De molen was al aanwezig in 1851, in 1926 gemaal bijgeplaatst (samen met molen van polder nr. 242) en rond 1927 verdwenen. De spinnenkop was groter dan de muonts, en werd iets eerder dan de muonts afgebroken.
-----
De plaats waar de molen bij hoorde, omvatte tot 1911 100 pondematen land. Toen werd hij verkocht, en het land kwam bij verschillende eigenaren terecht. In 1913 kocht Fokke Flapper de plaats en het resterende land. Ook kreeg hij de bediening van de molen, die toen vijf eigenaren had.
Bron: "De wettermûnen fan Heech", artikel door Willem O. Santema in "Heech en de Hegemers", uitg. Feriening foar Pleatslik Belang, Heech, 1987.
-----
Bemaalde de polder 243 (45 ha), en werd rond 1927 gesloopt.
Bron: archief Ten Bruggencate.
De molen stond 3,9 km ten westen van Heeg, nabij de molen van polder 242, langs de weg naar Gaastmeer. Hij bemaalde polder 243.
De roeden van deze molen werden gebruikt voor de restauratie van de vloer van de gereformeerde kerk in het nabijgelegen Oudega(W). Onlangs werd deze kerk verbouwd tot woonhuis en ja daar kwam een roed tevoorschijn van de spinnekopmolen van polder 243 te Heeg.
Almar R. Wildschut.
-----
Volgens informatie van W. Entrop in De Utskoat nr. 72, dec. 1993, stond de molen bezuiden de weg van Heeg naar Gaastmeer in de Bird. De molen was de westelijke van de twee die daar stonden, en bemaalde 100 pondemaat in polder 243. Nadat beide polders in 1926 werden opgenomen in het waterschap Heeg, verving dat de molens door elektrische bemaling. Meer informatie in hoofdstuk "De Wettermounen fan Heech" door Willem Santema, in het boek "Heech en de Hegemers".