Molen Veenemolen, Oosterwolde/ Easterwâlde (Oosterwoolde)

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1693

verdwenen

1852

verplaatst

verplaatst naar

Appelscha/ Appelskea (Molen van Jansen)

eigendomshistorie

De molenaars op de Veenemolen waren ondermeer: 
- 1693 Wessel Claesz 
- 1702 Anne Claesz 
- 1708 Luytien Wesselsz 
- 1711 Jelle Wesselsz 
- 1729 Albert Geertsz 
- 1732 Albert Luyties 
- 1743 Pieter Jans 
- 1749, 1754, 1756 Dirck Carstez 
- 1786, 1796 Marten Jansz 
- 1811 Marten Jans Mulder

 

(Willem Jans Mulder, geboren in 1814 te Appelscha, zoon van Jan Jans Mulder en Rinsjen Pieters Dijkstra. Getrouwd in 1843 te gem. Oostellingwerf met Albertje Hendriks Donker, geboren in 1822 te Donkerbroek, dochter van Hendrik Jans Donker en Tijsjen Jans Gorter. )

geschiedenis

Over de verwantschap van Luitje Wessels met de Pieter Leutjens van De Jonge Fenix (Tenbruggencatenummer 02987 g, Fries Molenboek blz. 41-42) is geschreven in de Leeuwarder Courant van 16 mei 1953.

Ook de nazaten van Durk Carstens namen later de familienaam Van der Meulen aan. Deze molenaars waren niet alle ook eigenaar van de molen: in 1756 was hij van de weduwe Homans en in 1786 van Gijsbertus Gasinjet. In 1798 kwam deze laatste te overlijden en volgde Jacob Brouwer Gasinjet hem op. Diens kinderen bleven eigenaars tot 1826.

Toen werd de molen verkocht aan bakker/molenaar Klaas Wilts Landmeter, die hem op zijn beurt in 1842 verkocht aan de broers Willem en Albert Jans Mulder uit Appelscha (hun familie had daar de molen). Volgens het gemeenteverslag van 1852, dat aan de Staten werd doorgegeven, verhuisde in dat jaar de korenmolen naar Appelscha.

 

10-02-1852, Groninger Courant (Bron:GENLIAS),
*Willem Jans Mulder, uit Oosterwolde, verkoop korenmolen met huis, erf, tuin, bakkerij en vier stukken land gelegen te Oosterwolde, 

 

22-03-1852: Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad
Naauwelijks konden wij voor weinige dagen onze oogen gelooven, bij de volvoering van een werk, aan welks mogelijkheid wij meenden te moeten twijfelen. Een standaard korenmolen, van circa 30 ellen vlugt, werd, zonder dat er iets was uit- of afgenomen, als alleen de trap, van den verscheiden voet hoogen molenbelt af op de vlakte gebragt, meer dan 100 ellen vervoerd en daar weder geplaatst, zonder eenig letsel aan den molen. De wijze, waarop dit geschiedde, moeten wij overlaten aan de bekwaamheid van den molenmaker W. E. Looman, te Deventer, die in zoo weinige dagen dit grootsche plan ontwierp, en na de voorbereidende werkzaamheden, in slechts éénen dag met zooveel beleid ten uitvoer bragt.

 

bronnen

Bronnen:
- Molens rond Oosterwolde (Frl.), artikel door D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 38, juni 1985.
- Het molenbestand in Friesland, een overzicht van het aantal der industriemolens in Frl. tot 1900, art. door drs. D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 40, dec. 1985.