Molen De Jonge Prins / De Naaikamer, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Jonge Prins / De Naaikamer
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04910 q
oude dbnr.
V3474
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
Iets ten oosten van de Watering, ten zuiden van de Mallegatsloot.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 115056, Y: 496422
N: 52.45410, O: 4.79958

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De paltrok-balkenzager De Jonge Prins werd gebouwd in 1673. Op 24 mei van dat jaar werd de windbrief voor de molen uitgereikt aan Gerrit Waligsz Booy. Over de vroege tijd van deze molen zijn verder niet veel gegevens voorhanden.

Later was de molen eigendom van Jacob Baertsz Vet. Hij stierf in 1726. In zijn boedelscheiding, die op 19 juli van dat jaar plaats vond, werd het volgende genoemd: "Een houtsagers molen genaemt de Jonge Prins c.a. staende en leggende op de Noorder Wateringh.”

Hoe de molen aan de bijnaam “De Naaikamer” kwam, wordt niet duidelijk. Onder deze naam staat de molen in de zogenaamde Schaatsenrijderslijst. Deze lijst werd in het jaar 1726 opgesteld door drie schaatsers. Zij noteerden van alle molens waar zij langs reden, de naam, functie en eigenaar. Zo wordt ook de paltrok-wagenschotzager “De Naijkamer” genoemd, met als eigenaresse de weduwe van Jacob Baertsz Vet. De indeling in de Schaatsenrijderslijst laat zien dat de Jonge Prins en de Naaikamer, één en dezelfde molen waren.

In het midden van de achttiende eeuw ging het zeer slecht met de houtzagerij in de Zaanstreek. Doordat de Engelsen omstreeks 1740 zeer hoge invoerrechten gingen berekenen voor bewerkt hout, was het niet meer lonend om gezaagd hout naar Engeland te exporteren. Toen 12 jaar later ook nog eens een invoerverbod van gezaagd hout naar de Zuidelijke Nederlanden werd aangekondigd, betekende dit de doodsklap voor de wagenschotzagerij. De balkenzagerij wist zich naderhand te herstellen van de klap.
Op 2 juli 1745 werd de molen voor sloop verkocht. De nieuwe eigenaar van De Jonge Prins was molensloper Lourens Hooglander, hij kocht de molen voor ƒ 660 en liet hem kort daarna verdwijnen.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 86
- “Pieter Boorsma, een molenvriend” 1971 blz. 40-42 (uitgave van Vereniging de Zaanse Molen)
F. Rol.
-----

Als mede-eigenaar en gaandehouder van de houtzagerij "De Jonge Prins" wordt genoemd: Gerrit Pieters Jongewaart, gedoopt 3 april 1701 te Westzaan.
Tanja de Reus, 16 aug. 2020.