Eigenaars:
1771: overdracht van de helft door Klaas Jans Pott aan Harmen van der Veen (3.X.164); 1784: overdracht van de helft door Jacoba van Dam, wed. Harm van der Veen, aan Berend G. Ebling (3.X.184);
1811: overdracht door Berend G.Ebling aan Jurjen Barlagen (not. R.Gockinga);
1817: overdracht door Jurjen Barlagen aan Jemme Alberts Kapinga (not.W.J.U.)
1820: overdracht door Jemme Alberts Kapinga aan Klaas van der Molen (not.W.J.U.);
1830: gerechtelijke verkoping. Koper? (PGC);
1834: overdracht door L.W.de Vries aan Jan Gozens Kampinga (not.E.J.Offerhaus);
1839: overdracht door Frederik Heutelaar (crediteur) aan Lubbertus Huitsing (not.J.W.Quintus). Andere helft:
1772: overdracht van de helft door de kinderen erfgenamen van Hester Harkes, wed.Jacob Thomas, aan Wilte Harmen Mulder en Aaltje;
1798: publieke verkoop door de kinderen van wed. Wilte Harmen Mulder (gc);
1808: overdracht door Geert Lauweris Mulder aan Hindrik Bus (3.X.220);
1813: De vrouw van Hindrik Bus (Antje Scheltens) verkoopt aan Lucas van der Molen te Ulrum (not.R.Gockinga);
1837: Ger. uitw. door jhr. de Maren ...... van Allersma (PGC).
09-02-1836: Groninger courant
Mr. E. J. OFFERHAUS , Notaris te Groningen , gedenkt, op Dingsdag , den 23 Februarij 1836, des avonds te 7 uren, ten Huize van J. EEKHOFF, aan de Groote Markt , te Groningen , publiek te verkoopen : Een' HALVEN KORENMOLEN, genaamd DE DRIE GEBROEDERS, staande op den Stads Wal bij de Marwixpijp , te Groningen , met een HUIS, staande in de Drift bij de Pottebakkersrijge , get. A 77 V en rood 20. Deze Goederen zijn inmiddels uit de hand te Koop en daartoe te bevragen bij den EIGENAAR , en te bezien des daags vóór en op den dag van Verkoop , des namiddags van 2—5 uren.
09-02-1874: Afgebrand op 9 februari 1874 (PGC), zou diezelfde avond te koop gepresenteerd worden.
De sarrieshut met een provinciewapen was in 1933 nog aanwezig. PGC):
Op de korenmolen De Drie Gebroeders te Groningen wordt een meesterknecht gevraagd. Adres bij de eigenaar.
12-02-1874: Middelburgsche Courant ; p.2/4
Eergisteren namiddag, omstreeks drie uren, geraakte plotseling de molen De Drie Gebroeders, te Groningen, door een onbekende oorzaak in brand en was te vier uren bijna fataal afgebrand, met al wat er zich in bevond.
Juist zou de afgebrande molen dien avond te koop worden aangeboden
10-03-1874: De grondwet
GRONINGEN 8 Febr. Hedenmiddag tegen 2 1/2 uur zag men aan de zijde van den Kranepoorten-wal een hevigen rookwalm opstijgen. Al spoedig bleek het, dat de op dien wal staande pelmolen, aan verschillende"aandeelhouders toebehoorende, in vlam stond. Blusschen was onmogelijk; in een oogwenk was de gehele molen in enen vuurzee gehuld en met angst zag men het oogenblik te gemoet, waarop de ijzeren as niet de wieken naar beneden zouden storten. Gelukkig geschiedde dit zonder eenig ongeluk; de zware stukken vielen loodregt naar beneden. Men was vooral bevreesd, daar om en in de nabijheid van den molen vele kleine huisjes staan. Men bepaalde zich nu die gebouwen te beschermen, waarin men is geslaagd. Als opmerkelijke bijzonderheid kan nog worden medegedeeld, dat juist heden avond de verkoop van dien molen zou geschieden.
Groningen-Gevelsteen vm. sarrieshut Westerhavenstraat 22
korenmolen ‘A-poortenmolen’ of ‘Marwikspijpsmolen’ of ‘De Drie gebroeders’ (1837).
Gebouwd omstreeks 1771 incl. huis, waarde f.8200.
Komt voor op de stafkaart van 1854.