uitgerust met 6 stampers, 4 heien, 2 fornuizen, 2 breekstenen (Kollergang) en 5 oliebakken
Gebouwd vóór 1771 (1734?).
In het riet van de molen stond het jaartal ‘1855’ gedekt, aangevende dat in dat jaar de molen van een nieuw rietdek werd voorzien.
Eigenaars: Verkoop in 1809 door Tiddo Folmer en wed. Pieter Louwes (Tiddo Folmer en Comp.), Dr.M.J.Busch. Koper werd Jacobus Harmen Smedes tot 1815 (in 1815 wordt verkocht namens J.Smedes de tweede of oude oliemolen (PGC)); daarna A.Sonius en Comp, Abraham Sonius voor 1/4, Jan Sonius Azn. voor 1/4, Popko Joosts Swaagman voor 1/4, Hindrik Nanninga voor 1/8 en Joost Swaagman voor 1/8 tot 1829; daarna Jan Sonius Uzn. tot 1837; daarna firma Janson en Comp. tot 1847; daarna J.P.Toxopeus tot 1856; in 1866 is de wed. Berend Derks van Bruggen (+15 mei 1858) eigenaar; daarna H.B.van Bruggen oa.1875; daarna sinds 1883 wed. H.B.van Bruggen.
Afgebroken in 1904 (G.V.).
De molen werd door F.Westerling aangekocht en te Noord-Sleen herbouwd (Noord-Sleen ).
De molenaarswoning is ook afgebroken.
(Tweede van de stad af gezien).
Komt voor op de stafkaart van 1854 en de waterstaatskaart van 1874.
Het achtkant van molen 'de Concordia' werd in 1904 door Westerling overgebracht naar Noord-Sleen (Dr), en daar (her)bouwd als grondzeiler, de eerste molen in Sleen.