Molen De Deelzager / Het Schaap / De Lindenboom, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Deelzager / Het Schaap / De Lindenboom
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03941 h
oude dbnr.
V1437
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
's-Gravendeelsedijk, 3e molen vanaf het zuiden
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
streek
Eiland van Dordrecht
kadastrale aanduiding 1811-1832
De Mijl A (2) 190 Arie van der Linden, molenaar
geo positie
X: 103400, Y: 423393
N: 51.79680, O: 4.63919

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

05-04-1681 Mattheus Rees, koopman, kreeg op 5 april 1681 toestemming om twee zaagmolens te bouwen aan de buitenkant van de dijk van de Wieldrechtse polder (’s-Gravendeelsedijk). De eerste van de twee molens (De Windhond) zou worden gebouwd op 80 roeden van de oliemolen van Mathijs Hacke (De Waal) en de tweede molen (De Deelzager) 20 roeden verderop richting ’s-Gravendeel. Drie jaar later vroeg Rees een derde ‘gelijcken molen genaempt een palsrock’ te mogen bouwen tussen zijn twee bestaande zaagmolens. 

1685 Er werd toestemming gevraagd om een balkengat te mogen maken tussen de twee hoofden in de rivier nabij de molen van Hacke. De balken en het wagenschot zouden dan minder last hebben van de golfslag van de rivier. De toestemming kwam, mits er een heining omheen gemaakt werd om de dijk bij storm niet te beschadigen. 

1688 Wie precies de eigenaren waren van de molen, is wat onduidelijk. Mattheus verkreeg zoals gezegd de toestemming voor de bouw. Bij volgende aanvragen zijn ook z’n broers Adriaen en Gillis betrokken. Waarschijnlijk waren zij gedrieën eigenaar. Adriaen is in 1688 gestorven en zijn aandeel in de molen zal vererfd zijn naar zijn moeder Elisabeth Ooms (weduwe van Rochus Rees), want 1694 verkocht zij haar 1/3 deel van het eigendom van vier zaagmolens, behuizing, erven, kade, loodsen en gereedschappen aan haar zoon Mattheus. Drie van de zaagmolens stonden naast elkaar aan de ’s-Gravendeelsedijk en de vierde was bij de Steenplaats gelegen (De Grote Noordsche Boer). 

1760: In de inventaris van de nagelaten goederen van de kleinzoon van Mattheus werd vermeld een ‘paltrokhoutzaagmolen genaamd De Deelzager met alle gereedschappen en ap- en dependentiën van dien staande en gelegen aan de ’s Gravendeelschendijk even buijten de stad op grond van de Mijl, belend met de molen en erven van Van Haerlem aan de ene en de molen van de heren Kuyter aan de andere zijde’. De achterkleinzonen van Mattheus Rees verkochten de molen in dat jaar aan Cornelis Schaap die de molen hernoemde naar ‘Het Schaap’.

1776 Na het overlijden van Cornelis Schaap in 1776 en zijn vrouw Adriana in 1783 probeerden hun zoons Anthony en Pieter de molen publiekelijk te verkopen. Als voorwaarde bij de verkoop moest de koper de molenaar Arij van Duijnen in dienst houden tot 1 mei van het volgende jaar. 

1786: Pas drie jaar later werd de molen daadwerkelijk verkocht:

24-08-1786 Rotterdamse courant
Den Notaris en Procureur SCHULTZ VAN HAGEN is voornemens op den 4 September 1786 en den 8 dito, des morgens ten elf uren, in het Venduhuis de Goude Molen binnen Dordrecht, op te veilen en te verkoopen, een hegte, sterke en byzondere welgelegen WIND-PALSROK-ZAAGMOLEN genaamt HET SCHAAP , zynde een Deel- en Lattezager, met deszelfs HUIZINGE en verdere gevolgen, staande en gelegen aan de Buitenkant van den Dyk van Wildrecht op de Grond van de Myl, met alle deszelfs vaste en losse GEREEDSCHAPPEN; mitsgaders ZEILEN, ZAGEN, TOUWEN &c. , daaglyks aan voorfz. Molen te zien. Nader onderrigting by opgemelde Notansen Procureur.

De koper was Arij van der Linden die de molen hernoemde naar ‘De Lindenboom’. De molen bleef in de familie Van der Linden.

1864: nazaat Hendrik Barend van der Linden verwierf de molen, getaxeerd op ƒ 3.500, uit de nalatenschap van zijn ouders. Hij moest daarbij echter wel zijn broer en zusters uitkopen, waarvoor hij een lening afsloot van ƒ 2.500 en de molen als onderpand stelde. De lening werd afgesloten onder de conditie dat hij de molen goed moest onderhouden en dat hij als hij niet aan zijn verplichtingen kon voldoen, in beslagname en openbare verkoop zou volgen.

1870 De molen zou openbaar worden verkocht. De Lindenboom met molenaars- en knechtswoningen, houtloods, erf, tuin en balkgat gelegen aan de buitenkant van de ’s-Gravendeelsedijk, onder de voormalige gemeente de Mijl, dan onder Dubbeldam, werd gekocht voor ƒ 2.050 door Hendrik van Loon Lambertszoon, trasmolenaar wonende te Dordrecht. 

1879  De Lindenboom werd  gesloopt. 

Bron: Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.
Bron: Mw H.W.G. van Blokland-Visser, Papendrecht, januari 2016

aanvullingen

toelichting naam

De koper was Arij van der Linden die de molen hernoemde naar ‘De Lindenboom’.

trivia

Nb.:De molen stond als derde molen van zuid naar noord gezien aan de 's-Gravendeelsedijk. De molen stond aan het Mallegat en was de 1e vanaf het zuiden volgens ir. A. ten Bruggencate, maar hij had de eerste molen niet gezien waardoor de telling anders loopt.