- naam
- De Jonge Dolfijn / De Koperen Berg / De Gekroonde Handschaaf
- modeltype
- Kantige molen, stellingmolen
- functie
- papiermolen, pelmolen, doppenmolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 04915 z
- oude dbnr.
- V3271
- Meest recente aanpassing
Molen De Jonge Dolfijn / De Koperen Berg / De Gekroonde Handschaaf, Westzaan
Westzaan, Noord-Holland
v
locatie
- plaats
-
Westzaan
- plaatsaanduiding
- Ten oosten van het dorp, direct ten noorden van de begraafplaats, aan de Jonge Dolfijnstraat.
- gemeente
- Zaanstad, Noord-Holland
- streek
- Zaanstreek
- kadastrale aanduiding 1811-1832
- Westzaan B (1) 894 Cornelis Dekker & Zoon, kooplieden
- geo positie
-
X: 113721, Y: 496544N: 52.45510, O: 4.77992
constructie
- modeltype
- Kantige molen, stellingmolen
- krachtbron
- wind
- functie
- romp
- achtkante bovenkruier
- inrichting
- als grauwpapiermolen. Later was de molen gerstpelmolen. Ten slotte bezat de molen twee koppel maalstenen met buulkisten en een koppel kantstenen.
- versieringen
- Op de zuidkant van de molenschuur was de naam van de molen aangebracht.
- plaats bediening
- stellingmolen
- bediening kruiwerk
- buitenkruier
- plaats kruiwerk
- bovenkruier
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
- verdwenen
-
afgebroken en verplaatst
- verplaatst naar
- geschiedenis
-
De Jonge Dolfijn werd in 1692 gebouwd als grauwpapiermolen voor Jelis Hendricksz. de Vries. Hij heeft niet erg lang plezier gehad van z’n nieuwe molen, want op 18 december 1692 werd de Jonge Dolfijn, die toen net afgebouwd was, verkocht door zijn weduwe Impie Jans. De verkoop van het molenerf werd als volgt beschreven, “een molenwerf van 223 roeden, daer de nieuwe papier moolen op staat.” De Jonge Dolfijn werd gekocht door Jan Claasz. Cleijn.
Op zijn naam werd de molen op 24 februari 1693 tegen brand verzekerd in een assurantiecontract.
Jan Claasz. Cleijn ontving pas op 14 maart 1695 de windbrief voor zijn molen, waarin die als volgt omschreven werd, “een enckelde grauwe papiermoolen genaamd de Jonge Dolphyn.” Waarom het document zo lang op zich liet wachten is niet duidelijk.
De molen werd aanvankelijk De Jonge Dolfijn genoemd. Daarnaast werd de molen in het begin een poosje De Gekroonde Handschaaf genoemd. Pieter Boorsma meende dat dit een aparte molen was, de overeenkomsten van eigenaren van beide molens komen echter zoveel met elkaar overeen, dat bewezen kan worden dat het om één en dezelfde molen ging. Waarom de molen een poos De Gekroonde Handschaaf heette is niet bekend, mogelijk had deze naam iets te maken met het houtzagersverleden van de familie Cleijn. Na 1717 kwam deze naam van de molen niet meer voor.
Jan Cleijn was niet alleen eigenaar van De Jonge Dolfijn. Hij deelde de molen met nog 7 personen. De rederij van de molen bestond aanvankelijk dus uit 8 aandelen. Twee van deze reders, Arent Pietersz. Molenaar en Pieter Claasz. Houtzager kregen alle aandelen op 21 maart 1709 in hun bezit. Zij bezaten samen reeds een kwart aandeel in de molen en voor Fl.4200,- kochten zij gezamenlijk de resterende parten. Arent Molenaar stierf in 1714, waarna het merendeel van de aandelen in bezit kwam van Pieter Houtzager. Naast De Jonge Dolfijn, was Pieter Houtzager ook de directeur van de Koger papiermolen De Salamander, totdat deze in 1742 verbrandde.
Pieter Houtzager stierf omstreeks het jaar 1760. De Jonge Dolfijn werd toen het eigendom van Willem de Vries, de schoonzoon van Pieter Houtzager. Willem de Vries was sinds jaar en dag eigenaar van de nabij gelegen papiermolen De Witte Dolfijn, die in 1659 als houtzaagmolen was gebouwd door een voorouder van Willem de Vries.
De Vries zou maar kort met de beide Dolfijnen werken, want hij overleed in 1763. Zijn weduwe deed toen De Witte Dolfijn in de verkoop, met De Jonge Dolfijn werkte zij nog enkele jaren door.
Op 5 maart 1772 werd het volgende in opdracht van haar geveild, “Een hechte, sterke en welgetimmerde basterde en blauwe papiermoolen met twee kuipen genaamd De Jonge Dolfijn.” Voor Fl.6100,- werd de molen toen gekocht door een combinatie van papierfabrikanten, met de bedoeling zich van een concurrent te ontdoen. Sinds enkele jaren was het nl. ook mogelijk om wit papier met De Jonge Dolfijn te produceren, iets waar de grote papierfabrikanten in die tijd niet gelukkig mee waren.
Op 9 maart 1772 werd de molen doorverkocht aan Pieter van Leeuwen. Hierbij werden de volgende voorwaardes bij de notaris vastgelegd:
““9 maart 1772: Conventie tusschen Blaauw & Briel; Cornelis, Adriaan en Gerrit Honigh; Joris Ris en zoon; Rutger Taanman; Maarten Schouten en Comp en Pieter van Leeuwen en Zoon, alle papierfabriceurs. Zij hebben in Compagnieschap gekocht, op 5 maart 1772: Een papiermoolen staande en geleegen tot Westzaanen c.a. genaamt de Jonge Dolfeijn.
Zij hebben dezen overgedaan aan Pieter van Leeuwen en Zoon, die de molen zullen exploiteeren, en: “met de gemelde moolen maaken graauw papier, als groot pak, klein pak, schrens en grutters vier ponds, en dus hoe genaamt onder wat pretext of voorwendsel het soude mogen weesen, geen ander papier daar meede te mogen maaken onder verbeurte van ieder reijse wanneer bevonden werd Contrarie gedaan te wesen te verbeuren Eenduysend guldens, als de eene helfte ten behoeve van de Gereformeerde dorps Armen te Westzaanen, en de wederhelft ten behoeve van de Mennonite Armen tot Westzaanen.”
Pieter van Leeuwen mocht De Jonge Dolfijn dus alleen nog gebruiken voor de productie van grauw papier. Wanneer hij zich hier niet aan hield kon hij een forse boete in het vooruitzicht zien.
Pieter van Leeuwen werkte sinds 1750 met de bekende papiermolen De Schoolmeester. In 1763 had hij de zaken uitgebreid met De Witte Dolfijn en in 1772 kocht hij dus ook De Jonge Dolfijn. Toch liepen de zaken niet goed voor Van Leeuwen, want op 14 november 1778 was hij failliet verklaard. Op die dag werden zijn drie molens door de schuldeisers geveild. Voor een bedrag van Fl.5110,- werd de molen toen gekocht door de Wormerveerder papierfabrikant Dirk Blauw. Deze verkocht de molen op 21 juni 1781 door aan de Westzaner Claas Yff voor Fl.3000,-. Claas Yff liet De Jonge Dolfijn verbouwen tot gerstpelmolen. Mogelijk had Dirk Blauw dit bedongen, gezien het verlies dat hij bij de verkoop leed.
Claas Yff werkte tot 1791 met de molen en verkocht hem toen aan Willem Bruigom Tip. Samen met zijn zoon Adriaan werkte hij onder de firmanaam Relk & Tip. Naast De Jonge Dolfijn werkten zij ook met de pelmolen Het Prinsenhof. De firma Relk & Tip werkten tot het jaar 1815 met De Jonge Dolfijn, waarna zij de molen verkochten aan Dirk Teunisz. Heynis. Deze stierf in 1819, waarna de molen in 1821 door de weduwe van Heynis werd verkocht aan de Westzaner Cornelis Gerbrandsz. Dekker. Cornelis Dekker werd later opgevolgd door zijn zoon Gerbrand Dekker. Deze liet in 1855 de verzekerde waarde van De Jonge Dolfijn aanzienlijk verhogen, van Fl.8000,- naar Fl.12000. Vermoedelijk waren er belangrijke verbeteringen in de molen aangebracht.
Omstreeks 1869 werd De Jonge Dolfijn uitgerust met een koppel maalstenen. Dit koppel stenen werd gebruikt voor het vermalen van koffie- en rijstdoppen. De doppen waren hoogst waarschijnlijk afkomstig uit De Jonge Dolfijn zelf. Dekker verschafte zich hier een extra inkomen mee.
Gebrand Dekker verkocht De Jonge Dolfijn in 1872 aan de firma Wijnberg & Bakker uit Wormerveer. Zij waren ook actief met de Wormerveerder meelmolen De Witte Vlinder.
Vanaf dan is het gedaan met de pellerij in De Jonge Dolfijn. In opdracht van Wijnberg werd de molen ingericht als fouragemolen. De molen werd uitgerust met 2 koppel maalstenen met bijbehorende buulkisten, later werd er ook nog een klein koppel kantstenen geplaatst. De firma Wijnberg & Bakker bleef tot 1885 bestaan en werd toen opgeheven. In dat jaar werd De Witte Vlinder voor sloop verkocht. Onne Wijnberg zette de zaken voort met De Jonge Dolfijn.
Op 10 juni 1892 werd de molen tijdens een hevig onweer getroffen door de bliksem. Er ontstond geen brand maar de schade was aanzienlijk. Deze werd echter weer hersteld.
De Jonge Dolfijn bleef tot de eeuwwisseling in bedrijf en kwam toen definitief tot stilstand. In juni 1900 werd De Jonge Dolfijn door de uit Heerenveen afkomstige molenmaker Jelmer Visser afgebroken in Westzaan en in opdracht van Auke Penninga naar Joure vervoerd. Aldaar werd de molen herbouwd op de plaats van een begin 1900 verbrandde meelmolen. Aanvankelijk werd de nieuwe molen in Joure De Jonge Wester genoemd, later was de molen beter bekend onder de naam Penninga’s Molen. Tot op de dag van vandaag is de van oorsprong Westzaanse molen nog aanwezig en wordt hij geregeld in bedrijf gesteld.
Over de bijnaam De Koperen Berg schrijft Pieter Boorsma in zijn boek “Zaanse Windmolens” uit 1939 het volgende:
“Pelmolen beoosten het Koperen Berg’s pad. In dezen padnaam is de bijnaam van den molen vastgelegd. Wel een bewijs hoe die benaming “burgerrecht” had verkregen. De molen werd dan ook nooit bij zijn “waren” naam genoemd en was algemeen bekend als De Koperen Berg.
Volgens overlevering zou de bouwheer de bouwsom voor dezen molen voldaan hebben in koperen munt. Als dit werkelijk gebeurd is, zal de molenmaker lang hebben moeten vertoeven bij zijn opdrachtgever, want met het tellen der duiten, grooten, oortjes en penningen zal menig uurtje gemoeid zijn geweest!
Misschien, en zelfs waarschijnlijk, is hierbij ook wel weer de nodige overdrijving in ’t spel geweest, en heeft de betaalde som voor een ongewoon groot gedeelte uit kopergeld bestaan.
Vermoedelijk heeft de timmerman, min of meer verontwaardigd, zijn wedervaren bekend gemaakt en zijn dorpsgenoten, “happig op een nieuwtje”, zullen het geval “uitgebazuind” en aangedikt hebben.”
Bronnen:
- “De Papiermolens in Noord Holland” H. Voorn 1960 blz. 448-451
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 225/ 227-228
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 40-41
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 111-113
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 27-35/ 63
- “van Kluft tot Weel” A. Sol 1989 blz. 13-14
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T. Neuhaus 1987 blz. 84
F. Rol, Zaandijk.
-----
Opregte Haarlemsche Courant, 31 mei 1825:
"Men zal op Donderdag dem 30 Junij eerstkomende, des namiddags ten 3 uren, te Westzaan, ... laten veilen, en genoegzaam geldende verkoopen: Twee hechte, sterke en welingerigte PAPIER-MOLENS, genaamd HET HUIS-ASSUMBERG en DE JONGE DOLPHIJN, met derzelver ERVEN, LANDERIJEN, GEREEDSCHAPPEN en verdere AANGEHORIGHEDEN, bijzonder geschikt tot fabriceering van Wit en Blaauw Suiker-Papier, Cardoes, Bord en alle andere soorten van Grof-Papier; alsmede twee hechte, sterke en welgelegen WOONHUIZEN; mitsgaders eem PAKHUIS, genaamd DE KRAAT, (geschikt tot bering van 40 à 50 Lasten Zaad of Graan,) met den anderen staande en gelegen te Westzaan en toebehorende aan de Compagnieschap van COR STOLP & COMP. ... - op ider der voorschrevene Molens zal 3000 Guldens (tegen 5 ten honderd en aflossing van 500 Guldens Jaarlijks,) onder speciaal verband mogen gehouden worden. De verkoop van PAPIER, zal door den Directeur der firma van CORn. STOLP & COMP. en D. STOLP, te Westzaan, op dezelde firma worden blijven waargenomen, en bij hun allerlei soorten van PAPIER, tegen zeer billijke Prijzen te bekomen zijn."
aanvullingen
- trivia
- De kap van De Jonge Dolfijn was met hout bekleed.
Het pad naar de molen toe heette vroeger het Koperenbergsepad. Vandaag de dag is dit pad, dat tevens naar de begraafplaats van Westzaan leidt, bekend onder de naam, De Jonge Dolfijnstraat.
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen