Molen Het Bonte Paard / De Jonge Arnoldus, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Bonte Paard / De Jonge Arnoldus
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04911 u
oude dbnr.
V3942
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
aan de Gouw wz., aan de Hanenpadsloot zz.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam D (1) 578 Hendrik Carpentier
geo positie
X: 117798, Y: 494522
N: 52.43722, O: 4.84013

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van De Jonge Arnoldus is nimmer gevonden. De molen, die was gebouwd onder de naam Het Bonte Paard, liet voor het eerst van zich horen op 3 september 1723. Op die dag liet Jan Dirksz. Graaf, als gevolmachtigde van de minderjarige Jan Thymontsz., de molen tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. In 1726 bereikte Jan Thymontsz. de volwassen leeftijd en op 5 september van dat jaar werd de verzekering van de molen op zijn naam geschreven.
In 1761 kreeg Het Bonte Paard een nieuwe naam, vanaf toen heette de molen voortaan De Jonge Arnoldus. Onder zijn nieuwe naam werd de molen op 23 januari 1768 tegen brand verzekerd door Jan Stadlander.
In het begin van de negentiende eeuw kwam De Jonge Arnoldus te werken voor de Zaandammer houtkoper Arend Dekker. Naast De Jonge Arnoldus werkte Dekker met de Oostzaandammer zaagmolens De Stuurman, De Boendermaker en Het Bruine Schaap en de Westzaandammer paltrok De Dekker. Na zijn overlijden in 1813 kwamen deze molens in bezit van zoon Dirk Dekker.
Dirk Dekker bleef tot 1825 met zijn molens actief. Op 7 mei van dat jaar verkocht hij de paltrokken De Stuurman, De Boendermaker en de bovenkruier Het Bruine Schaap aan de gebroeders Huybert en Cornelis van de Stadt, die werkten onder de firmanaam Engel van de Stadt & Zoonen. Deze grote houtzagerfirma werkte toen al met een aanzienlijk aantal houtzaagmolens, te weten de paltrok De Witte Ster in Westzaandam, de bovenkruiers De Jonge Beer en De Bakker en de paltrokken De Huisman, De Snoek en De Engel, allen staande in Zaandam-Oost. Met de aankoop van de drie bovenstaande molens, werd de firma Van de Stadt direct de grootste houtzagerfirma in de Zaanstreek.
Aan wie Dirk Dekker De Jonge Arnoldus verkocht is mij niet bekend. De enigste molen die Dirk Dekker behield was De Dekker.
Op 24 april 1845 kwam dan ook De Jonge Arnoldus in bezit van de firma Van de Stadt. Op die dag kocht Cornelis van de Stadt de molen voor een bedrag van ƒ 2000 van de Zaandammer Hendrik de Carpentier.
De gebroeders Huybert en Cornelis van de Stadt hadden na het overlijden van hun moeder de zaken gesplitst en verdeeld. Cornelis van de Stadt ging door onder de firmanaam Engel van de Stadt & Zoonen, bij de verdeling had hij De Witte Ster, De Huisman, De Boendermaker, De Stuurman of Het Vergulde Hert en Het Bruine Schaap verkregen. In 1838 breidde hij de zaken uit met de bouw van een nieuwe molen, de bovenkruier De Vrede. Met de aankoop van De Jonge Arnoldus verwierf Cornelis van de Stadt zijn zesde molen.
In de daarop volgende jaren deed Cornelis van de Stadt zijn bezit langzamerhand over aan zijn zoons (hij had er 10).
In 1857 stierf Cornelis van de Stadt op 63-jarige leeftijd. De Jonge Arnoldus kwam in dat jaar toe aan zijn jongste zoon Willem van de Stadt. De molen vertegenwoordigde toen een waarde van ƒ 8500.
Willem van de Stadt was slechts 30 jaar oud toen hij in 1866 stierf. De Jonge Arnoldus kwam toen in bezit van Arend Latenstein, die als voogd optrad voor de kinderen van Willem van de Stadt.
Op 16 juli 1872 deed Arend Latenstein De Jonge Arnoldus voor ƒ 6000 over aan zijn zoon Pieter Latenstein. Deze Pieter Latenstein was ook weer verbonden met de familie van de Stadt, hij nl. gehuwd met Maartje van de Stadt, een kleindochter van Cornelis van de Stadt.
In 1875 breidde Pieter Latenstein zijn molenbezit uit met de aankoop van de paltrok De Stuurman of Het Vergulde Hert. De houthandel van Pieter Latenstein was echter geen erg lang leven beschoren. In 1889 verkocht hij De Stuurman alweer voor sloop. Met De Jonge Arnoldus zou hij nog enkele jaren doorwerken.
Ten slotte verkocht Latenstein zijn resterende molen, op 23 juni 1892, tezamen met de werf en loodsen van de gesloopte Stuurman, voor ƒ 4000 aan zijn zwagers Johan Herman en Huybert van de Stadt. Deze broers waren actief met de stoomzagerij De Morgenster, die iets ten westen van De Jonge Arnoldus stond.
Het ligt voor de hand dat de beide heren het gemunt hadden op het erf en de schuren van de molen. Zij hebben waarschijnlijk zelf nooit met De Jonge Arnoldus gewerkt.
De Jonge Arnoldus werd in 1895 gesloopt en was daarmee de op een na laatste paltrok van het Oostzijderveld van Zaandam, alleen De Gekroonde Poelenburg bleef nog over.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 135
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 114
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 53
- “Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S. Hart 1951 blz. 99/ 180/ 234-235/ 239/ 281-282/ 289/ 290
F. Rol, Zaandijk
-----

In 1892 haalden de slopers de molen van zijn erf aan de Hanepadsloot.
Bron: "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 101.

aanvullingen

trivia
In Zaandam is een straat naar De Jonge Arnoldus genoemd, deze ligt echter niet in de buurt van het oude molenerf. Over het vroegere molenerf ligt tegenwoordig de Boendermakerstraat.