De molen al staat op een tekening van het dorpsgezicht van Lutkewierum, door P.Y. Portier uit 1750.
Bouwjaar voor 1854. Gesloopt tussen 1944 en mei 1950.
De molen heeft er nog enige tijd onttakeld bijgestaan nadat de molen van polder 264 al was gesloopt
De molen bemaalde de polder 'polder 263'
De ondertoren was met riet gedekt.
-----
Aanvullende gegevens, ontleend aan de Oorlogsinventarisatie van de provincie Friesland uit 1942/1943
Kadastraal bekend: Gem. Oosterend, Sectie C, No. 681
Type: spinnekop met vierkante ondertoren, gedekt met riet
Bouwjaar: onbekend
Hoogte van de molen: 5,75 m
As en roeden: hout
Vlucht: 9,4 m
Wieksysteem: oud-hollands
Eigenaar: P. Jaarsma, Lutkewierum
Molenaar: idem
Opvoerwerktuig: vijzel
Opvoerhoogte: 1,1 m
Gem. waterverzet per uur: 370 m3
Te bemalen oppervlak: 24 ha
In gebruik: ja, uitsluitend op windkracht
Staat van onderhoud: tamelijk goed
Molenmaker: D. Jellema te Rien
Windbelemmering: geen
Op de Kadasterkaart 1811-1832, kaartblad Oosterend Sectie C (blad 1) nr. 50, staat hier reeds een molen aangegeven. Als symbool is een vierkantje gebruikt, hetgeen op een spinnekop duidt.
Ook op de TMK van 1855 staat de molen aangegeven.
Informatie van Leo van der Drift, 9 aug. 2009.
