V6071
- Meest recente aanpassing
- | Overig
Molen Lenthermolen (2e), Lenthe
Lenthe, Overijssel
v
locatie
- plaats
-
Lenthe
- plaatsaanduiding
- 1,3 km O v.d. Wijthmensche Tol
- gemeente
- Dalfsen, Overijssel
- streek
- Vechtdal
- geo positie
-
X: 210115, Y: 499854N: 52.48363, O: 6.19857
constructie
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
-
>
- verdwenen
-
afgebroken
- voorganger
- geschiedenis
-
Deze molen was al in 1529 aanwezig.
Deze standerdmolen werd in 1901 afgebroken. De onderdelen waren aangekocht door het Landgoed Vilsteren BV om de Vilsterse Molen (Ned. Tenbruggencatenummer 01845) die in 1901 was verbrand, te kunnen herbouwen.
Voor de herbouw werd ook gebruik gemaakt van een gesloopte molen uit Kampen.
Het bovenwiel van de Lenthermolen is nog aanwezig in de Vilsterensemolen. Daarop staat het jaartal 1723 nog te lezen.
Aan de borstzijde van het wiel zitten nog de kammen voor de aandrijving van het voormalige achterste koppel stenen.
Bron: onbekend.
-----
In 1707 komen we Frederik Gerrijds, geboren 20 febr. 1681 tegen als molenaar op de Lenther molen. Hij trouwde in 1720 met Derkien Everts, dochter van Evert Egberts toen molenaar op de Lenther molen. In de periode van 1725 tot 1730 nam hij alle aandelen over van de Lenther molen en werd hij eigenaar van diverse omliggende gronden.
Derkien overleed echter al in 1731 en hij trouwde opnieuw in 1732 op 51 jarige leeftijd met Elisabeth Gerrits van der Vegt ( Vecht), zij was 32 jaar, wed. molenares op de molen van Snel, ofwel de Oosterdalfense molen. Zij was getrouwd geweest met Wilhelmus Snel. Hun zoon Gerrit Helmus Frederiks van der Vegt geboren 8 mei 1735 werd bouwman en molenaar op de Lenther molen en trouwde in 1768 met zijn nicht, Geesje Cloosterman van 't Clooster.
Hun zoon, Frederik Jan van der Vegt geboren 12 maart 1768 vinden we later terug als bakker in Lenthe, hij overleed in 1829 en de gehele nalatenschap kwam in handen van hun zoon Berend Jan Warner, ook van beroep broodbakker en in 1854 getrouwd met Gennigje van der Vegt. Berend Jan Warner moest wel binnen een jaar zijn overige broers en zusters uitbetalen. De tweede zoon van Gerrit Helmus Frederiks van der Vegt, Berend Hendrik, geboren 27 oktober 1771, grutter en molenaar in Lenthe, trouwde in 1802 met Berendina van der Kolk, oud 20 jaar. Maar ook zijn broer Asse, geboren 26 februari 1775 in Lenthe wordt omschreven als hereboer, molenaar en bouwman. Hij overleed op 82 jarige leeftijd.
Aangezien diverse familieleden staan beschreven als molenaar en grutter is niet aan te geven wie nu werkelijk de eigenaar was. Vast staat in elk geval dat ze daar goede tijden meemaakten aangezien er sprake was van 5 hulpen in de huishouding. In 1831 komen we verder de naam tegen van Evert van der Vegt, grutter en molenaar. In 1842 Gerrit Helmus van der Vegt als grutter en molenaar. In 1850 zien we een molenaar Berend Hendrik van der Vegt vertrekken van Lenthe naar de molen te Elen en Rhan in de wijk D te Hellendoorn.
In 1877 was Hendrik Jan van der Vegt nog als molenaar en landbouwer op de Lenther molen. Maar het blijkt dat in de tweede helft van de 19e eeuw de zaken minder goed gingen, de molen raakte meer en meer in verval en hij was de laatste molenaar op de Lenther molen. Wij komen in de archieven niet meer de combinatie tegen van molenaar, maar wel diverse keren de naam van der Vegt als landbouwer in Lenthe. Die naam vinden we ook in combinatie met de naam Kooiker, Braakman, Zieleman in direct familieverband met de molenaarsgeneratie. Deze genoemde namen komen nu nog voor op de plaats waar de molen heeft gestaan aan de Molenhoekweg, tussen de twee laatste boerderijen aan de linkerkant van de weg. Rond 1900 ging het landbouwbedrijf en molenaarsbedrijf failliet en de molen werd voor afbraak verkocht, onderdelen werden gebruikt in de Vilsterense molen.
Wat betreft de erfopvolging wordt het onduidelijk. De in 1820 geboren Gerrit Willem van der Vegt, genoemd als molenaar, grutter en later landbouwer, overleedin 1886. Juist daarvoor had een boedelscheiding plaatsgevonden waarbij zoon Berend Hendrik het huis, erf en land werd toegewezen. De overige deelgenoten moest hij een bedrag uitkeren. Zoon Hendrik Albert, geboren 1856 had een minder gelukkig huwelijk, drie keer getrouwd en zelf overleden in 1925. Uit dit huwelijk werd op 16 sepember 1904 Gerhard van der Vegt geboren, beter bekend als Gait van de grutter, ofwel de “piepe”. Hij overleed op 12 juni 1986. Van beroep melkrijder en loonwerker. Dit bedrijf werd voortgezet door Hendrik Jan van der Vegt (Henk) maar de activiteiten werden als transportbedrijf van der Vegt, inmiddels naar Heino verhuisd, voortgezet. Om de geschiedenis van de laatste 100 jaar wat uit te diepen heb ik in 2004 een bezoek gebracht aan de heer Ab Kooiker, landbouwer op de locatie net voorbij waar de molen heeft gestaan. De molen stond ongeveer 30 meter van de Twentse weg, nu Molenhoekweg (de Twentseweg was een van de oudste handelswegen van Kampen naar Osnabruck). De molen stond op een molenbelt die rond 1910 werd afgegraven om lager gelegen gedeelten in het achterliggende landbouwgronden op te vullen. Lang heeft in de dam naar dit land een molensteen gelegen als verharding, rond 1975 is die er uit gehaald en hij ligt nog als trots in de tuin, te wachten op een herbestemming.
Bron: Uut de olde deuze: Molen in Lenthe, Annemieke, 13 nov. 2011.
-----
De Lenther Molen bezat windrechten, in 1833 werd er oa 350 gld betaald als borgtocht op het gemaal. Op 4 december 1834 werd aan de toenmalige molenaar E. van der Vegt vergunning verleend voor pelwerk.
Gerrit Helmus van der Vegt, zoon van Berend Hendrik, leende op 2 mei 1890 10.500 gld en gaf onder andere de molen als onderpand. Op 1 juni 1897 sloot de nieuwe eigenaar Hendrik Jan van der Vegt een lening af van 11.000 gld. waarna hij in financiele moeilijkheden kwam. De hypotheekhouder Berend Hendrik Egberts, fabrikant te Dalfsen, liet op 1 juni 1901 de molen publiek verkopen. De koper was Bernhardus Klomp, molenaar te Vilsteren die hem voor 3000 gld kocht.
Deze kocht de molen voor Vilsteren alwaar de molen onlangs was verbrand. De molen werd verplaatst.
Bron: "Uit de geschiedenis van Dalfsen", 1989, pag. 333.
-----
Op 17 juni 1901 kwam de Lenther molen in veiling omdat de eigenaar ervan, Hendrik Jan van de Vegt, niet aan zijn verplichtingen tegenover de hypotheekgever kon voldoen. Op 1 juli vonde definitieve veiling plaats. Koper was Bernardus Klomp, die verklaarde gekocht te hebben voor mr. W.C.J.J. Cremers, de eigenaar van de in Vilsteren afgebrande molen. De verplaatsing naar Vilsteren ging snel, want op 28 augustus 1901 liet de heer Cremers "het molenerf van den Lenthermolen, afkomstig van Van der Vegte, groot 6 aren, 20 centiaren, met de daarop aanwezige steenen, deuren en zand in 10 perceelen en massa" veilen.
Uit deze beschrijving blijkt duidelijk dat de Lenthermolen aan achtkante beltmolen was (en dus geen standerdmolen, zoals in vele publicaties valt te lezen). Er waren in deze molen overigens wel veel onderdelen van een standerdmolen verwerkt.
Bron: "Overijsselse Molendag van start in Vilsteren", art. door Kl/JS in De Molenaar 22 sept. 1993, blz. 1076-1077. -
aanvullingen
- trivia
Elysabeth van der VECHT,
Molenares op de Lenther molen,
geboren op 11-04-1700 te Dalfsen, overleden te Dalfsen op 83-jarige leeftijd,
Evert Freriksz, Molenaar op de Lenther molen, geboren op 15-04-1743 te Lenthe, overleden op 22-11-1812 te Dalfsen op 69-jarige leeftijd.
-----
Volgens Ten Bruggencate was dit een beltmolen (zonder inrit?), achtkante bovenkruier, rietgedekt op stenen onderstuk.
Op de kadasterkaart van 1832 staat een standerdmolen afgebeeld, met ronde gesloten voet.
Er is ons geen jaartal van vervanging/herbouw bekend, het is niet duidelijk welke gegevens bij de standerdmolen resp. de bovenkruier horen.
-----
Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad, 21 januari 1860
Gepasseerden Maandag begaf zich de landbouwer Bloem, uit Wolferen, met zijne echtgenoot per huifkar naar Nijmegen; bij het passeren van den Lentschen molen werd zijn paard eensklaps door het opvliegen eener kalkoen hevig verschrikt, het deinsde naar den binnenkant af en stortte al rollende met de kar in de diepte, met het ongelukkig gevolg, dat genoemden Bloem de schouder uit elkander viel en een zijner armen brak, terwijl de vrouw in het aangezigt aanmerkelijk verwond werd; bij geneeskundig onderzoek bleek de ongelukkige toestand des mans zoodanig te zijn, dat men twijfelt of zijne ledematen wel geheel en al zullen herstellen.
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen