Molen De Stijfselbak, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Stijfselbak
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
volmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04914 d
oude dbnr.
V12311
Meest recente aanpassing
| Functie

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Gouw wz., iets N v.h. Kokspad
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam C (1) 400 Pieter & Heine Vis
geo positie
X: 116986, Y: 496565
N: 52.45553, O: 4.82795

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

Op 16 september 1649 kreeg Frans Heijndericxz een windbrief voor een volmolen in Oostzaandam. De naam werd bij de uitgifte niet genoemd, maar de windpacht wel. Deze bedroeg ƒ 4,50 per jaar en dat kwam overeen met het bedrag dat in de achttiende eeuw in het windpachtregister van de Banne Oostzaan voor De Stijfselbak werd genoteerd.

Drie jaar eerder had Heijndericxz ook al een windbrief ontvangen. Die hoorde bij Het Kuiken, waarvoor hij een windpacht van ƒ 4 moest gaan betalen. Van beide molens werd aangetekend dat zij aan het Kalf stonden. 

Uit 1675 is een vermelding bekend, als volmolen. Op 3 juni 1681 werd de molen vermoedelijk als pelmolen opgenomen in een assurantiecontract.

De windpachten veranderden nooit. Daardoor konden de windbrieven in 1729 aan de molens gekoppeld worden. Toen werd op 1 januari een nieuw windpachtregister in de Banne Oostzaan ingesteld, nadat de plaatselijke regenten de Ambachtsheerlijkheid van de Staten van Holland hadden gekocht. De beide volmolens werden toen met name genoemd en de windpachten kwamen overeen met die van de molens van Frans Heijndericxz.

Adriaan Vis verkocht zijn pelmolen in 1826 aan het verfmalersbedrijf Heyme Vis & Co, van wie hij een neef was. Molenmaker Cornelis Stoffel verbouwde de pelmolen naar verfhoutmolen, dat was op 31 december 1826 gereed.

De molen raakte op 19 oktober 1869 tijdens het werk in brand en was reddeloos verloren.

Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens", P. Boorsma 1968 blz. 130.
- archief Ten Bruggencate (Buijs 642, Boorsma 130).
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 159 (bevat onjuistheden).
- informatie Ron Couwenhoven, 14 aug. 2018.