- naam
- De Sint Jacob / De Slabbert
- modeltype
- Kantige molen, stellingmolen
- functie
- pelmolen
- bouwjaar
- verdwenen
- toestand
- verdwenen
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
- Ten Bruggencate-nr.
- 04909 f
- oude dbnr.
- V1801
- Meest recente aanpassing
Molen De Sint Jacob / De Slabbert, Koog aan de Zaan
Koog aan de Zaan, Noord-Holland
v
locatie
- plaats
-
Koog aan de Zaan
- plaatsaanduiding
- ten zuiden van de Weelsloot, iets ten westen van de spoorlijn
- gemeente
- Zaanstad, Noord-Holland
- streek
- Zaanstreek
- kadastrale aanduiding 1811-1832
- Koog a/d Zaan B (1) 295 Arie de Bruin, fabrikeur
- geo positie
-
X: 115403, Y: 497716N: 52.46576, O: 4.80453
constructie
verwijzingen
- allemolens.nl
- Kijk op allemolens.nl voor historische foto's en documenten van deze molen
geschiedenis
- toestand
- verdwenen
- bouwjaar
- verdwenen
-
verbrand
- geschiedenis
-
De Sint Jacob werd in 1694 gebouwd. De molen kwam voor het eerst naar voren op 20 april van dat jaar bij een landverkoop. Op die dag verkochten de Koger kooplieden Pieter Claesz. Mock, Claes Maertsz. en Jacob Claesz. Kuijper, ieder 1/3 part in het land waarop de molen was gebouwd. Koper van dit land was Gerrit Arisz. Caescoper. Het is niet duidelijk wat de beweegredenen van de drie heren waren om het molenerf te verkopen.
Op 1 juli 1694 begon de molen te pellen. De windbrief van De Sint Jacob werd pas op 14 mei 1697 verstrekt. Jacob Claasz. Kuijper nam dit document in ontvangst. Vermoedelijk hield hij de molen gaande met de twee eerder genoemde lieden.
Jacob Kuijper liet De Sint Jacob op 9 januari 1712 tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. De verzekerde waarde van de molen werd toen op Fl.3000,- gesteld.
Enkele jaren later kwam de molen in bezit van Jacob Kuijper’s zoon, Pieter Jacobsz. Kuijper. In 1722 liet Pieter Kuijper een geheel nieuwe pelmolen bouwen op de Koog, deze molen kreeg de naam De Jonge Kuiper.
De beide molens van Pieter Kuijper werden op 11 augustus 1728 tegen brand verzekerd. Vijf jaar later, op 24 december 1733, liet Kuijper De Sint Jacob onderbrengen in de collectieve brandverzekering het Papiermakerscontract. De waarde van de molen bedroeg toen nog steeds Fl.3000,-.
Verder zijn de gegevens over deze pelmolen halverwege de achttiende en begin negentiende eeuw schaars.
In 1857 werd De Sint Jacob gekocht door de Koger industrieel Cornelis Cornelisz. Honig. Op het moment dat Honig deze pelmolen kocht was hij eigenaar van maar liefst 14 oliemolens, verspreid over de Zaanstreek. De Sint Jacob was de enige pelmolen waarmee Cornelis Honig ooit zou werken. Het vermoeden bestaat dat Honig met de aankoop van deze molen een toekomst wou creëren buiten de olieslagerij voor een van zijn vele kinderen.
De Sint Jacob bleef tot 1881 in handen van de familie Honig. Na het overlijden van Cornelis Adriaansz. Honig in dat jaar werd de molen geveild en kwam hij vermoedelijk in handen van Hendrik Havik.
Havik werkte tot het jaar 1892 met De Sint Jacob. In de vroege ochtend van 9 april 1892 raakte de molen in brand en werd hij volledig in de as gelegd.
Er deden geruchten de ronde dat deze brand was ontstaan door broei en dat de toenmalige meesterknecht hiervan op de hoogte was gesteld. Deze had echter geen actie ondernomen, met alle gevolgen van dien.
De Sint Jacob was goed tegen brand verzekerd en dus kon Havik zich een nieuwe molen verschaffen. Dit werd de Oostzaandammer oliemolen De Sint Willibrordus welke in opdracht van Havik werd verbouwd tot pelmolen.
(meer info op www.duizendzaansemolens.nl)
Over de bijnaam van de molen schreef Pieter Boorsma in zijn boek “Zaansche Windmolens” het volgende op: “De molen werd bijna nooit met zijn doopnaam genoemd, maar heette in de wandeling steeds de Slabbert. Uit de bovenstaande aanhaling blijkt, dat ook in dit geval, evenals bij de Hoppezak, de dubbele p verdongen werd door de dito b. Gemak dient den mensch, ook bij het uitspreken van woorden: Slabbert valt gemakkelijker uit den mond dan Slappert. De beteekenis van dezen bijnaam, eigenlijk een spotnaam, is gemakkelijk te raden.
De molen was slap, niet sterk; stond, wanneer hij wat hard maalde, te schudden. Dus, in dat opzicht was de St. Jacob niet de “ware Jacob”. De uitleg die Buijs ten opzichte van den bijnaam geeft, blijkt alzoo niet de juiste te zijn.”
De uitleg van Willem Buijs luidde: “St. Jacob of Slabber. Pelmolen. Koog aan de Weelsloot. Verbrand 8 april 1892. Windbrief aangevraagd door Jacob Claasz. Kuiper 1 juni 1695. Een Slabber is een stuk van een ruigen zak, dat in de oliemolens tusschen de steenen hangt als een veger.”
Bronnen:
“Duizend Zaanse molens” P.Boorsma 1968 blz. 154
“Zaanse windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 79-81
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 72
“De windroos” deel 2 Dr. M. A. Verkade blz. 3
“De windroos deel 1” 1976
“De Windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs Pzn. 1918 blz. 59
www.duizendzaansemolens.nl R.Couwenhoven
F. Rol, Zaandijk. -
aanvullingen
- trivia
- Bij de foto's:
Beide foto's zijn omstreeks 1880 genomen, vermoedelijk door een Franse fotograaf.
Op de bovenste foto zijn van links naar rechts de volgende molens te zien, verfmolen De Boot en de pelmolens De Veering en De Sint Jacob.
Op de onderste foto staat De Sint Jacob links in beeld, de molen rechts is de oliemolen De Wezel. Geheel rechts op de foto is nog het oude station van Koog-Zaandijk te zien.
draag zelf bij
- foto's
- foto's insturen