Molen Polder Westzaan, 't Leven, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Westzaan, 't Leven
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04910 b
oude dbnr.
V3061
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04910 b Polder Westzaan, 't Leven (Zaandijk)
Foto: deel ansichtkaart nr. 192 (uitg. K. Tanger)

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
Op de grens met Wormerveer, aan weg en Zaan, waar nu een elektrisch gemaal is
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandijk A (1) 848 Dijk- en Polder Bestuur der Banne Westzaan
geo positie
X: 115707, Y: 499407
N: 52.48098, O: 4.80880

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
scheprad 5,64 m Ø, 49 cm breed (1864)
vijzel 2 m Ø (vanaf 1868, vermeld 1894)
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
26 m (1864 & 1894)
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Met de bemaling van de polder Westzaan werd begonnen in 1632. In dat jaar werd de grote watermolen “het Leven” opgericht aan de oostkant van deze polder in Zaandijk. De molen werd gebouwd op de grens met Wormerveer en maalde het overtollige water uit op de Zaan.
De polder Westzaan was een vrij grote polder die werd begrensd door de Zaan in het oosten, de Nauernasche Vaart in het westen, en in het zuiden door het IJ. De polder omvatte de dorpen Westzaan, Zaandam-West, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer en West-Knollendam.

Aan de andere kant van de Zaan, waren bewoners en het waterschap van de polder Wormer, Jisp en Neck niet erg gelukkig met de nieuwe bemaling. Zij verwachtten een stijging van het peil van de Zaan, hierdoor waren zij verplicht om hun dijken op te hogen.
Vermoedelijk werd kort na de bouw van het Leven aan de Nauernasche Vaart een kleine poldermolen opgericht die later de naam “de Guit” kreeg.

In 1651 werd de sluis bij Nauerna vernieuwd en vergroot. Bovendien werd er een duikersluis aangelegd zodat de uitwaterende capaciteit van de Nauernasche Vaart aanzienlijk werd vergroot. Dit leidde ertoe dat aan de Nauernasche Vaart twee nieuwe molens werden gebouwd, een in de plaats van de kleine molen bij Westzaan, “de Guit”, de andere, “het IJzeren Varken”, kwam halverwege de Nauernasche Vaart te staan. Vanaf toen werd de Westzaner polder dus door drie molens bemalen.
De molens van de Westzaner polder waren schepradmolens, in 1867 werd het Leven uitgerust met een vijzel. Een jaar later kreeg ook “de Guit” een vijzel.

O.a. een peilverlaging was er debet aan dat de watermolens steeds meer moeite kregen met de bemaling van de polder. In die tijd werden er dan ook serieuze plannen gesmeed voor de bouw van een stoomgemaal. Het IJzeren Varken kreeg omstreeks die tijd ouderdomsverschijnselen, zodat men op korte termijn kostbare reparaties zou moeten uitvoeren. Er werd toen door het polderbestuur besloten om het IJzeren Varken te verkopen, met de opbrengst hiervan zou het mogelijk zijn om een deel van het nieuwe gemaal te bekostigen. Zo ver zou het niet komen, want op 14 november 1872 raakte het IJzeren Varken in brand en werd hij totaal verwoest. Doordat de molen was verzekerd kon het polderbestuur haar plannen toch doorzetten.

Het nieuwe gemaal werd gebouwd aan de Hogendijk in Zaandam. Met de bouw werd gestart op 15 januari 1873 en op 10 februari 1874 kwam “de Soetenboom”, zoals het gemaal heette, in bedrijf. De twee molens bleven hun aandeel in de bemaling houden.

Op 13 oktober 1898 werd het Leven raak geslagen door de bliksem, er brak geen brand uit, maar de buitenroed raakte zo beschadigd dat deze vervangen moest worden. Frappant is het dat precies een jaar later, op 13 oktober 1899, “de Guit” werd getroffen door blikseminslag. Deze molen was minder gelukkig, hij verbrandde in zijn geheel.

Het Leven bleef zijn aandeel in de bemaling van de Westzaner polder houden tot 5 april 1904. Het is niet duidelijk of de molen in bedrijf was, maar op die dag breekt de as van het Leven, waarna het kruis dompt maar wel blijft hangen. Dit veroorzaakte behoorlijke schade, later op die dag werd het wiekenkruis uit de molen ‘gegooid’, nog meer schade veroorzakend. Voor het polderbestuur is herstel van de molen geen optie. Op 17 juni 1904 werd het Leven voor sloop verkocht voor een bedrag van Fl.300,-. Op de plaats van de molen verrees een stenen gemaal met een centrifugaalpomp die werd aangedreven door een zuiggasmotor.
Jacob van der Linde, de laatste molenaar van het Leven, werd met een pensioen van Fl.300,- per jaar ontslagen.

In 1916 werd het Leven voorzien van een elektromotor van 50 PK.

In 1966 werd er naast het oude gemaal een hulpgemaal geplaatst dat de naam “het Leven 2” kreeg. Tot op heden is het Leven nog in bedrijf, het eerste gemaal met de seinmast is op de provinciale monumentenlijst geplaatst.

Bronnen:
“Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.170
“Dat goede oude Zaandijk” G. Oosterbaan 1971 blz. 106
“Ontstaan en ontwikkeling van de Polder Westzaan” Dr. Margaretha A. Verkade 1982
www.zaans-industrieel-erfgoed.nl Artikel Gerard van der Wal over de Zaanse gemalen
Informatie F. Rol

aanvullingen

trivia
De spin van de molen (de windwijzer) belandde na de afbraak van het schuurtje dat naast de molen stond, in het molenmuseum te Koog aan de Zaan.
-----

In "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864, wordt de naam geschreven als 't Leven, dus met 't in plaats van Het. Zo staat de naam van het tegenwoordige gemaal ook op de topografische kaart.