Molen De Boendermaker / De Boender, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Boendermaker / De Boender
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04911 s
oude dbnr.
V3793
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
ten oosten van de brug over de Hanesloot, waar de Boendermaker gelijk loopt met de Hanesloot
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam D (1) 583 Cornelis van der Stad, koopman
geo positie
X: 117667, Y: 494420
N: 52.43630, O: 4.83821

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De balkenzager De Boendermaker werd gebouwd in het jaar 1728. Op 12 mei van dat jaar liet de weduwe van Jan Hendriksz. Boendermaker, Eefje Willems Adel, de molen tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. De windbrief werd tijdens de bouw van de molen uitgereikt aan Eefje Adel: “30 juni 1728, Windbrief aan de Wed. van Jan Boendermaker, woonende tot Oostzanen het regt van de wint, nodigh tot een palsrok houtzaagmolen de Boendermaker, die sy voornemens is, te doen bouwen op haar eygen gront tot Oostzanen. Erfpacht 8 pond jaarlijks, ingaande wanneer de molen voltooid zal zijn.”
Volgens Ron Couwenhoven werd de windbrief op 31 juli 1728 afgegeven.

Tien jaar later, op 19 november 1738, werd er een nieuwe acte opgesteld voor de brandverzekering. De Boendermaker werd toen verzekerd op naam van de Oostzaandammer burgemeester Cornelis Wildeboer. Hij was kort hiervoor getrouwd met Eefje Adel.
Cornelis Wildeboer stierf in 1748 waarna Eefje Adel besloot om de molen te verkopen. Op 27 september van dat jaar verkocht zij De Boendermaker voor een bedrag van Fl.1500,- aan Willem van den Tweelen.
Door vererving kwam de molen tegen het einde van de achttiende eeuw in bezit van de Zaandammer houtkoper Arend Dekker (getrouwd met Aafje van den Tweelen, dochter van Willem van den Tweelen).
Naast De Boendermaker werkte Dekker met de Oostzaandammer zaagmolens De Stuurman, De Jonge Arnoldus en Het Bruine Schaap en de Westzaandammer paltrok De Dekker. Na zijn overlijden in 1813 kwamen deze molens in bezit van zoon Dirk Dekker.
Dirk Dekker bleef tot 1825 met zijn molens actief. Op 7 mei van dat jaar verkocht hij de paltrokken De Stuurman, De Boendermaker en de bovenkruier Het Bruine Schaap aan de gebroeders Huybert en Cornelis van de Stadt, die werkten onder de firmanaam Engel van de Stadt & Zoonen. Deze grote houtzagerfirma werkte toen al met een aanzienlijk aantal houtzaagmolens, te weten de paltrok De Witte Ster in Westzaandam, de bovenkruiers De Jonge Beer en De Bakker en de paltrokken De Huisman, De Snoek en De Engel, allen gelegen in Zaandam-Oost. Met de aankoop van de drie bovenstaande molens, werd de firma Van de Stadt direct de grootste houtzagerfirma in de Zaanstreek.
De gebroeders van de Stadt waren één jaar na de dood van hun vader Engel van de Stadt een compagnonschap aangegaan onder de firmanaam Engel van de Stadt & Zoonen. Aanvankelijk werkten zij met de houtzaagmolens die door hun vader waren nagelaten. Voorts waren zij ook nog eigenaar van de pelmolen De Bootsman, die niet ver verwijderd stond van de zaagmolens.
In 1828 besloten de beide broers om hun vennootschap te beëindigen en ging ieder voor zichzelf beginnen. Op 1 januari 1828 werden de gezamenlijke bezittingen bij notaris Dozy in Zaandam verdeeld.
Huybert van de Stadt kreeg de volgende bezittingen toebedeeld, de twee bovenkruiers De Bakker en De Jonge Beer, de paltrok De Engel en de pelmolen De Bootsman.
Cornelis van de Stadt kreeg de Westzaandammer paltrok De Witte Ster, de bovenkruier Het Bruine Schaap en de paltrokken De Huisman, Het Vergulde Hert en De Boendermaker. Verder bleef Cornelis van de Stadt actief onder de oude firmanaam.
Ondanks tegenslagen in de handel lukte het Cornelis van de Stadt om een bloeiend bedrijf op te bouwen. In 1838 breidde hij de zaken uit met de bouw van een compleet nieuwe zaagmolen, de bovenkruier De Vrede. In 1845 kocht Van de Stadt ook nog de paltrok De Jonge Arnoldus, met deze aankoop bezat Van de Stadt alle zaagmolens aan de Hanepadsloot. De molens van zowel Cornelis als Huybert van de Stadt lagen op een steenworp afstand van elkaar, de ligging aan de Hanenpadsloot was zeer gunstig, wanneer men de sloot uitvoer en schutte in de Hanepadsluis zat men direct in Voorzaan en het aangrenzende Y.
In de daarop volgende jaren deed Cornelis van de Stadt zijn bezit langzamerhand over aan zijn zoons (hij had er 10).
Op 27 mei 1854 verkocht Cornelis van de Stadt het volgende aan zijn zoon Huybert van de Stadt, “De houtzaagmolen, zijnde een paltrok, genaamd “de Boendermaker” met deszelfs vaste gereedschappen, schuren, erven, havens en verdere aanhorigheden, alles bij en naast elkander staande en gelegen te Zaandam, Oostzijde, in het veld aan de Hanenpadsloot, groot totaal 15 roeden 20 ellen.”
Verder kocht Huybert van de Stadt de paltrok De Huisman en een woonhuis aan het Sluispad van zijn vader.
Cornelis van de Stadt zou in 1854 overlijden, hij werd 63 jaar.

Zoon Huybert van de Stadt ging werken onder de firmanaam Huybert van de Stadt Cz. In 1870 besloot Van de Stadt tot de bouw van een stoomhoutzagerij ten westen van De Boendermaker. Deze zagerij was uitgerust met een stoommachine van 7 PK. De fabriek kreeg de naam De Morgenster.
Op 22 augustus 1880 raakte deze fabriek door onbekende oorzaak in brand en werd hij volledig in de as gelegd. De brandkroniek van N. van Pomeren beschrijft de brand als volgt: “1880. 22 Aug. Ontstond er brand in de stoomhoutzagerij van den heer H. v. d. Stadt Cz. te Zaandam, op ’t Hanepad, ook de houtloodsen en fabriek brandden tot den grond af. Oorzaak onbekend.”
Na de brand besloot Huybert van de Stadt tot herbouw van de zagerij. Dit ging echter ten koste van de beide windmolens.

In oktober 1880 probeerde Van de Stadt om De Boendermaker te verkopen, dit ging echter door gebrek aan belangstelling niet door. De eigenaar liet de molen in 1880 slopen, de klus was geklaard op 1 december 1880. Ook De Huisman onderging dit lot.
Op de plaats van De Boendermaker verrees de nieuwe Morgenster. De houtloodsen, water en erven van de beide zaagmolens werden bij het terrein van De Morgenster geïntegreerd.

Huybert van de Stadt stierf op 2 januari 1884. Hij liet o.a. het volgende na, “1. De Stoomhoutzaagmolen, genaamd “de Morgenster”, met schuren, loodsen, kantoor, schuitenhuis en haven, gelegen te Zaandam, Oostzijde in het veld, waard Fl. 16.200,-. 2. Het terrein met schuren en schuitenhuis, waarop vroeger de houtzaagmolen “de Huisman” heeft gestaan, mede gelegen te Zaandam, Oostzijde, in het veld, waard Fl.1300,-.”
Na de dood van Huybert van de Stadt werd de firma voortgezet door zijn weduwe Helena Köhne en zijn twee zoons Johan Herman van de Stadt en Huybert van de Stadt jr. Later zetten de beide broers het bedrijf alleen voort.
Op 14 augustus 1902 brak er weer brand uit in De Morgenster. Het brandverslag luidde als volgt, “1902. 14 Aug. In den nacht van woensdag op donderdag brak te Zaandam in het Oostzijderveld aan het einde van het Sluispad, een felle brand uit, die op verren afstand zichtbaar was en door het stille weer een werkelijk mooi schouwspel bood. Te ongeveer kwart voor twee uur sloegen de vlammen uit het dak van de stoomhoutzagerij “de Morgenster” van de firma Huibert van de Stadt Cornsz. In weinige oogenblikken stond het geheele gebouw in volle vlam. Waarschijnlijk is de brand ontstaan in de ronde zagerij, waarna het vuur zich heeft medegedeeld aan de onmiddellijk daaraangrenzende balkenzagerij. In de fabriek bevond zich een groote voorraad hout, waardoor de vlammen werden gevoed.
Te ongeveer drie uur was het gebouw tot den grond afgebrand, zoomede ook een schuur met hout gevuld. Op dat uur kon het gevaar voor uitbreiding als geweken worden beschouwd.
Groote schade werd voorts toegebracht aan eenige stapels hout in de omgeving van de fabriek. De motorboot verleende bij deze brand ook haar diensten; jammer dat zij zoo laat ter plaatse verscheen. De schade wordt gedekt door assurantie, het hout was verzekerd op beurspolis, de fabriek in eene onderlinge verzekering, z.g. papiermakerscontract.”

De totale schade werd geschat op een bedrag van Fl.15.667,12½. Deze brand en die van de Zaandijker papiermolen De Vergulde Bijkorf hebben gezorgd voor de ondergang van het eeuwenoude papiermakerscontract. Na deze twee branden trokken diverse fabrikanten zich terug en op 1 mei 1903 werd het papiermakerscontract ontbonden.

De firma Huybert van de Stadt Cz. werd op 2 december 1915 geliquideerd. De stoomzagerij werd toen voor een bedrag van Fl.50.000,- verkocht aan de Amsterdamse houthandel N.V. Houthandel voorheen D.J. Terwey. Het is mij niet bekend tot wanneer deze firma met De Morgenster heeft gewerkt.
De opstallen van de zagerij waren omstreeks 1950 nog aanwezig. Vermoedelijk zijn zij kort daarna gesloopt t.b.v. de aanleg van een nieuwbouwwijk.

Bronnen:
“de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 135
“de Zaende” 5e jaargang 1950 blz. 77
www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 114-115
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 53
“Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S.Hart 1951 blz. 99/ 176-180/ 234-235/ 278-279/ 289
“Brandkroniek, vanaf 1656 tot september 1906” N. van Pomeren 1906 blz. 43/ 84
“Zaanse molenbranden” R.Couwenhoven 2001 blz. 85-87
“Zaanse Windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 20
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 101.

aanvullingen

trivia
In Zaandam is een straat naar deze molen vernoemd. Deze straat ligt over het vroegere molenerf.