- naam
- De Duinmeijer
- modeltype
- Kantige molen, stellingmolen
- functie
- pelmolen, doppenmolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 04914 t
- oude dbnr.
- V6207
- Meest recente aanpassing
Molen De Duinmeijer, Zaandam-Oost
Zaandam-Oost, Noord-Holland
v
locatie
- plaats
-
Zaandam-Oost
- plaatsaanduiding
- Beoosten en op enige afstand van de Gouw, in het verlengde van het Rad van Avontuurspad.
- gemeente
- Zaanstad, Noord-Holland
- streek
- Zaanstreek
- kadastrale aanduiding 1811-1832
- Zaandam B (2) 579 Jan Spekham Duyvis
- geo positie
-
X: 117246, Y: 497147N: 52.46078, O: 4.83171
constructie
- modeltype
- Kantige molen, stellingmolen
- krachtbron
- wind
- functie
- romp
- achtkante bovenkruier
- inrichting
- als gerstpelmolen. Hij bezat twee pelstenen, een luierij, later schepperij, een sleperij, twee harpen en een waaierij. Later voorzien van twee of drie koppel maalstenen.
- plaats bediening
- stellingmolen
- bediening kruiwerk
- buitenkruier
- plaats kruiwerk
- bovenkruier
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
- verdwenen
-
verbrand
- geschiedenis
-
De grote en zwaar gebouwde pelmolen De Duinmeijer werd gebouwd in het jaar 1742 in opdracht van Claas Aryaansz. Duijn. In deze tijd begon de Zaanse pellerij aan haar tweede grote opmars. De eerste Zaanse pelmolens verrezen tussen de jaren 1680 en 1700. Halverwege de achttiende eeuw vond er nog een grote opleving plaats en werden er nog een stuk of dertig nieuwe pelmolens gebouwd. Deze nieuwe molens waren groot van stuk en werden doorgaans ver in het land gebouwd. Zo ook De Duinmeijer, de molen stond bijna twee kilometer ver in het veld.
De windbrief voor De Duinmeijer werd op 5 juli 1742 uitgereikt aan Claas Duijn. Ook was Duijn actief met de pelmolen De Blauwe Reiger, welke in 1751 zou verbranden. Er volgde herbouw en de nieuwe molen kreeg de naam De Twee Gebroeders, naar de broers Claas en Jan Duijn.
Na het overlijden van Claas Duijn in 1787 kwamen de twee molens in handen van zijn neef Adriaan Jansz. Duijn. Deze hield De Duinmeijer tot 1794 binnen de familie, daarna werd de molen verkocht aan Jan van den Berg.
Jan van den Berg werkte tot 1817 met de grote Duinmeijer, daarna verkocht hij de molen aan Michel de Boer, die hem op zijn beurt in 1838 weer verkocht aan Jan Spekham Duijvis.
Jan Duijvis hield De Duinmeier tot 1878 in bedrijf en deed de molen toen over aan de pellersbaas Hendrik Cleijndert. Cleijndert werkte 8 jaar met de molen en verkocht hem toen aan Cornelis Otte.
Cornelis Otte, een gewezen molenmaker, was in 1883 voor zichzelf begonnen met de Oostzaandammer oliemolen De Koe. Hij had deze molen laten voorzien van een koppel maalstenen en begon hiermee doppen te vermalen, die werden gebruikt als toevoeging voor veevoer. Het malen van doppen was een risicovolle onderneming door brandgevaar. De maalstenen moesten dicht op elkaar lopen om de lichte doppen fijn te malen. Door de hoge wrijving die dit gaf werd het doppenmeel kokend heet. Verder gebeurde het wel dat er zich onregelmatigheden in het maalgoed bevonden zoals stukjes ijzer en hout. Wanneer die tussen de stenen kwamen gaf dit natuurlijk problemen. Cornelis Otte heeft dat meerdere malen aan den lijve ondervonden.
In 1886 verbrandde De Koe. Na de brand van De Koe, die goed verzekerd was, nam Otte dus De Duinmeijer over van Cleijndert. Vanaf dan wordt er niet meer gepeld met de molen. Otte liet twee of drie koppel maalstenen in de molen plaatsen en zette de doppenmalerij voort. Dit alles duurde tot 17 december 1891.
Op die dag raakte de molen in brand. Het aanwezige personeel kon niets uitrichten om De Duinmeijer te blussen. En ook de brandweer kon de brandende molen niet bereiken. De afstand was te groot en er waren te veel obstakels in de vorm van sloten. De molen zou tot de grond toe afbranden.
Na de brand van De Duinmeijer kocht Otte de oliemolen De Vier Heemskinderen en liet deze verbouwen tot doppenmolen.
Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 125
- “De pelmolens in het Oostzijderveld” 1925 J. Kruijver blz. 59
F. Rol, Zaandijk.
-----
Schager Courant, 20 dec. 1891:
"In den nacht van Woensdag op Donderdag barstte te Zaandam omstreeks half drie uur een hevige brand uit in den pelmolen "de Duinmaijer", staande in het Oostzijder veld bij het Kalf en toebehoorende aan den heer C. Otte.
De brandweer was spoedig aanwezig, maar kon, daar de molen over het water stond, weinig hulp verleenen. De molen, met al de zich daarin bevindende goederen, is dan ook totaal afgebrand.
De oorzaak is onbekend; alles was verzekerd en ongelukken zijn gelukkig niet voorgevallen. Als een bewijs voor de felheid der vlammen dient, dat de brandweer te Amsterdam aan de Prinsengracht uitrukte tot aan de Westerdoksluis, in de meening dat het binnen de gemeente woedde. Op den afsluitdijk aan de Houthaven zag men duidelijk, dat het gevaar aan de overzijde van het Y bestond, en te 3 uren was de gloed in de stad nog duidelijk zichtbaar."
Eric Zwijnenberg, 12 mei 2007.
aanvullingen
- trivia
- Pelmolen, later doppenmolen “de Duinmeijer”, achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandam-Oost beoosten en op enige afstand van de Gouw, in het verlengde van het Rad van Avontuurspad en de pelmolen De Zeilenmaker. Bouwjaar 1742, verbrand in 1891.
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen