Molen De Roode Hen, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Roode Hen
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
volmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04914 m
oude dbnr.
V4031
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Aan en bewesten de Gouw, ten noorden en op enige afstand van de Noordervaldeursloot
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam B (1) 255 Simon Dekker, koopman
geo positie
X: 116910, Y: 496920
N: 52.45871, O: 4.82679

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
De molen was ingericht als gerstpelmolen. Hij bezat twee pelstenen, een luierij, twee harpen en een waaierij.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van de volmolen De Roode Hen is tot op heden niet gevonden. De molen werd voor het eerst genoemd op 3 juli 1681. Op die dag liet eigenaar Willem Jansz. Hen de molen tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. Dit zou er op kunnen duiden, in combinatie met de naam Willem Hen (mogelijk de bouwheer), dat de molen kort tevoren in bedrijf was gekomen.

Op 29 december 1695 werd uit de boedel van de overleden Pieter Hendricksz. Stock het volgende verkocht: "1/10 part in den volmolen, genaemt de Haen, staende in de banne van Oostzane.” Koper van dit aandeel werd Willem Jansz. Hen, die dus zijn belang in de molen vergrootte.
Kort hierna werd De Roode Hen verbouwd tot een gerstpelmolen. Op 21 januari 1700 liet Willem Hen de pelmolen De Roode Hen tegen brand verzekeren. De verzekerde waarde van de molen bedroeg toen ƒ 1295.
In 1726 stond De Roode Hen op naam van Cornelis Cornelisz. Kalff. Hij werkte ook met de nabij gelegen pel- en oliemolen Het Huis te Muiden. De beide molens waren het eigendom van zijn vader of oom Cornelis Jansz. Kalf en Bregje Jans Kuyper.

In 1781 was De Roode Hen het bezit van de Zaandammer koopman Rutger Taanman. Taanman dreef een compagnie in pellerswaren met Lourens Louwe. Zij bezaten gezamenlijk aandelen in de Oostzaandammer pelmolens Het Huis te Muiden, De Jonge Kweeker en De Oude Kweeker. Na het overlijden van Taanman in 1783 werden alle aandelen in de molen gekocht door Gerrit Taanman. Hij betaalde hiervoor een bedrag van ƒ 2050. Deze prijs laat zien dat de slechte tijd voor de pelmolens was aangebroken.
In de laatste twintig jaar van de achttiende eeuw kreeg de Zaanse pellerij het zwaar te voorduren. De oorzaak hiervan is terug te vinden in de roerige tijd waarin de republiek Holland toen verkeerde. De patriotten, de verloren vierde Engelse oorlog en het conflict met Pruisen deden de handel geen goed. Ongetwijfeld kreeg de overzeese handel in deze jaren een zeer gevoelige klap, wat in de Zaanstreek als het oudste en grootste industriële gebied van West-Europa zijn weerslag had. Enkele tientallen pelmolens stonden tegen het einde van de achttiende eeuw stil, vele kwamen nooit meer in bedrijf en werden voor sloop verkocht. Pas na de eeuwwisseling trok de pellerij weer aan.

In zijn boekje uit 1925 schets Jan Kruijver de volgende wetenswaardigheden over De Roode Hen:
“De Hen stond in ’t Oostzijderveld bezuiden den verfmolen “de Duinjager” en benoorden den oliemolen “De Zeef”, aan de Gouw. Volgens overlevering zou deze molen bij mistig weer verbrand zijn en toen het werkvolk ’s morgens aan den molen kwam vond men niets meer dan een rookende puinhoop. Hij is op de kaart van Oostwoud en Van Heteren nog te vinden, dus vermoedelijk na 1794 verbrand."

Volgens Pieter Boorsma bestond de molen nog in het jaar 1804. Op de kaart van T. Monsieur uit 1819 is De Roode Hen verdwenen. In de OAT van het kadaster van 1811-1832 is de molen wel opgenomen, maar doorgehaald.
In de Oprechte Haarlemsche Courant werd voor 17 oktober 1827 de veiling van De Roode Hen aangekondigd, met de boodschap dat de pelmolen geamoveerd moest worden.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947, blz. 134
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968, blz. 126
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- “De pelmolens in het Oostzijderveld” 1925 J. Kruijver, blz. 14
- "1100 Zaanse molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 127.