Molen De Fenix / Phenix / De Groote Fenix, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Fenix / Phenix / De Groote Fenix
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04914 r
oude dbnr.
V6550
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Ten westen en op enige afstand van de Watering, aan en ten noorden van de Noordervaldeursloot.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam B (2) 613 Pieter Dekker, koopman
geo positie
X: 117561, Y: 497021
N: 52.45966, O: 4.83636

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
als gerstpelmolen. Hij bezat twee (of drie) pelstenen, een luierij, later schepperij, een waaijerij, twee harpen en een sleperij.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
26 m (92 voet)
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
geschiedenis
De grote pelmolen De Fenix werd gebouwd in het jaar 1751 in opdracht van de Zaandammer Pieter Peijt. In deze tijd begon de Zaanse pellerij aan haar tweede grote opmars. De eerste Zaanse pelmolens verrezen tussen de jaren 1680 en 1700. Halverwege de achttiende eeuw vond er nog een grote opleving plaats en werden er nog een stuk of dertig nieuwe pelmolens gebouwd. Deze nieuwe molens waren groot van stuk en werden doorgaans ver in het land gebouwd. Zo ook De Fenix, de afstand van de molen tot aan de Zaan bedroeg ongeveer 1,5 kilometer.
De Fenix was de grootste pelmolen binnen de Zaanstreek. De molen had een vlucht van ruim 26 meter en zijn bovenwiel bevatte maar liefst 65 kammen.
De windbrief voor de Fenix werd op 30 oktober 1752 verstrekt aan Pieter Peijt. Deze Pieter Peijt werkte onder de firmanaam Pieter Peijt & Zoon. Naast de pellerij was deze firma ook actief in de olieslagerij, zij werkte o.a. met de Oostzaandammer oliemolens De Sint Lucas, De Oude Zwan, De Zeeman, De Oude Dekker en De Poelsnip. Verder was de firma Peijt eigenaar van diverse pakhuizen en woonhuizen in Zaandam.
Er bestaat een vermoeden dat De Fenix een voorganger heeft gehad. Dit vermoeden is enkel en alleen gebaseerd op de naam van de molen, die er op zou duiden dat hij de opvolger was van een verbrande voorganger. In de boeken en de archieven is er voor dit vermoeden nooit enig bewijs gevonden.
Op 11 mei 1762 liet de firma Pieter Peijt & Zn. De Fenix tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. Wanneer de molen zou verbranden kreeg de firma Peijt een bedrag van Fl.3000,- voor herbouw uitgekeerd.
Op 3 februari 1773 ging Pieter Peijt Sr. een compagnonschap aan met Jan Gerritsz. Groot. Deze vennootschap omvatte alleen de pelmolen De Fenix, de oliemolens van Peijt bleven in handen van vader en zoon.
Na deze gebeurtenis worden de voorhanden gegevens over de Fenix enigszins schaars. De molen overleefde de economische crisis aan het einde van de achttiende eeuw.
Omstreeks het jaar 1800 kwam de molen in bezit van Pieter Dekker. Naast De Fenix pelde Dekker met De Jonge Abraham, een molen die iets ten noordwesten van De Fenix stond.
Na het overlijden van Pieter Dekker, kort na de Franse overheersing, zette zijn weduwe Grietje Onderwater de zaken voort. Later werd zij opgevolgd door haar kinderen.
In 1839 verkocht de firma Dekker De Fenix aan de Zaandammer peller Frederik van Voorst. Deze werkte ruim 15 jaar met de molen. Op 2 juni 1855 werd De Fenix voor Fl.10.600,- gekocht door Engel van de Stadt.
Engel van de Stadt was de tweede zoon van de Zaandammer houtzager Huybert van de Stadt. Deze stierf in 1844 waarna Engel van de Stadt de pelmolen De Bootsman erfde. De zaagmolens van Huybert van de Stadt kwamen toe aan de oudere broer van Engel van de Stadt.
De zaken gingen hem schijnbaar voor de wind, want 11 jaar later kocht hij dus De Fenix. Van de Stadt zou niet lang plezier hebben van zijn nieuwe aankoop. Op 22 mei 1859 overleed hij op 40 jarige leeftijd.
Zijn weduwe Maria Christina van Heyningen zette de zaken voort onder de firmanaam Weduwe Engel van de Stadt Hzn.
Op 27 september 1862 verkocht Maria van Heyningen De Fenix aan Jan Albertsz. Vis. Mogelijk werd het runnen van twee molens haar te veel. Jan Vis betaalde de weduwe Van de Stadt een bedrag van Fl. 7555,- voor de molen.
Op 30 juni 1866 werd De Fenix tijdens een onweersbui getroffen door de bliksem. Een brand bleef de molen bespaard, wel was er grote schade aan de waaierij, de stelling en het achtkant. De verzekering keerde een bedrag van Fl.140,- uit.
Op 28 oktober 1868 werd de aan de Kalverringdijk gelegen pelmolen De Jonge Prinses tijdens een zwaar onweer door de bliksem getroffen. Waar De Fenix twee jaar eerder nog goed wegkwam, raakte De Jonge Prinses in brand en werd volledig in de as gelegd. Eigenaar R. Laan kon de molen schijnbaar niet missen en besloot tot herbouw. Hij kocht van Jan Vis De Fenix en liet deze een jaar later afbreken en verplaatsen naar de werf van de verbrande molen.
De herbouwde Jonge Prinses draaide in 1928 voor het laatst. In 1934 verloor de molen zijn kap, roeden en stelling. Het grote molenlijf verdween in 1937. De resterende molenschuur en het onderachtkant van de molen verbrandden in het jaar 1969.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 135
- “Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S. Hart 1951 blz. 209
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 61
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 125
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 48-49
- “De pelmolens in het Oostzijderveld” 1925 J. Kruijver blz. 49
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
De aangeduide locatie op Google Maps is een (betrouwbare) benadering, de exacte locatie van het oude molenerf is niet meer terug te vinden.