Molen Stadspolder / Pompradmolen, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Stadspolder / Pompradmolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03941 f
oude dbnr.
V2314
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
Middelweg, Polderkade 110a
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
streek
Eiland van Dordrecht
geo positie
X: 109425, Y: 424025
N: 51.80300, O: 4.72644

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Poldermolen van de Stadspolder.

Bron: 'Draaiende wieken, Stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht',
C.P.J. Grol, ec.drs en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.

De Stadspolder werd in 1780 ingepolderd. Drie en zeventig jaar lang vond de afwatering plaats via een stenen sluis in de noordelijke ringdijk en twee houten duikersluisjes in de noordwesthoek op het vaarwater naar Geertruidenberg (het Wantij).

Pas in 1853 werd een bemaling met een achtkante bovenkruier schepradmolen ingevoerd, een molen naar het ontwerp van stadsarchitect G.N. Itz. (zie onder een uitsnede uit zijn ontwerptekeningen). De aanbesteding vond plaats op 3 februari 1853 en de bouw werd voor ƒ 11.538,50 gegund aan B. Stam uit ’t Elshout onder Nieuw-Lekkerland. De oplevering vond plaats in de zomer van 1853. De molen werd geplaatst op de kruising van de Middelweg met de Kil, afwaterend via de stenen duiker in de noordelijke kade op de vaarweg naar Geertruidenberg.

Vanaf het begin had de molen moeite de polder droog te houden. In 1866 was er door de buitengewoon hoge rivierwaterstand zoveel overtollig water in de polder, dat de molen met geen mogelijkheid de polder droog kreeg. Door welwillende tussenkomst en medewerking van het bestuur van de Vierpolders was de stad Dordrecht in staat de polder tijdig van het water te ontlasten en daarmee grotere schade te voorkomen. Aan ieder van de molenaars van de polders van de Vierpolders werd voor hun inzet door de gemeente Dordrecht ƒ 25 toegekend.

In 1870 werd voor ƒ 2.780 Gebr. Van Ek gegund de molen te rijzen ten behoeve van een betere windvang. Onderhands werd aan ir H. Overmars jr. opgedragen het waterwerk van het bestaande scheprad te veranderen in een pomprad systeem. De kosten hiervoor bedroegen ƒ 2.600,35. Deze aanpassingen kwamen in de winter van 1870–1871 klaar, maar tot de zomer bleven er nog veel problemen met de romp, het pomprad en het gaande werk. Veel van deze problemen waren tegen de zomer van 1871 opgelost. De polder bleef echter problemen geven bij hoge rivierwaterstanden, er kon niet snel genoeg drooggemalen worden, waardoor de pachtprijzen voor het grasland onder zware druk kwamen te staan.

De gemeente besloot in 1876 tot bijplaatsing van een stoomlocomobiel met centrifugaalpomp. Deze was vrijgekomen uit de Spuistraat in de stad. De locomobiel werd geplaatst aan het westelijke uiteinde van de Middelweg en sloeg uit op de haven vanaf het Wantij naar de losplaats van de Vierpolders aan de Noordendijk.

Door de aanleg van de spoorlijn Dordrecht - Elst, in de jaren 1882-1885, veranderde de bemalingstoestand drastisch. De polder werd nu van west naar noordoost doorsneden en beide delen van de polder kregen een eigen bemaling. Na de inpoldering van de Nieuwe Stadspolder in 1882 werd daar voor de afwatering stoomgemaal Jhr. Jantzon van Erffrenten gebouwd en opgeleverd, aan de noordzijde van de Loswal, kort onder het Wantij. Dit gemaal staat plaatselijk bekend als Het Vissertje. De centrifugaalpompen, werktuigen en stoomketels werden geleverd door de fa. Gebr. Stork en Co. te Hengelo voor ƒ 16.970. De gebouwen en de bijgebouwen voor het gemaal werden geleverd door C. van de Wiel in Dubbeldam voor ƒ 22.546. Het noordwestelijke gedeelte van de (oude) Stadspolder werd door een duikersluis met het nieuwe gemaal, dat het 60 hectare grote deel droog moest houden, verbonden.

Het oostelijke deel van ongeveer 96 hectare kreeg in 1884 een eigen bemaling. In de noordoosthoek aan het noordeinde van de Bildersteeg werd een nieuw stoomgemaal gesticht, bestaande uit een hevelcentrifugaalpomp, aangedreven door een 10 pk stoommachine. Deze stoommachine werd voor ƒ 8.900 geleverd door de fa. Gebr. Stork en Co. De openbare aanbesteding van de gebouwen was op 27 december 1881. De aannemer werd L. Edelschaap voor ƒ 9.777.

Door het nieuwe bemalingsysteem van de polder konden de windpoldermolen en de stoomlocomobielpomp verdwijnen. De molen werd in 1883 voor de sloop verkocht aan de Gebr. In ’t Veld voor ƒ 450. De sloop zelf vond plaats in 1886. De locomobielpomp werd door de gemeente openbaar verkocht voor ƒ 960.


nog waarneembaar

aanvullingen

trivia
Het stoomgemaal aan het noordeinde van de Bildersteeg werd in de volksmond ook wel het "Dronken machientje" en "het Dronkemansmachientje" genoemd. Of hiermee bedoeld werd dat de machinisten, afkomstig uit Sliedrecht, geen hekel hadden aan alcoholische dranken?