Molen De Houthuizer Molen, Lottum

Lottum, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
De Houthuizer Molen
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03904
oude dbnr.
V6697
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03904 De Houthuizer Molen (Lottum)
Deel van onderstaande afbeelding

locatie

plaats
Lottum
plaatsaanduiding
Grubbenvorsterweg 19
gemeente
Horst aan de Maas, Limburg
plaats(en) voorheen
Houthuizen
streek
Noord-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Grubbenvorst B (2) 221 Lambertus Hoefnagels, molenaar
geo positie
X: 208120, Y: 384618
N: 51.44815, O: 6.15136

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
inrichting

3 koppel 17-er maalstenen en pelstenen

plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
over de wieken

de windborden waren in rood-wit-blauw geschilderd

afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
door oorlogsgeweld
geschiedenis

Al sinds de middeleeuwen is Lottum in het bezit geweest van zowel een zowel een wind- als een watermolen. In oude boeken staat het Daelderhof beschreven. Genoemd Daelderhof bevatte naast een boerderij, wat land, een watermolen en vermoedelijk ook de voorloper van de Houthuizer windmolen.

Van de windmolen dateert de oudste expliciete melding uit 1440. In de 15e en 16e eeuw lag het eigendom bij de adellijke familie van Holthuizen. (Houthuizen!).

De Houthuizer molen zoals we die nu kennen stamt van na de franse bezetting rond 1800. Met de Fransen verdween hier het feodale stelsel. En zo werd ene Peter Hoefnagels de eerste echt particuliere en niet adellijke eigenaar van het Daelderhof inclusief molengoed. Al spoedig werd Peter Hoefnagels opgevolgd door zijn zonen Johan en Lambert. Laatstgenoemde vroeg in 1815 een bouwvergunning aan voor de bouw van een nieuwe windmolen. Pas twee jaar later konden de molenwieken voor het eerst draaien. Over gebruik en de inrichting is weinig bekend gebleven. De molen zou wel drie koppel stenen hebben gehad, waarvan een koppel blauwe Duitse stenen voor het boekweit en tarwegemaal.

Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad
13-03-1844
Zondag , den 3 dezer , is in de nabijheid van Lottum , een dorp twee uren van Venlo, aan de overzijde van de Maas gelegen , des morgens omstreeks half zeven ure , door eene hoos groote schade aangerigt. Dezelve sloeg één der wieken van den Lottumschen steenen korenmolen aan stukken, joeg toen de Maas over langs eene boerenhoeve, tusschen het gehucht Lom en het kasteel van Strien, nam de helft van eene korenmijt weg , waarachter eenige lieden eene toevlugt gezocht hadden, die nu van daar verdreven , en tegen eene mesthoop geslingerd werden, terwijl de orkaan al voortwoedende , de korenschoven tot boven in de eikenboomen wierp , en de zwaarste takken daarvan als rijsjes wrong en verbrijzelde, steeds dezelfde rigting en kracht behoudende , tot over de Pruissische grenzen toe.

Oorspronkelijk was hij ook als pelmolen ingericht.
In 1869 werd de molen verkocht aan de uit Broekhuizen afkomstige molenaar, Lambert Gerard van Dijck (een familie transactie waarbij Lambert verwijst naar zijn grootvader Lambertus Hoefnagels en Gerard naar zijn grootvader aan de van Dijcks kant, overigens ook Lottumers van origine) De nieuwe molenaar had kennelijk de wind tegen want in 1891 ging hij failliet en emigreerde hij naar Amerika. Schuldeiser Quirinus Laumans-Teeuwen uit Tegelen werd de nieuwe eigenaar die de molen vervolgens verpachtte en later verkocht aan Antoon Clevers.

De van oorsprong Bergenaar Antoon Clevers boerde een stuk beter, ondanks de concurrentie die hij in 1908 kreeg van de stoommaalderij van Johannes Jacobus Smits aan de Broekhuizerweg. In 1918 nam hij diens stoommachine over en plaatste hij hem bij de windmolen op het Houthuizerveld. In 1936 trad zoon Sjeng in de voetsporen van zijn vader en hij was molenaar toen de Duitsers zijn molen, en overigens tal van andere Noord-limburgse molens en kerken de lucht in joegen. De molen werd niet meer herbouwd, een nieuwe motormaalderij werd door Sjeng Clevers gebouwd aan de Broekhuizerweg , enkele jaren later overleed hij op tragische wijze toen hij op zijn transportfiets op de Horsterdijk overreden werd door een bestelwagen nota bene bestuurd door een werknemer van een meelfabriek. Symbolisch of niet, de opkomst van de meelfabrieken maakten uiteindelijk de kleine maalderijen en molens naar de toekomst overbodig.

Bron: website de Houthuizer Molen, 23 mei 2007.
-----

Op 8 januari 2008 is gestart met de herbouw van de Houthuizermolen. De belt is afgegraven om er alvast de muren te plaatsen die later weer toegedekt worden met een belt. Normaal wordt een ronde stenen molen vanaf de begane grond rond opgemetseld, maar kennelijk wordt deze ruimte anders opgebouwd met waarschijnlijk andere doeleinden. Uiteindelijk zal de molen er uit gaan zien als de voormalige Houthuizermolen. Eind van dit jaar zal de molen klaar zijn!

Bron: Dagblad de Limburger, 8 januari 2008.
Arno J. Coopmans, 18 maart 2008.

nog waarneembaar

Een deel van de belt en de fundering waren nog aanwezig, de molen is inmiddels weer geheel opgebouwd.

aanvullingen

trivia

Afbeelding 1/2: Collectie Ton Meesters.

Afbeelding 3: Reproductie van schilderij, collectie Stichting De Huizer Molen.

Afbeelding 4: Foto: n.n., de molen nadat hij was verwoest in 1944, collectie Stichting De Huizer Molen.

Afbeelding 5 en 6: T. Verstraelen, boven het restant
onder het lichten van de molensteen op 12 mei 2007 jl.

Afbeelding 7: Foto van Frans van Unen, 27 juli 2008.

Afbeelding 8: Foto van W. Jans, 9 augustus 2008.

Grubbenvorsterweg 19 (aan de weg Grubbenvorst-Lottum ter hoogte van de afslag naar de buurtschap Houthuizen).
-----

Stichting de Houthuizer Molen , opgericht op 6 augustus 2006, heeft het initiatief genomen om deze molen in authentieke staat te herbouwen. Het voornemen is om daarmee in september van dit jaar te starten. Voor informatie verwijs ik naar de website van onze stichting www.dehouthuizermolen.nl
Ton Verstraelen, secretaris/penningmeester stichting de Houthuizer Molen, Lottum, 23 mei 2007.

-----



-----

Op 25 november 1944 maakten de Engelsen en de Schotten een front van Blitterswijck tot Houthuizen. Gedurende 25/26/27/28/29 november 1944 bevrijdden Britse troepen Broekhuizen, Lottum, en vanuit Houthuizen via Lottumseweg Grubbenvorst,Tienray,Castenray,Swolgen, Maasbree, Kessel, Baarlo (behalve Raaieind bij Grubbenvorst).
De molen werd op 22 november 1944 opgeblazen door Duitse troepen, de resten van de fundering en een deel van de belt zijn nog aanwezig.
De molen wordt dus herbouwd in de toekomst.
-----

"BELANGRIJKE VERKOOP van Onroerende Goederen.
De Notaris CLERCX , te Blerick,
zal ten verzoeke der erfgenamen van wijlen de echtelieden Lambert Hoefnagels, op Donderdag den 29 October 1861, des voormiddags ten 10 ure, ter herberge van den heer P. Bos, burgemeester te Lottum, krachtens verleend octrooi, in het openbaar met crediet verkoopen, de navolgende te Lottum gemeente Grubbenvorst, gelegene vaste goederen, te weten:
Eerste koop.
Bestaande uit eene hechte en sterke van steenen gebouwde Wind-graanmolen, met bijgelegene Water-oliemolen, (lijdende nooit gebrek aan water) , woonhuis, stalling, schuur, verdere gebouwen, boomgaard, tuin, wei- en bouwland en hakhout, in Houthuijsen, kadastraal bekend sectie B Nos. 216, 217,221, 222, 410, 411, 412, 413, 414, 415, 426,
427, 428, 772, 777 en 1152, zamen groot 2 bunder 16 roeden 20 ellen, breedvoeriger op de affichen omschreven.
Tweede koop.
Bouwland in Houthuijserveld, secte B No 181, groot 92 roeden 10 ellen.
Derde koop.
Idem idem B No 182, groot 26 roed, 40 ellen.
Vierde koop.
Idem idem B No 183, groot 1 bund. 48 rsed. 10 el-
Voorschreven goederen zijn te aanvaarden voor de molens, verdere gebouwen, tuin, boomgaard en weilanden, met primo Mei 1862, en voor de landerijen oogst stoppelbloot daarna."

Bronnen:
- De Volksvriend, zaterdag 5 okt. 1861, p. 4.
- Gemeentearchief Roermond; maart 2008.
Arno J. Coopmans, 18 maart 2008.