Molen De Bleeker / De Mier, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Bleeker / De Mier
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04913 p
oude dbnr.
V6177
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
nabij en bewesten de Gouw, tegenover het Zuideinde van het Groote Glop.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 117004, Y: 496202
N: 52.45227, O: 4.82826

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
als gerstpelmolen, voorzien van twee pelstenen, een luierij, twee harpen en een waaierij
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
afkomstig van
geschiedenis
Het bouwjaar van de pelmolen De Bleeker of De Mier is nooit gevonden. Uit de gegevens die Boorsma heeft gepubliceerd wordt duidelijk dat De Bleeker een overgeplaatste molen was. In een stuk, gedateerd op 3 oktober 1707, werd het volgende over deze molen geschreven: “uijt den Banne van Westsanen overgevoerd naar den Banne van Oostsanen.” Het is Pieter Boorsma niet gelukt te achterhalen om welke molen het nu ging.
Ron Couwenhoven had echter meer succes. Hij ontdekte dat De Bleeker of De Mier een uit Zaandijk afkomstige volmolen was, die de naam De Mier droeg. Deze molen komt niet voor in Boorsma’s boek “Duizend Zaanse molens”. Het bouwjaar van de Zaandijker volmolen De Mier is onbekend. De molen kwam voor het eerst naar voren in een partentransactie. Op 12 mei 1672 kocht de Koger koopman Jan Evertsz. Varsseveldt 3/8 part in de volmolen De Mier. Twee jaar later ruilde Jan Varsseveldt zijn aandeel in De Mier met Adriaan Pietersz. voor een half aandeel in de Zaandijker volmolen De Star. Meer gegevens zijn er over De Mier in Zaandijk niet voorhanden.

Als pelmolen in Zaandam werd de molen voor het eerst genoemd op 3 juni 1681. Op die dag liet Pieter Pietersz. Gorter (vandeMier), de molen voor het eerst tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. Er kan worden aangenomen dat de molen kort hiervoor van Zaandijk naar Zaandam was verplaatst.
De Mier was geen grote pelmolen, wat bleek uit het bedrag dat Gorter zou ontvangen wanneer de molen zou verbranden. Bijna alle moleneigenaren zouden een bedrag van ƒ 100 ontvangen van hun medeparticipanten bij brand, Gorter zou slechts ƒ 75 ontvangen.

In 1685 stond De Bleeker of De Mier op naam van Pieter Pietersz. Bleecker. Het is niet geheel duidelijk of dit dezelfde persoon is als Pieter Pietersz. Gorter. Wel is nu bekend hoe de molen zijn naam kreeg. Pieter Bleecker werkte niet zelf met de molen, maar verhuurde hem. Hoelang Pieter Bleecker de molen in eigendom hield is niet duidelijk.
Omstreeks het jaar 1700 kwam de molen in bezit van de Zaandammer familie Kat, ook zij verhuurden de molen aan derden.

Verder zijn de gegevens over deze molen schaars. Omstreeks 1740 was De Bleeker het eigendom van de Zaandammer olieslager Dirk Jansz. Cluijs. Samen met zijn compagnon Gijsbert van Elsland werkte hij met acht Zaanse oliemolens. Hij had De Bleeker hoogst waarschijnlijk via een erfenis o.i.d. verkregen. Ook Dirk Cluijs verhuurde de molen.

Op 11 oktober 1791 werd de boedelscheiding van Jacob Pietersz. Dekker opgemaakt. Hierin staat o.a. het volgende als zijn eigendom beschreven: “¼ part in de pelmoolen de Bleecker, c.a., en ½ in ’t land, waarop de moolen staande is.” De waarde van dit part werd op ƒ 500 getaxeerd.

Eind 19e eeuw had de pellerij het zwaar te voorduren, als gevolg van de roerige tijd waarin de republiek Holland verkeerde. De patriotten, de verloren vierde Engelse oorlog en het conflict met Pruisen deden de handel geen goed. Ongetwijfeld kreeg de overzeese handel in deze jaren een zeer gevoelige klap, wat in de Zaanstreek als het oudste en grootste industriële gebied van West-Europa zijn weerslag had. Enkele tientallen pelmolens stonden tegen het einde van de achttiende eeuw stil, vele kwamen nooit meer in bedrijf en werden voor sloop verkocht. Pas na de eeuwwisseling trok de pellerij weer aan.

Bronnen:
- “de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 298
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 123
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 19-20
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 27
- “De pelmolens in het Oostzijderveld” 1925 J. Kruijver blz. 13
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
F. Rol, Zaandijk
-----

Tot 1794 bleef De Mier of Bleeker als pelmolen actief. In dat jaar kwam de molen tot stilstand als gevolg van de crisis in de pellerij. Dat zou twee jaar duren. Er zijn diverse berichten dat De Bleeker, zoals hij meestal werd genoemd, toen werd gesloopt. Die gegevens kloppen niet, want zes jaar later werd de molen weer vermeld. Op 18 november 1800 verkocht Pieter Fransz Dekker De Bleeker voor slechts 2000 gulden aan Thijs Jansz Noomen (1760-1844). Deze liet de molen tien jaar later slopen, want hij verkocht op 28 oktober 1810 het "erf, daerop de Bleeker heeft gestaen" voor ƒ 53: 2: 6 aan Lourens Gruijs uit Oostzaandam.
Op 30 januari 1810 was Noomen nog één van de 31 pellers geweest die het nieuwe reglement van het Pellerscontract voor ladingen signeerden. Hij liet die dag de lading van De Bleeker voor ƒ 4000 en die van De Twee Gebroeders voor ƒ 5000 in het contract onderbrengen, maar eerste haalde het einde van 1810 dus niet.
Ron Couwenhoven, 4 juni 2018.

NB In "1100 Zaanse Molens" 2015, staat nog dat het lege erf "niet veel later" na de verkoop van de molen op 18 november 1800 werd verkocht.

aanvullingen

trivia
De locatie is gebaseerd op de kaart van Oostwoud en Van Heteren uit 1794.