Molen Het Roode Kalf, Koog aan de Zaan

Koog aan de Zaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Roode Kalf
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04909 m
oude dbnr.
V3581
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Koog aan de Zaan
plaatsaanduiding
aan het Relckepad, later ten zuiden van de Weelsloot
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 115196, Y: 497617
N: 52.46485, O: 4.80149

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager, met drie zaagramen
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het Rode Kalf was een paltrok-balkenzager, die aanvankelijk op een erf aan het Relckepad stond. De windbrief werd op 23 maart 1660 uitgegeven aan Willem Cornelisz Jonge Willem en een maand later werd de windpacht vastgesteld op drie pond Vlaamse Groten van veertig ’t pond, wat gelijk stond aan drie gulden.

Het Rode Kalf telde drie zaagramen. Dit bleek toen Willem Cornelisz. eind 1689 stierf, waarna zijn erfgenamen de molen voor ƒ 930 verkochten aan Claes Eddes. Hierbij werd nog vermeld dat de molen iets ten westen van de oliemolen De Kieft stond. Tot wanneer Eddes met de molen bleef werken is onduidelijk.

In 1699 kocht Cornelis Evertsz Huysman het Roode Kalf "om als een afbraak van de plaats te halen en te vervoeren". De molen werd herplaatst ten zuiden van de Weelsloot en ten westen van de latere spoorweg. In 1755 werd de molen ten noorden belend door de reders van de loodwitmolen Het Gekroonde Zeepaard (deze molen stond dichtbij de Watering aan de Weelsloot), ten zuiden door Jan Ongelaar, en aan de oostkant werd Het Rode Kalf geflankeerd door oliemolen De Kieft.

In 1712 was Het Rode Kalf in handen van Claas Onderwater uit Koog. Op 30 april van dat jaar brachten de gevolmachtigden van Claas de molen in veiling. Peller Jan Claasz Kuijper bracht met 2200 gulden het hoogste bod uit. Hij verklaarde dat hij in opdracht van Claas Arisse Volger had geboden, zodat die de nieuwe eigenaar werd.

Claes Claesz Noomen werd op 1 januari 1729 als eigenaar van de paltrok Het Rode Kalf in Westzaandam ingeschreven het nieuwe register van de windpacht. Dit was een foutieve vermelding, want het ging wel degelijk om Het Rode Kalf in Koog aan de Zaan. Noomen moest jaarlijks ƒ 2,50 belasting betalen. Daaruit blijkt dat de molen van klein formaat was, want het standaard tarief voor zaagmolens was drie gulden. Er werd bij genoteerd: in plaats van Claes Arentsz Volger.
Maar wanneer Noomen het bewind over de molen van Volger had overgenomen en wanneer Volger eigenaar werd is niet bekend. Op 1 mei 1731 werd de weduwe Neeltje Sijmons als eigenaresse genoemd in de blaffert van de windpachten. Zij was de echtgenote van Claas Noomen. Neeltje overleed in 1738, waaarna op 31 juli de voogden van haar onmondige dochter Het Rode Kalf voor slechts 650 gulden verkochten aan Jan Sijmonsz van de Stadt uit Westzaandam: Een houtsagersmolen genaamt ’t Roode Kalf…belent ten noorden de Loodwitmolen. In de transportakte van de Banne Westzaan werd vastgelegd dat voor die prijs ook het erf van 82 roeden eigendom van Van de Stadt werd, terwijl er een vrij overpad over het land van Maarten Potas was, mits betalende het onderhoud aan de brug. De transactie werd geregeld Sijmon Noomen, Jan Sijmons en de bekende vermaner Adriaan Loosjes, zelf eigenaar van de Westzaandamse paltrok De Gerrit van Velzen. In de akte werd vastgelegd dat Claas en Neeltje beyde tot Coogh waren overleden.

Jan van de Stadt werkte maar kort met de molen, want op 18 mei 1742 werd Gerrit Sijmonsz als eigenaar in het register van de windpacht ingeschreven.
Uit de verkoop van de molen op 3 juni 1755 blijkt dat Gerrit Sijmonsz naar de familienaam Onse luisterde. Hij woonde in Koog en verkocht de molen voor slechts ƒ 650 aan Adriaan Willemsz Volger en Jacob Muusz in Comp. uit Westzaandam. Toen bleek de windpacht ƒ 2,50, deze was in 1729 iets verlaagd. Wat de oorzaak van deze verlaging was is onduidelijk.
Na de verkoping van 1755 vonden er snel nog enkele transacties met de molen plaats. Op 23 juni 1757 deed Adriaan Volger zijn halve part voor slechts 333 gulden over aan zijn partner Jacob Muusz, die toen inmiddels in Koog bleek te wonen. Dezelfde dag verkocht Muusz Het Rode Kalf voor ƒ 666 aan zijn dorpsgenoot Cornelis Jansz Verheul.

De prijs duidde er al op dat het niet best meer ging met de grenen-balkenzager, hij overleefde de malaise halverwege de achttiende eeuw in de houtwereld dan ook niet. Verheul werkte nog geen jaar met Het Rode Kalf. Op 20 april 1758 bleek hij de molen voor ƒ 550 aan Simon Roncks en Jacob van der Busch uit Zaandijk verkocht te hebben. Dit koppel maakte korte metten met Het Rode Kalf, want dezelfde dag registreerden schout en schepenen van de Banne Westzaan de verkoop van het lege erf van Het Rode Kalf. Dit erf was 180 roeden groot en werd door Roncks en Van der Busch voor ƒ 150 verkocht aan Pieter Boom & Comp uit Wormerveer. Pieter Boom was al eigenaar van het land dat oostelijk van de voormalige molen lag. Daarmee verdween Het Rode Kalf een jaar eerder dan Pieter Boorsma in Duizend Zaanse Molens veronderstelde.
Van den Busch was op 10 november 1757 eigenaar geworden van Het Gekroonde Zeepaard en was dus buurman van Het Rode Kalf.

Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens", P. Boorsma 1968, blz. 150.
- Informatie van Ron Couwenhoven, 6 nov. 2013.
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 173.

aanvullingen

trivia
Ik stuitte vandaag op aktes m.b.t. de paltrok Het Roode Kalf in Koog aan de Zaan/Westzaandam. Deze bevinden zich in de transportregisters van de Banne Westzaan. In acte nr. 1601-3 31 juli 1738 wordt de verkoping van de molen vastgelegd. Hieruit blijkt dat de molen van Claas Noomen was en een erf van 82 roeden in Koog aan de Zaan had. Er was een vrij overpad over het erf van Maarten Potas. Dit was ook een Koger.
Uit de blaffert van de windpachten die in 1729 werd aangelegd blijkt dat het Roode Kalf en zijn opeenvolgende eigenaren allemaal met betrekking tot Koog aan de Zaan worden genoemd.
Van het Roode Kalf in Westzaandam is nergens een spoor te vinden. Boorsma's vermelding in Duizend Zaanse Molens van Het Roode Kalf onder nr. 68 in Westzaandam is m.i. onterecht. De molen stond in Koog aan de Zaan. Wellicht is de vergissing ontstaan doordat er ook een Claas Noomen als eigenaar van Het Vergulde Kalf in Westzaandam bekend is. Ik heb in elk geval nooit aktes m.b.t. het Roode Kalf in Westzaandam kunnen vinden.
Ron Couwenhoven, 6 nov. 2013.
-----

De locatie is gebaseerd op het kadastrale perceel Koog aan de Zaan B (1) 298, in 1832 een schuur van Albert Kluiver. Aan het perceel, ten zuiden van Het Gekroonde Zeepaard, is nog te zien dat er een paltrokmolen kan hebben gestaan. Het weiland ten oosten was ook van Kluiver, het land ten oosten daarvan hoorde bij De Kieft.
Red.