Molen Polder 268, Akkrum

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1832

verdwenen

circa 1915

geschiedenis

Deze grootste spinnenkop van Utingeradeel hoorde bij de boerderij de Kleasterpleats, de tweede boerderij vanuit Akkrum gezien aan de Leppedijk, op Aldskou. De vlucht bedroeg 68 voet, de molen bemaalde het land van twee boerderijen en een keuterboertje, een oppervlakte van 200 pondemaat.

De afstand tussen de boerderij en de molen was erg groot, zodat de molenaar bij slecht weer bij de molen moest blijven oppassen, in plaats van thuis bij de kachel. Hij werd onderhouden door molenmaker Bouma.

Voor de bemaling kreeg de boer 25 à 40 gulden per jaar van het polderbestuur, maar met dat geld moest de molen ook onderhouden worden. De roeden en staart moesten geschilderd worden, de kop werd regelmatig geteerd en bij zeilmaker Molenaar in Grou moesten de zeilen elk jaar in de taanketel getaand worden. En af en toe was een roede aan vervanging toe.

Bij de oprichting van het waterschap De Leppedyk rond 1915 was het met de tientallen windmolens in de omgeving van Akkrum afgelopen.

Bron: herinneringen van J. Timmerman (zoon van de boer) in Watermolenherinneringen (5), artikel door G.D. Wijnja in De Utskoat nr. 11/12, dec. 1978.
-----

Bemaalde de polder 268 (< 25 ha).
Bron: archief Ten Bruggencate.