Molen Polder 58, Molen van Faber / Westermolen, Winsum

Winsum, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Polder 58, Molen van Faber / Westermolen
modeltype
muonts, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03748
oude dbnr.
V2874
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03748 Polder 58, Molen van Faber / Westermolen (Winsum)
Foto: collectie Ton Meesters

locatie

plaats
Winsum
plaatsaanduiding
0,45 km ten NNW van boerderij Spannumerdijk 10
gemeente
Waadhoeke, Fryslân
kadastrale aanduiding 1811-1832
Baard A (2) 582 Hotze Jorrits Jorritsma, landbouwer, en mede E.
geo positie
X: 170510, Y: 573818
N: 53.15086, O: 5.61904

constructie

modeltype
muonts, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Vijzel Ø 0,85 m, opv.hoogte ca. 1,15 m
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
9,08 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1910 herbouwd ?
verdwenen
opgeslagen
verplaatst naar
geschiedenis
Het bouwjaar 1910 stond op de baard vermeld.
De molen was eerst van P.G. Faber, en later van zijn weduwe A.G. Bakker c.s. In 1980 was K. Tamminga de eigenaar.

In 1944 stond de molen met 1 roede, dit werd later hersteld.
In 1966 was de molen inmiddels een ruïne.

Het Fries Molenboek van 1980 meldt dat om verder verval te voorkomen, de romp van de molen in de nabij staande boerderij was opgeslagen in afwachting van restauratie, die in ruilverkavelingsverband zou worden uitgevoerd. Doch in 1999 werd de restanten te koop aangeboden, deze gingen naar Noord-Holland.
-----

De gerestaureerde molen uit 1910 heeft van 19 t/m 21 april 2007 op de restauratiebeurs in de Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch gestaan. Aannemersbedrijf De Leeuw B.V. uit Schagen had daar de voormalige Westermolen uit het Friese Winsum opgebouwd. Hiermee wilde dit bedrijf, dat tot tot voor enkele jaren in ’t Zand (NH) gevestigd was, terugblikken op 1894 toen Willem Jansz. de Leeuw dit bedrijf stichtte als molenmaker. Tot de jaren zestig van de vorige eeuw werd er door De Leeuw nog actief molenonderhoud gepleegd, maar nadat de poldermolens in Zijpe (NH) hun functie verloren hebben heeft het bedrijf de activiteiten in het molenonderhoud gestaakt. Pas in 1989 werd op verzoek van de provincie Noord-Holland het provinciale molenbezit in onderhoud genomen en ofschoon het zeker geen “core-business” van het bedrijf is, wordt er op bescheiden schaal onderhoud aan enkele molens uitgevoerd. Omdat er op de restauratiebeurs dit jaar speciale aandacht was voor “Het jaar van de molens”, wilde De Leeuw dit authentieke monument uit 1910 als publiekstrekker tentoonstellen.

Deze muonts die in 1910 tussen Winsum en Tjilbert [?] als poldermolen werd gebouwd, werd omstreeks 1975 gesloopt en opgeslagen in een boerderij om totale teloorgang te voorkomen. Toen de restanten in 1999 te koop werden aangeboden heeft de heer De Leeuw, die op dat moment zijn eigen molen Leonide in Anna Paulowna aan het bouwen was, zich ontfermd over de resten van de molen.

Zoals te zien is op de restauratiebeurs waren de achtkantstijlen, korbelen en legeringsbalken nog in een redelijke staat. Een behandeling tegen houtworm en het uitvullen van enkele aangetaste plekken met Renofors reparatiehars was voldoende. Van de overige opgeslagen onderdelen was niet veel meer over dan de zwaar vermolmde restanten, hetgeen de echtgenote van de heer De Leeuw deed opmerken wat hij nu toch met die stapel brandhout wilde beginnen. Overigens geen vreemde gedachte, want ook de voormalige eigenaar liep al enkele jaren rond met het idee om de restanten maar als haardhout te gebruiken. De roeden ontbraken, de as was afgebroken en van de kap waren slechts nog één voeghout, een stuk van de windpeul, een stuk spant, de korte spruit, de lange spruit en de stalen bandvang in zwaar aangetaste staat aanwezig. Voor aanvang van de restauratie heeft de heer De Leeuw onderzoek gedaan. Aangevuld met de gegevens uit het Fries Molenboek 1980 is de restauratie ter hand genomen.

Is het toeval of is er méér…………
Het kan opmerkelijk of toevallig genoemd worden dat de heer De Leeuw op een zaterdagavond een Speurder las in de Telegraaf, waarin de restanten van een oude Hollandse watermolen te koop werden aangeboden. Heel bijzonder is het feit dat hij ca. 1 jaar later bij een toeristisch bezoek aan de turfschuren in Kolhorn, die op dat moment gerestaureerd werden, twee houten molenroeden aantrof van 9 meter lengte die daar al sinds mensenheugenis lagen. In het Fries Molenboek staat vermeld dat de Westermolen vroeger beschikte over 2 houten molenroeden van 9 meter.

De beschikbare restanten van de kap gaven voldoende houvast om de kap exact te reconstrueren. Voeghouten, korte- en lange spruit, alsmede windpeul, penbalk en ijzerbalk zijn naar de authentieke maten vervaardigd. De houten as is door molenmaker Poland uit Broek op Langedijk vervaardigd en de staart met kruirad zijn net als de kap door de vakmensen van De Leeuw vervaardigd. Ook de staande beschieting van het achtkant is conform de originele bedekking, maar om de levensduur van de kap te verlengen is in afwijking van de originele staande houten beschieting gekozen voor loden losanges, waardoor lekkage door de naden van de beschieting wordt voorkomen.

Aannemer Klaas de Leeuw uit Schagen, die onlangs een (woon)molen heeft gebouwd in Anna Paulowna met behulp van een achtkant uit Uithuizen (prov. Groningen), heeft voor de molen een definitieve standplaats gevonden op het terrein van Stichting Industrieel Erfgoedpark 'De Hoop' in Uitgeest.
-----

Het is maar zeer de vraag of de molen geheel nieuw werd gebouwd in 1910. Wellicht was het gewoon een ingrijpend herstel van de oude molen. Die werd ook al als achtkant aangegeven en in de provinciale inventarisatie van 1867 bleek hij een vlucht te hebben van 30 voet: dat is vergelijkbaar met wat voor dbnr. 2874 opgegeven wordt. In elk geval zal de stenen fundering altijd dezelfde zijn geweest.
Overigens kan een in 1910 gebouwde molen nooit polder 58 hebben bemalen. De vermelding door Ten Bruggencate is namelijk niet een poldernaam, maar een verwijzing naar de waterstaatskaart van 1873.
Die polder was in 1867 25½ ha. groot en in gebruik bij boer Marten Lolkes Doting (1832-1878) die ook de opgave deed. Hij vertrok in 1873 van de boerderij, blijkens de aankondiging van een boelgoedsverkoop in de Leeuwarder Courant van 4 februari van dat jaar.
Dick Bunskoeke, 16 mei 2020.

aanvullingen

trivia
Inventarisnr FR069 (Molens van Friesland, 1971 en Fries Molenboek, 1980).
-----

Aanvullende gegevens, ontleend aan de Oorlogsinventarisatie van de provincie Friesland uit 1942/1943

Kadastraal bekend: Gem. Baard, Sectie A, No. 582
Type: achtkante houten buitenkruier op gemetseld fundament; romp bekleed met hout
Bouwjaar: 1910
Van elders afkomstig: nee
Hoogte van de molen: ca. 5,25 m
As en roeden: hout
Vlucht: 9,08 m
Wieksysteem: oud-hollands
Eigenaar: Gerrit Faber, Winsum
Molenaar: idem
Opvoerwerktuig: vijzel
Opvoerhoogte: ca. 1,15 m
Gem. waterverzet per uur: -
Te bemalen oppervlak: 22 ha 5 are (60 pondemaat)
In gebruik: ja, uitsluitend op windkracht
Staat van onderhoud: niet al te best, in het bijzonder het bekledingshout; één roede niet aanwezig, de andere slecht; schroef met bak in slechte staat
Molenmaker: Folkert Wijnstra te Spannum
Windbelemmering: geen
Opmerkingen: de te bemalen landerijen met boerderij en molenerf behooren de erven Pier Gerbens Faber te Spannum. De molen behoort in eigendom aan Gerrit Faber (voor het grootste gedeelte) en verder aan S. Hellinga te Winsum en L.M. Dijkstra te Leeuwarden. De pachters nemen bij taxatie de molen telkens over.

Op de Kadasterkaart 1811-1832, kaartblad Baard Sectie A (blad 2) nr. 582, staat hier reeds een molen aangegeven. Als symbool is een achtkantje gebruikt.
Leo van der Drift, 25 aug. 2009.