Molen De Jonge Zwaan / Het Kooger Oud, Koog aan de Zaan

Koog aan de Zaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Jonge Zwaan / Het Kooger Oud
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
papiermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04909 q
oude dbnr.
V3707
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Koog aan de Zaan
plaatsaanduiding
Ten zuiden van het Kogerhoutspad, zijn voormalige erf ligt in de westkant van het Kogerpark
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Koog a/d Zaan B (1) 96 Jan de Wit Kzn., fabrikeur
geo positie
X: 115776, Y: 498060
N: 52.46888, O: 4.80998

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
als grauwpapiermolen
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De papiermolen De Jonge Zwaan behoorde tot de eerstelingen onder de Zaanse papiermolens. Slechts de Zaandijker papiermolen De Witte Gans was van een oudere datum. De Jonge Zwaan werd gebouwd in het jaar 1616. Op 22 juni van dat jaar kreeg Cornelis Meeusz. de windbrief voor deze molen uitgereikt. Cornelis Meeusz. had een compagnonschap gesloten met Thijs Gerritsz. Ris, beide heren waren eigenaar van een half part in De Jonge Zwaan. Cornelis Meeusz. had niet lang gemak van zijn nieuwe molen. Hij stierf een jaar na de bouw.

Op 16 juli 1617 verkochten Jacob en Louweris Mieussoon, voogden over de weduwe van Cornelis Meeusz. en haar kinderen, tezamen met Thijs Gerritsz. Ris, de gehele molen voor ƒ 2260 aan Jacob Hendricksz. Rebel en Allert Gerritsz. Jacob Rebel zou ¾ in de molen bezitten, Allert Gerritsz. de rest.

Ook de nieuwe eigenaren van de molen zouden niet lang met haar blijven werken. Al op 20 september 1617 verkocht Jacob Rebel zijn aandeel in De Jonge Zwaan voor ƒ 1500 aan de Zaandijker Adriaen Pietersz. van der Ley. Allert Gerritsz. verkocht zijn part op 10 december 1618 voor ƒ 600 aan Jan Pietersz. uit Zaandijk, de broer van Adriaen Pietersz. van der Ley. Later verkocht Adriaen Pietersz. van der Ley nog een kwart aandeel aan zijn broer, zodat beide broers evenveel belangen in de molen bezaten.

De vader van Jan en Adriaen van der Ley, Pieter Jansz. van der Ley of Stijfselmaker, heeft een zeer belangrijk aandeel gehad in de opkomst van diverse takken van industrie in Zaandijk. Zo liet hij omstreeks 1600 een oliemolen bouwen op Zaandijk, deze molen werd 5 jaar later verbouwd tot papiermolen, de eerdergenoemde Witte Gans. Dit was de eerste Zaanse papiermolen. Verder liet Pieter van der Ley in 1601 de eerste Zaanse verfmolen bouwen, De Parseleimolen. Al met al een bedrijvig heerschap met een grote visie, waarvan men de sporen tot de dag van vandaag nog terug kan vinden.

Pieter Jansz. van der Ley stierf in 1619. Zoon Adriaen van der Ley nam toen het directeurschap van De Witte Gans over. Zijn belangen in De Jonge Zwaan werden voorlopig waargenomen door Jan Simonsz. Honigh, papiermaker van beroep en stamvader van de familie Honigh.
Jan Honigh stierf al in 1620 waarna De Jonge Zwaan weer onder beheer van Adriaen van der Ley kwam te staan.
Op 8 februari 1623 verkocht Adriaen Pietersz. van der Ley de molen, zonder erf, voor ƒ 400 aan de Zaandijker Cornelis Jevetsz. Deze liet de molen zeer waarschijnlijk afbreken en verplaatsen naar elders.

De Jonge Zwaan was hoogst waarschijnlijk een kleine molen met een primitieve inrichting. Daarom besloot Adriaen van der Ley om de molen voor afbraak te verkopen. Ter plekke liet hij een nieuwe molen bouwen die groter was en beter ingericht.
Op 9 oktober 1636 kocht de zoon van de in 1620 overleden Jan Honigh, Cornelis Jansz. Honigh, zich in, in de firma van Adriaen van der Ley. Op die dag kocht hij voor ƒ 400, een zesde part in De Jonge Zwaan en een zesde part in De Witte Gans. Bovendien werd hij aangesteld als gaande houder van de eerstgenoemde molen. Later zou Cornelis Honigh, samen met een broer, de volmolen De Hobbezak bouwen. Verder verwierf Honigh aandelen in de Wormerveerder papiermolen De Vergulde Bijkorf of De Bel en de Wormer papiermolen De Kwikstaart. De laatst genoemde molen werd onder zijn leiding in 1668 afgebroken en verplaatst naar Zaandijk, alwaar hij de naam De Vergulde Bijkorf ontving.

Cornelis Jansz. Honigh bleef zeer lang werkzaam met De Jonge Zwaan. Op 24 februari 1665 werd 1/24 part in de molen verkocht, een en ander werd als volgt beschreven, “1/24 part in de pampiermoolen gestaen op de Coog en erf soodanig die jegenswoordigh bij Cornelis Jansz. Honigh met sijne laadinge bedient wordt.”
Cornelis Honigh stierf in het jaar 1668. Hij werd opgevolgd door zijn derde zoon, Jacob Cornelisz. Honigh. Zijn andere kinderen kregen de aandelen van zijn andere papiermolens.

Vanaf 1675 besloten Jacob Honigh en Adriaen van der Ley om De Jonge Zwaan te gaan verhuren. De eerste huurder van de molen was Maarten Jansz. van Hutten. Jaarlijks betaalde hij aan de eigenaars van de molen ƒ 200 aan huur. Voordat de molen zou worden verhuurd werd hij door drie molenmakers geschouwd. Hun verslag is bewaard gebleven een geeft een zeer goed beeld van de staat van onderhoud van de molen. Hieronder volgt een en ander.
“…met een oude as, doch hebben daer geen gebreck aen bevonden, een goede voet, en een voet die weijnig deught, de kammen int bovenwiel bijna versleten, bonkelaer goede dollen, de assenbalck aen de kap bijna verrot, de middelbalk gecapt en met banden vast, het onder grote wiel bijna versleten kammen, twee ravelwiels goe kammen, twee onder wiels omtrent half sleten.
Drie wieltjes sonder rollen en halfsleten dollen, een rol met nieuwe dollen met een nieuw licht aen de back, dan drie lighte gangbar, twee rollen die welganen, een rol die slechter is, de bakken en de kapper bequaem met vier oude platen om stof te malen, een rolschaevv, twee versleten kapblocken.
De staert en de stelling bequaem, de schuijren dun van dak doch gnap gestopt, de basten in de west schuijr twee a drie vacken gnap, dan drie vack loos.
In het werkhuis een oude gelapte kuip, doch bequaem. In de suijder schuijr de basten erg slordig, in de noorder schuijr nog erger, de kuipen en persen in de suijder schuijr bequaem om te wercken, de molen ende schuijren welgeteert, ende deuren en veijnsters bequaem om te sluijten.”
Al met al lijkt het erop dat de staat van De Jonge Zwaan maar zeer matig was.

Op 31 augustus 1676 stierf Adriaan Pietersz. van der Ley. De aandelen in De Jonge Zwaan kwamen toen in bezit van zijn kinderen.
Op 4 februari 1683 besloten de firmanten van de familie Van der Ley en Honigh om de molen te verkopen. Voor een bedrag van ƒ 1818 kwamen de aandelen van de molen in bezit van Gerrit Dirksz. Speck en Roelof Jorisz. Backer, beide woonachtig in Zaandijk. Beide heren bezaten ieder een half aandeel in de molen. Enkele jaren later nam Gerrit Speck de aandelen van Roelof Backer over en bezat hij dus de gehele molen.

Gerrit Speck werkte tot zijn dood in 1708 met de molen. Op 21 februari 1709 werd De Jonge Zwaan geveild en kwam hij voor ƒ 2020 in bezit van Maarten Willemsz. Roos en François Feber. Beide heren stierven in 1716 waarna hun erfgenamen de molen voor ƒ 4950 verkochten aan de Koger papiermaker Gerrit de Wit.
De in de molen aanwezig voorraden waren op 3 november 1716 geveild, een en ander werd als volgt beschreven, “Wede & Erffgenamen van Maarten Willemsz. roos mitsgaders de erffgenamen van François Feber presenteeren partijen graau papier in soorten, leggende tot Coogh bij de molen de Witte Swaen alias Cooger-Out.”

Na het overlijden van Gerrit Claasz. de Wit in 1732, werd De Jonge Zwaan toebedeeld aan zijn zoon Jan Gerritsz. de Wit. Op zijn naam werd de molen in 1733 tegen brand verzekerd in de collectieve brandverzekering het Papiermakerscontract, welke in dat jaar was opgericht.
De Jonge Zwaan zou gedurende meer dan honderd jaar blijven werken voor de familie De Wit. Na de dood van Jan Gerritsz. de Wit in 1754, nam zijn zoon Claas de Wit het beheer over de molen over. Onder zijn directeurschap werden de zaken in 1770 uitgebreid met de Zaandijker papiermolen De Zemelzak.

Claas de Wit stierf in 1793. Op 8 augustus van dat jaar werden zowel De Zemelzak als De Jonge Zwaan geveild. De Jonge Zwaan werd toen voor ƒ 4272 gekocht door de zoon van Claas de Wit, Jan Claesz. de Wit. Na deze koop liet Jan de Wit de molen opnieuw in het Papiermakerscontract verzekeren. De verzekerde waarde van de molen bedroeg toen ƒ 5000.
Jan de Wit werkte tot zijn dood in 1832 met de molen. Na zijn dood kwam de molen na meer dan honderd jaar in bezit van een andere familie. Voor ƒ 2400 werd De Jonge Zwaan gekocht door Dirk Heynis Cs.

In 1836 werd Dirk Heynis opgevolgd door zijn zoon Dirk Heynis Dz, die de molen tot 1842 in bedrijf hield.
Op 9 juni van dat jaar werd De Jonge Zwaan bij veiling verkocht aan de Zaandijker papiermaker Jan Cornelisz. Honig, eigenaar van de firma Jan Honig & Comp.
Jan Honig was sinds 1817 papiermaker geweest met de Koger papiermolen De Wever. In 1841 had hij een compagnonschap met zijn zwager beëindigd en was De Wever voor sloop verkocht.
Samen met zijn zoon Cornelis Jansz. Honig kocht hij toen De Jonge Zwaan en zette met deze molen de zaken voort. Honig werkte tot 1855 met De Jonge Zwaan. In dat jaar kocht hij van de firma Van Gelder Schouten & Comp. de verstoomde witpapiermolen Het Fortuin in Zaandijk. Cornelis Honig liet na aankoop de stoommachine verwijderen en ging voortaan grauw papier met de molen produceren.
De Jonge Zwaan werd in 1855 gesloopt, de droogschuren van de molen werden in opdracht van Honig afgebroken en geplaatst bij Het Fortuin.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 159
- “De Papiermolens in Noord Holland” H. Voorn 1960 blz. 305-313
- “de Zaende” 1e jaargang 1946 blz. 53-58
- “de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 299
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 248-250
F. Rol, Zaandijk

aanvullingen

trivia
Op de Koog vindt men tot op de dag van vandaag nog het Koogerhoutpad en de Jan de Wittestraat. Beide straatnamen hebben betrekking op de eerste Koger papiermolen.
Het Koogerhoutpad is echter een verkeerde verbastering van Kooger Oudpad, zoals de molen in de vroegste archieven werd genoemd.