Molen De Melkpot, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Melkpot
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04910 t
oude dbnr.
V4113
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 04910 t De Melkpot (Zaandam-West)
Foto uit 1875 (coll. F. Rol)

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
aan en ten zuiden van de Mallegatsloot ten westen en niet ver vandaan de spoorlijn
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam G (1) 567 Corn. de Vries, koopman
geo positie
X: 115437, Y: 496518
N: 52.45500, O: 4.80517

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken en verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis
De Melkpot werd op 15 september 1692 in gebruik genomen.
Een maand later op 25 oktober werd de molen tegen brand verzekerd door Hendrick Willem van den Tweelen c.s., de waarde van de molen werd toen geschat op Fl.3000,-.
De windbrief van de Melkpot werd pas drie jaar later uitgereikt aan Van Den Tweele en verder Gerrit Cornelisz. Visser en Doctor Melckpot.
De laatste persoon geeft dus zijn naam aan de molen.
Op 27 december 1698 werd de molen te koop aangeboden, wat als volgt beschreven was:”Doctor Melckpot, Gerrit Cornelisz. Visser en Hendrick Willemsz. Vant Tweelen, een dubbelde olijmoolen c.a. staende ende gelegen tot West Sardam inden banne van Westzanen, op en besuijden de mallegats sloot”.
De molen werd uit de hand verkocht, de koper betaalde Fl.5000,- voor de Melkpot. De Melkpot werd op 1 januari 1707 door Louris Cornelisz. Louwe verzekerd bij een op die datum nieuw opgerichte brandverzekering, de verzekerde waarde van de molen bedraagt nu Fl.2500,-.
Op 14 juni 1727 werd het olieslagerscontract voor ladingen opgericht, ook Santje Tyse Boy, die dan de eigenaar van de Melkpot is, treedt toe tot het OC. Uit de hoogte van het bedrag dat betaalt moest worden aan een verbrande collega, blijkt dat de Melkpot een dubbele oliemolen is.
Zes jaar later, bij de oprichting van het OC voor opstallen, behoort de Melkpot toe aan Jan de Jongh. De Jongh is ook olieslager met de nabijgelegen oliemolens “de Christoffel”, “de Krab” en “de Waterhond”.
Zo tegen het einde van de achttiende, begin negentiende eeuw komt de Melkpot in handen van de familie de Vries.
Op 21 april 1805 is er brand in de kap van de molen, het OC keerde aan Cornelis de Vries een bedrag van Fl.240,- uit.
Naast de Melkpot bezit de Vries ook de Zaandammer oliemolens “de Kopermolen”, “het Honingvat”, “de Reinout”, “de Vergilius” en later “de Blauwe Arend”.
De familie de Vries blijft lang eigenaar van de Melkpot.
De laatste de Vries die de Melkpot in bedrijf houdt is Remmert de Vries. In 1879 verkocht hij de molen aan Adriaan Honig.
In de nacht van 16 op 17 maart 1887 gebeurde er op de Melkpot een ernstig ongeluk.
Tijdens het malen begaf vermoedelijk een der voeghouten of de windpeluw het, gevolg hiervan was dat het gehele wiekenkruis naar beneden stortte.
Juist op dat moment was de achttien jarige Dirk Bakker water aan het scheppen uit de Mallegatsloot.
Hij werd geraakt door het neerstortende kruis en was op slag dood. Adriaan Honig liet de Melkpot weer herstellen en op 23 april kon de molen weer draaien.
In 1889 verkoopt Honig de molen aan Gerard Hendrik Brat.
De familie Brat die afkomstig was uit Oostzaan hield zich bezit met de stijfselproductie en de olieslagerij. Gerard Brat was in 1878 oor zichzelf begonnen met de Oostzaandammer oliemolen “de Windhond”, later kwam ook “de Roggebloem” in zijn bezit en in 1889 dan de Melkpot. Lang zal Brat niet werken met de Melkpot, want in januari 1894 liquideerde hij zijn zaak.
De Melkpot werd op 3 januari van dat jaar uit het OC geschrapt.
Op 14 december 1893 was de Melkpot tijdens een veiling gekocht door molensloper Cornelis Zemel, voor een bedrag van Fl.1812,-.
Omstreeks maart 1894 werd de Melkpot afgebroken en is de molen vermoedelijk verplaatst naar het Noord-Brabantse Stampergat, om daar als meelmolen te gaan fungeren.
De schuur van de Melkpot bleef staan tot 1948 en werd toen vervangen door een stenen gebouw.

De laatste blokmaalder van de Melkpot heette Albert de Rooy.
Albert de Rooy was in 1844 geboren en werkte al sinds zijn elfde op oliemolens. Op 23 december 1890 organiseerde hij met zijn collega blokmaalders Willem Best van de Reinout en Jan Best van de Wezel een bijeenkomst om gezamenlijk met alle andere blokmaalders in de Zaanstreek een manifest op te stellen en te ondertekenen.
In dit manifest werd gevraagd om in plaats van per last uitbetaald te worden, voortaan per 1200 koeken betaald te worden.
Een last lijnzaad gaf ongeveer 1400 lijnkoeken.
De Rooy en consorten wilden dus komen tot een loonsverhoging van ongeveer 14%. Van de toen 69 blokmaalders kwamen er 27 opdagen en toen gevraagd werd om het manifest te tekenen deed niemand dat, uit angst om hun baan te verliezen.

Het manifest van De Rooy luidde als volgt.
"Zaandam, october 1890

Aan heeren patroons, eigenaars van Windoliemolens.

Overwegende, dat de toestand van hen en vooral van hunnen onderhebbenden sedert de laatste jaren onhoudbaar is geworden en het vak voor hen geen brood meer afwerpt, nemen eenige blokmalers van windoliemolens, na rijp beraad, onderdanig de vrijheid zich tot de Patroons te wenden, met het bescheiden verzoek, dat het loon zoo geregeld mag worden, dat het eenigszins in hunne behoeften kan voorzien, en wel: het loon vast te stellen op 1200 stuks koeken voor hetzelfde bedrag, dat thans voor een last wordt betaald.
Hopende, dat dit hun billijk verzoek welwillend door Heeren Patroons mag worden aangenomen en zij genegen mogen zijn aan hetzelve te voldoen, in de overtuiging dat een meer menschwaardig bestaan voor den olieslager wel hoog noodzakelijk is.
’t Welk in overeenstemming is goedgevonden op eene vergadering van blokmalers, den 4den october 1890."

Op maandag 5 januari 1891 werd Albert de Rooy verhoord door de staatscommissie die een enquête hield die de werkomstandigheden in alle bedrijfstakken onderzoekt. De Rooy werd uitvoerig ondervraagd over zijn actie, toen werd gevraagd: Wat is er toen verder van gekomen?, luidde het antwoord van de Rooy, “Niets; toen ik later aan mijn patroon (G.H. Brat) vroeg of dat stuk zelfs geen antwoord waard was, zeide hij: Gij kunt het gerust in den doofpot stoppen.”
Hoe het Albert de Rooy na het slopen van de Melkpot verder is vergaan is mij niet bekend.

Bronnen:
- “het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz.50/106/123-126
- “Zaanse windmolens” P. Boorsma 1939 blz.142-143
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T. Neuhaus 1987 blz.115
- De windbrief (uitgave van Vereniging de Zaanse Molen) nr. 38 artikel over de familie Brat door T. Neuhaus.
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz.103
- “Enquête gehouden door de staatscommissie” 1890 blz.53-58 Ondervraging van Albert de Rooy.
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Oliemolen "de Melkpot", achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandam west aan en ten zuiden van de Mallegatsloot ten westen en niet ver vandaan de spoorlijn, tussen de oliemolen "de Vogelstruis" en de pelmolen "de Rosbaijer" in. Bouwjaar 1692, afgebroken in 1894 en verplaatst naar Stampersgat (N-Br).
-----

Recht voor allen, 26 maart 1887:
"Mijnheer de Redakteur!
Gelieve onderstaande te willen plaatsen:
Een bijdrage aan de Commissie van Enquête. Aan de oliemolen „de Melkpot" heeft verleden week een treurig ongeluk plaats gehad. Des morgens vroeg hoorden de molenaars een vreeselijk gekraak opgevolgd door een zware val. Wat was gebeurd? Na onderzoek bleek de molen zijn as en wieken te hebben verloren, welke gedeeltelijk in de molen terecht waren gekomen en al dadelijk misten de werklieden een hunner kameraden, zoodat een onderzoek naar hem noodzakelijk werd. Terecht werd men bevreesd, want weldra vonden ze den vermiste onder den zwaren vracht van as en roeden gekneld. Men riep, doch geen geluid werd vernomen, zoodat men tot de overtuiging kwam dat hij dood eronder lag. Een geest van verontwaardiging kwam thans bij de werklieden op en met rede. De oorzaak dat 't ongeluk had plaats gehad werd toegeschreven aan het breken van de windpeluw (een zwaar stuk hout waarop as en roeden rusten). Bij de jaarlijksche keuring voor brandgevaar was dat stuk hout twee jaar geleden afgekeurd als niet meer vertrouwbaar, doch door bekrompenheid van den patroon of van zijn timmerbaas, was dit evenwel nog niet dooreen nieuw vervangen geworden, 't Vorige jaar was nog door een der werklieden er aan herinnerd en bij weigerend antwoord zelfs nog gevraagd of er dan juist dooden moesten komen, of zij hun werk verliezen, 1) doch men had tot dusverre 't maar zoo gelaten. Is 't dus wonder dat ze verontwaardigd waren en den timmerbaas, in wie zij den schuldige zien, daar wenschten waar thans hun doode kameraad ligt, de eenigste kostwinner zijner arme ouders? Wie of echter de schuldige is, ik zou 't niet durven beweren, maar is 't niet ergerlijk dat twèe jaar lang 't personeel aan zoo'n molen heeft moeten werken met de kans elk oogenblik te worden verpletterd of zonder brood te geraken en dat met medeweten en van patroon èn van den timmerman ? En wat geeft nu een keuring als er toch geen gevolg wordt gegeven aan den uitslag? Arbeiders, verdere uitweiding acht ik voor u overbodig; 't gebeurde is een les genoeg en ik hoop dat ge er uw voordeel mee zult doen. Thans is er langs de geheele Zaan één kreet en dat is van verachting, doch spoedig worden die indrukken vergeten. Bedenkt arbeiders dat 't heden deze werkman was die er zijn leven bij verspeelde doch dat het morgen u kan treffen. Naar ik verneem heeft de Justitie zich de zaak aangetrokken. P.
1) Door de slapte der zaken in deze tak van industrie komt ! 't meermalen voor dat by zoo'n geval de molen niet weer in orde : wordt gemaakt zoodat de werklieden gedoemd worden tot werkeloosheid."

Dit ongeluk heeft dus niet plaatsgevonden op De Brijpot (Tenbruggencatenummer 04912 q) maar (in 1887) op De Melkpot.
Oorzaak van deze fout is het feit dat Husslage in zijn boek 'Viere Voor!' uit 1966 op pag. 106-112 dit verhaal heeft opgenomen, maar daarbij met opzet de naam van de molen heeft veranderd, iets wat hij vaker deed en in het Naschrift op pag. 159 van dat boek toelicht.
Lolke Rang, 29 okt. 2022.