Molen (S)chaloensmolen, Oud-Valkenburg

Oud-Valkenburg, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
(S)chaloensmolen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1699 / 1924
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis; expositieruimte
adres
Oud-Valkenburg 1
6305 AA Schin op Geul
beek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03935
oude dbnr.
B456
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 03935 (S)chaloensmolen (Oud-Valkenburg)
Lida Goede (2009)

locatie

plaats
Oud-Valkenburg
beek
gemeente
Valkenburg aan de Geul, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Oud-Valkenburg, sectie A, nr. 1044
geo positie
X: 187601, Y: 318557
N: 50.85592, O: 5.85017
biotoopwaarde
landschappelijke waarde
Groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Oud-Valkenburg 1
6305 AA Schin op Geul
molenaar
Joep Crott / Bea Tilanus
telefoon
046-452 4233 (contactpersoon L. Willems)
e-mail

social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden
Van laatste weekend april t/m eerste weekend oktober, dinsdag t/m zondag 10.30-16.30 uur.
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van (S)chaloensmolen via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
versieringen

Op een sierzuiltje tegen de voorgevel staat het jaartal 1699.

Ernaast onder een muuranker bevindt zich een tableau met het chronogram 'proteCtor et reCtor noster esto DoMIe', hetgeen wil zeggen: heer wees onze beschermer en onze gids. Als de hoofdletters in de volgorde "IMDCC" worden gelezen, levert dat  "1699" op, precies het bouwjaar van de molen!

gangwerk
ijzer, onderdrijfwerk
wateras
ijzer
rad
Francis vertikaal
rad diameter
-
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis; expositieruimte
omwentelingen
geschiedenis

Oud-Valkenburg was een aparte heerlijkheid die bijna twee eeuwen in het bezit was van het geslacht Hoen van Cartils. De Schaloensmolen was de laatste banmolen van Oud-Valkenburg en Schin op Geul. Kort voor de Franse Tijd was graaf Maximiliaan Henri Laurens Hoen van Cartils eigenaar van het kasteel, de molen en andere aanhorigheden. Zijn dochter Philipine trouwde in 1807 met Ladislas de Villers Masbourg, waardoor het kasteel in deze Belgische familie kwam. In 1850 werd De Villers Masbourg opgevolgd door Charles August Frederic en vervolgens in 1892 door Marie Alphons Gustave Edouard de Villers Masbourg. Deze overleed in 1928.


Omstreeks de wisseling van de 17e en 18e eeuw (1699 is vaak genoemd als het juiste jaar)  werd de bestaande molen vernieuwd en kreeg hij zijn huidige gedaante. Het fraaie witte molengebouw is opgetrokken uit mergelsteen. Het schilddak van het hoofdgebouw, het zadeldak van de voorbouw en ook de dakkapellen waren gedekt met leien. De lessenaarsdaken van de latere aanbouwsels op de zijgevels met pannen. De deuren en vensters zijn versierd met zware hardstenen omlijstingen. In het rechter gedeelte van de molen waren een woonvertrek en slaapvertrekken voor het molenpersoneel ingericht.

In het midden van de 19e eeuw werd de molen aangedreven door een eenvoudig houten onderslagrad, voorzien van een hellende waterafleider, waardoor het water meer snelheid kreeg. De middellijn van het rad bedroeg 6,5 m. en de breedte 0,92 m. De hoogte van de schoepen bedroeg slechts 0,32 m. Ook de later aangebrachte raderen waren van hout, evenals de molenas. De maalsluis werd van binnenuit bediend met een haal; naast deze sluis bevonden zich twee lossluizen in het gebint. Het aantal koppel stenen is waarschijnlijk twee geweest, die op een houten stoel tegen de gevel aan de molentak lagen.
De molentak splitst zich ongeveer 800 m. boven de molen uit de linkeroever van de Geul en stroomt langs het kasteel Genhoes. In de afslagtak bevindt zich bij de splitsing een betonnen overlaat. Aanvankelijk bestond de overlaat uit hout en steen. In 1916 werd deze vervangen door een constructie van beton en mergelsteen.

In 1924 werd het waterrad vervangen door een turbine. Boven de turbine en de conische tandwielaandrijving van de molenas werd een turbinekamer gebouwd, die zo goed mogelijk in overeenstemming met de molen is gebracht. Zelfs de houten haal, die de watertoevoer naar de turbinekamer regelt, werd gehandhaafd. Uit die tijd dateert ook het paardehoofd, dat vanuit de gevel op het lessenaarsdak van de turbinekamer neerziet. De vertikale Francisturbine en de nieuwe maalinrichting werden geleverd door de Maastrichtse firma Koppen & Frings. Deze firma genoot in de jaren twintig en dertig landelijke bekendheid op het gebied van inrichtingen voor maalderijen.


De maalstoel, die tegen de linkerzijgevel is gebouwd, bestaat uit eikehouten balken, ondersteund door vierkante hardstenen kolommen die voorzien zijn van twee eikehouten opleggers. In het oorspronkelijke ontwerp lagen drie koppel 16der stenen naast elkaar op de maalstoel. Eén koppel werd later verwijderd. Voor de maalstoel staat een elevator, waarmee losgestort maalgoed naar de karen boven de stenen wordt getransporteerd. Daarnaast bevindt zich het luiwerk voor het hijsen van zakken. De steenkuipen, karen en kaarstoelen zijn fraai uitgevoerd en afgewerkt volgens de toen gebruikelijke normen in fabrieken van molenwerken.
Onderin de maalstoel ligt de molenas, die met conische tandwieloverbrengingen de steenspillen aandrijft. De lagers van deze as en de zware gietijzeren spoorbokken, die de steenspillen ondersteunen, rusten op gemetselde poeren. De steenlichten worden bij de meelbak met een handwiel op een draadstang bediend.
In het ontwerp was ook een kleine gelijkstroomcentrale opgenomen, waarvan de dynamo en de accumulatorbatterij in de aparte aanbouw van 4x4 m. tegen de rechter-zijgevel was geprojecteerd. De dynamo zou met een lange riem door de molenas worden aangedreven. De afstand tussen as en dynamo bedroeg daarbij ongeveer zeven meter! De centrale, die ook het kasteel van stroom voor de verlichting moest voorzien, is voor zover bekend nooit uitgevoerd.


In 1933 kwamen het kasteel en de molen na scheiding en deling in het bezit van Charles Ghislain Joseph Antoine de Villers Masbourg, gehuwd met Marie Therese Blanche Josephine Ghislaine de Meëus. Hij overleed in 1940, waarna zijn echtgenote en twee dochters het goed Chaloen erfden. In 1969 verkochten zij het aan de gemeente Valkenburg. De gemeente verkocht het kasteel daarna weer, met uitzondering van de watermolen en de eromheen liggende gronden.
De molen werd op het einde van de jaren vijftig stilgelegd. Tot 1954 was Victor Willems pachter, daarna werd de molen nog vijf jaar gebruikt door de Gebr. Spierts uit Mamelis voor het malen van bakgoed en voergraan.

In 1971 verhuurde de gemeente de molen met de gronden aan het Instituut voor Natuurbeschermingseducatie (IVN), afdeling Valkenburg. Een groep vrijwilligers knapte de molen van binnen helemaal op. De bijruimten werden bestemd voor ontvangsten, bijeenkomsten en tentoonstellingen. Bij de molen werd tevens een heemtuin aangelegd.


Sinds 2015 wordt op gezette tijden weer graan tot veevoer gemalen voor boeren in de omgeving.


aanvullingen

toelichting naam

Zowel de namen Chaloen als Schaloen zijn in gebruik, in alle gevallen uit te spreken als 'Sjaloen'.

foto's

foto's