Molen De Koe, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Koe
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, doppenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04913 u
oude dbnr.
V4603
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04913 u De Koe (Zaandam-Oost)
Aquarel van Gerrit Mol, verzameling F.Rol

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Ten westen en op enige afstand van de Gouw, ten zuiden van het Smaal
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam C (1) 502 Evert Smit, koopman
geo positie
X: 116848, Y: 496378
N: 52.45384, O: 4.82594

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
De molen bezat een dubbel oliewerk, later ook een of twee maalstenen.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Het bouwjaar van de oliemolen de Koe is niet bekend. De molen wordt voor het eerst genoemd in 1663. Op 16 september 1678 laat eigenaar Sijmon Lammertsz. de molen tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. In de eerste helft van de achttiende eeuw wordt de Koe het bezit van Claes Albertsz. Cleyndert. Cleyndert laat de molen op 14 juni 1727 tegen brand verzekeren bij het op die dag opgerichte olieslagerscontract voor ladingen. Deze collectieve verzekering werd opgericht speciaal ter bescherming van de in de molens aanwezige goederen. Zes jaar later, op 1 juni 1733, laat Cleyndert de opstal van de molen verzekeren bij het OC.
De Koe blijft lang olie slaan voor de familie Cleyndert, die later ook eigenaar zijn van de kleine oliemolen “de Koning William”. Omstreeks 1812 verkocht de familie Cleyndert de Koe aan Jacob Boeke, die hem op 23 oktober 1813 aan Evert Smit uit Koog aan de Zaan verkoopt, voor Fl.2231,-.
Smit behoorde in zijn tijd tot een van de grotere moleneigenaars en had al zo’n 15 oliemolens voor zich werken.
In 1796 begon Evert Smit olie te slaan met de Westzaandammer oliemolen “de Olievos”, vijf jaar later zegt hij de huur van deze molen op en koopt hij de nabijgelegen oliemolen “de Wind”. In de daarop volgende jaren koopt Evert Smit er een behoorlijk aantal oliemolens bij, zijn onderneming zal uitgroeien tot een van de grotere in de Zaanstreek. Tijdens zijn top bezit Smit ruim 20 oliemolens en een pelmolen, verder is hij burgemeester van Koog aan de Zaan en heeft hij in Suriname plantages. Na zijn overlijden in 1843 wordt het bezit van Smit verkocht. De nieuwe eigenaar van de molen is Adriaan van de Stadt die is getrouwd met Neeltje Smit, een dochter van Evert Smit. Hij krijgt ook uit de erfenis de Oostzaandammer oliemolen “de Oude Dekker” toebedeeld. Naast deze twee molens bezat van de Stadt reeds de oliemolen “het Ooster Kattegat”, gelegen bij de Zuiddijk in Zaandam. Lang bestaat de firma van van de Stadt niet, want in 1847 liquideert hij zijn zaak. De molens werden verkocht en de Koe kwam voor Fl.3500,- in bezit van de weduwe P.Vis-Kool. Vanaf 1856 is de Koe het eigendom van haar zoon Jacob Vis Pzn, die onder de firmanaam Jacob Vis verder gaat. Naast de Koe, gaat ook de Wormerveerder oliemolen “het Jonge Vool” onder zijn firma werken en in 1860 krijgt hij uit de erfenis van een oom, de oliemolen “de Oude Wolf” toebedeeld. In 1877 laat hij op de plaats van de laatstgenoemde molen een lakstokerij bouwen.
Omstreeks die tijd dankt ook Vis zijn molens af. De Koe werd gekocht door de Amsterdammer Nicolaas de Wilde. Op 4 november 1882 werd de Wilde door het heren van het olieslagerscontract aangesproken op het feit dat de Koe al een aantal maanden stilstond en er geen voorraden meer aanwezig waren in de molen. Hij was hier reeds eerder op aangesproken, maar omdat er geen verandering in de situatie kwam, werd de Koe op 8 november van dat jaar uit de het OC contract geschrapt. Begin 1883 verkoopt de Wilde de molen aan de voormalige molenmaker Cornelis Otte, die met de molen voor zichzelf gaat beginnen. Cornelis Otte laat op het lege zolder van de molen een of twee maalstenen plaatsen en gaat vanaf dan doppen vermalen. Dit brandgevaarlijke werk werd de Koe fataal. In de nacht van 16 op 17 september, om half een ’s nachts raakte de molen in brand. Doordat de brandweer pas laat werd gewaarschuwd en de Koe slecht te bereiken was, kwamen zij pas bij de molen aan toen die in volle vlam stond. Er was dus geen redden meer aan en de Koe verbrandde totaal.
Na de brand van de Koe, kocht Cornelis Otte de bij het Kalf gelegen pelmolen “de Duinmeijer”.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 136
- “de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 259
- “Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S. Hart 1951 blz. 250
- “Het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 50/67-72/108
- “Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 738-740
- “Pieter Boorsma, een molenvriend” 1971 blz. 48 (uitgave van Vereniging de Zaanse Molen)
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 133
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 67-68
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Oliemolen, later doppenmolen "de Koe", achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandam-Oost ten westen en op enige afstand van de Gouw, ten noorden van de Veeringsloot, op het naar hem genoemde land, ten zuiden van het Smaal. Over zijn erf loopt nu ongeveer de Prins Bernardweg, de molen zelf stond iets ten noorden van het ziekenhuis "de Heel". Bouwjaar onbekend, verbrand in 1886.
-----

Vandaag de dag nog, ligt er aan de noordkant van de Prins Bernardweg, in de berm vlak voor de rotonde, een brok leggersteen dat afkomstig is uit deze molen.