Molen De Helpermolen / De Meeuw / Molen van Bus, Groningen

Groningen, Groningen
v

korte karakteristiek

naam
De Helpermolen / De Meeuw / Molen van Bus
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04424 m
oude dbnr.
V372
Meest recente aanpassing
| Adres
media-bestand
Molen 04424 m De Helpermolen / De Meeuw / Molen van Bus (Groningen)
Foto: n.n.

locatie

plaats
Groningen
plaatsaanduiding
Helper Molenstraat 15, 9721 BT Groningen
gemeente
Groningen, Groningen
plaats(en) voorheen
Haren
streek
Groningen (stad)
geo positie
X: 234573, Y: 579879
N: 53.19964, O: 6.57799

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
oudhollands opgehekt
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
circa
verdwenen
gedeeltelijk afgebroken
geschiedenis

Gebouwd in 1896 door molenmaker Noordewier van Niezijl (en knecht Ritzema).
Bij de bouw werd gebruik gemaakt van de molen van Oege Venema uit Noordhorn (Noordhorn 1196).
De eerste molen werd gebouwd voor Harm Geertsema in 1879 en werd door brand verwoest op 17 juni 1896.
-----

Hetzelfde lot onderging de herbouwde molen op 28 mei 1898. Deze brand wordt in diverse kranten vermeld.

De Leeuwarder courant van 1 juni 1898 schrijft:
Te Helpman bij Groningen is zaterdagavond de stoom- en windkorenmolen van de heer Bus verbrand. Alleen twee paarden zijn gered. Het aanwezige meel, een waarde vertegenwoordigend van ongeveer ƒ 5000, was voor ƒ 2500, de molen zelf voor ƒ 5000 verzekerd bij de Molen-Verzekeringsmaatschappij te Utrecht.
De oorzaak is niet bekend. Op het ogenblik dat de brand uitbrak, waren de molenaar en zijn knechts in de machinekamer.
E. Stoop, 1 maart 2016.
-----

In 1918 werd de molen door molenaar J.H. van der Molen (afkomstig uit Uithuizermeeden) voorzien van een elektromotor. In dit zelfde jaar werd de achtkante bovenbouw verwijderd.

Voor de WO II tot net iets erna werd de molenromp met de woning eronder/naast bewoond door de grootvader van de heer W.Oosterveld, die daar een "fouriersbedrijf" in had.

De afbouwfirma De Helpermolen heeft in de molenromp een gipsatelier gehad, daarna was het in gebruik als alternatief centrum. De toenmalige eigenaar was de heer H. Kral. Inmiddels is de molenromp in andere handen.
-----

Het blijft altijd weer een majestueus gezicht in stadsmolens te zien. De Gooijer te Amsterdam doemt als een stille reus op tussen de naar hoogte wedijverende gevels, de molens te Schiedam strijden op de wallen om de mooiste plaatjes.

In de Stad, zoals de Groningers hun hoofdstad altijd noemen, was aan het begin van deze eeuw diezelfde molensfeer nog volop te proeven. De Martinitoren werd omringt door een gordel van molens, bewegende bakens voor wie van buiten kwam.

Net buiten het centrum waren ook wiekendragers te vinden. Aan de Helperstraat rest nog een onderstuk van één van hen. Dit geverfde restant wordt in de volksmond ten onrechte de Verfmolen genoemd. Deze naam dankt het onderstuk aan een latere op deze locatie gevestigde verfwaren en schildersbedrijf. De molen heeft nooit een stukje pigment vermalen, maar wel graan.

In 1879 werd de Helpermolen in opdracht van Harm Geertsema gebouwd, een tweedehandsje, want de molen stond eerst te Bedum, daar had de molen gedraaid voor Doornbos.
In 1896 vloog deze molen in brand. Bij de herbouw werd wederom gebruik gemaakt van een andere molen. Ditmaal de molen van Oege Venema onder Niezijl. Molenmaker Noordewier en knecht Ritsema uit Niezijl braken de molen af en verplaatsten hem naar Helpman. Het werd een keurig gepotdekselde molen met oudhollands gevlucht. Lang heeft hij zijn wieken niet kunnen laten zwaaien naar het reizende volk uit de Ommelanden. Het gevaar stond om de hoek: elektriciteitscentrales!. De stroom van deze centrales moest ook worden verkocht en de molenaar werd daarbij niet overgeslagen. Daarnaast maakten fabrikanten van elektromotoren volop reclame. In de jaren 1920 was een bekende slogan:

DE MOLENAAR HEEFT EEN TEVREDEN GEZICHT,
ALS EEN HEEMAF-MOTOR HET WERK VERRICHT.

De laatste eigenaar van korenmolen Helpman, J.H. van der Molen was al eerder overtuigd. In 1918 koos hij voor elektriciteit en de bovenbouw van de molen kon worden gesloopt. Geen last meer van windstilte, te harde wind of krakende raderen. Bovendien ging de premie van de brandverzekering omlaag. En wie zijn wij dan om het besluit van Van der Molen te betreuren.
We zouden hem waarschijnlijk toentertijd geen ongelijk hebben gegeven!

Bron: H.A. Hachmer, de Zelfzwichter.
jnjv

-----

Winschoter courant, 19 juni 1896

Gistermorgen circa kwart over achten ontstond brand in de woning van den molenaar H. Geertsema, te Helpman, nabij de natte brug. De brand nam snel in omvang toe, zoodat de korenmolen, waarvan de zwikstelling over de woning was uitgebouwd, ook weldra door vlammen werd aangetast, evenals een in de nabijheid staande met 150 pakken hooi en stroo gevulde schuuur van den heer K. Bolwijn.
Waren slechts spoediger deugdelijke brandbluschmiddelen bjj de hand geweest, dan zou de brand wel tot de woning hebben kunnen beperkt worden, doch de brandspuit van Helpman geraakte onklaar, toen zij nauwelijks in werking was gebracht, en vóórdat de spuit van Haren aanwezig was, waren woning, molen en schuur reeds voor het, grootste deel een prooi der vlammen geworden. Ook de brandweer uit Groningen, welker hulp onmiddellijk telefonisch was ingeroepen, verscheen eerst tegen 10 uur met een stoomspuit op het terrein van den brand. Vanuit het diep werd toen nog door deze spuit evenals door die uit Haren water inde brandende panden geworpen tot het grootste gevaar was geweken. Omtrent de oorzaak van den brand verkeert men nog in het onzekere. Vermoedelijk is hij ontstaan inde keuken van G.’s woning. Behalve dat de woning de molen en de schuur met al het hooi en stroo geheel inde asch werden gelegd, verbrandde ook een groot deel van G’s huisraad. Van het goed van U’s dienstbode werd niets gered. Alles, woning en molen met inboedel en schuur, met wat er ingeborgen was, was verzekerd, het hooi en stroo echter zeer laag.


-----

Op 14-06-1901 berichtte het Nieuwsblad van het Noorden het volgende:

HELPMAN, 12 Juni. Een vreeselijk ongeluk had in den loop van den namiddag hier plaats. Het vijfjarig zoontje van den heer G. dat in een onbewaakt oogenblik op de zwichtstelling van den molen was geloopen, werd daar door een der in beweging zijnde roeden gegrepen en aldus van de zwichtstelling in de Molenstraat geslingerd. Geneeskundige hulp mocht niet baten, een paar uur later overleed de kleine.

Het slachtoffer heette Geert Geertsema, geboren te Helpman (Haren) op 24-03-1896. Hij overleed op 12-06-1901 om 19.00 uur (Overlijdens- en geboorte akte – Open archief / AlleGroningers)

Ingezonden door Caroline Schaeffer, 27-05-2021

nog waarneembaar

Stenen onderbouw tot stellinghoogte.

aanvullingen

trivia

De Helpermolenstraat kwam uit op de Herenweg, achter het kippenhok was de sloot en daar achter de weilanden, de huidige stuatie is drastisch veranderd, nu staat er veel huizen.
-----

Het Groninger Molenboek van 1981 vermeld abusievelijk dat het nog bestaande restant van De Meeuw zou zijn. Oorzaak moet verwisseling van twee fiches van B. van der Veen Czn zijn geweest.

In 2011 staat het stenen onderstuk er nog.
Verving een afgebrande voorganger Groningen 559.

Standplaats 2,3 km ten zuid-zuidoosten van de toren aan de westzijde van de Heereweg, Helpen; 300 m ten westen van de kerk van Helpman (aan de Helperkerkstraat in Groningen). aan de westzijde van de hoofdweg.

Ook hier verschil in oorsprong van het achtkant in tekst en DB.