Molen (Naamloos), Zoutelande

Zoutelande, Zeeland
b

korte karakteristiek

naam
(Naamloos)
modeltype
Ronde molen, grondzeiler
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf.

adres
Molenweg 29
4374 BE Zoutelande
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03554
oude dbnr.
B932
Meest recente aanpassing
| Tellerstand
media-bestand
Molen 03554 (Naamloos) (Zoutelande)
Lukas Vandael (2-7-2022)

locatie

plaats
Zoutelande
gemeente
Veere, Zeeland
streek
Walcheren
kadastrale aanduiding
Gemeente Valkenisse, sectie D, nr. 1575
geo positie
X: 22837, Y: 392133
N: 51.50268, O: 3.48358
biotoopwaarde
1 (slecht)
landschappelijke waarde
Van nabij betrekkelijk gering: de molen staat grotendeels ingesloten door bebouwing. Uit sommige richtingen is de molen echter al van verre te zien.

contact en bezoek

bezoek/postadres
Molenweg 29
4374 BE Zoutelande
molenaar
Jan de Witte
telefoon
website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Als de deur openstaat (geen vaste bezoekdagen) en op afspraak. 

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van (Naamloos) via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Ronde molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
Ronde stenen molen
kap
Gedekt met dakleer
inrichting

Eén koppel 17der blauwe stenen; één koppel 16der kunststenen; kammen(=dollen)luiwerk. Bilmachine; elektromotor 30 pk. (niet gebruiksklaar).

versieringen

Eenvoudige baard, zwart geverfd met dunne witte bies, met het jaartal "17" "22" en daarboven twee bloemmotieven.

Boven de oostelijke deur een grijze hardstenen gevelsteen in de vorm van een vlakke rechtboekige gietijzeren haardplaat met halfronde bekroning. De in wit geschreven Latijnse tekst kan als volgt vertaald worden weergegeven:
"Het stadsbestuur en het volk van Vlissingen (Dheer Geleyn Hurgronie, Dheer Nicolaas van Hoorn, regerende burgemeesters, Dheer Jacob Winckelman en Dheer Pieter Carel van de Putte) hebben deze molen doen oprichten en bouwen in het jaar onzes Heren 1722".
N.B. De bemoeienis van Vlissingen is verklaarbaar uit bet feit dat de heerlijkheid Zoutelande sinds 1617 in handen is van deze stad.
Deze steen werd herontdekt tijdens de grote restauratie van 1955: daarvoor was deze (kennelijk tijdenlang) dichtgepleisterd geweest.

'1722' is tevens ingehakt in een steen naast de deur aan de binnenzijde van de molen, met daarboven (gedeeltelijk) de naam van de eerste pachter, Daniël Andriessen.

Eén van de pachters Jongepier heeft zijn naam in de molen gekrast met daarbij het jaartal 1758.

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Rollenkruiwerk; 24 ijzeren rollen. Kruilier én (Walchers) kruirad.
vlucht
21,40 / 21,55 m.
vang
Stutvang; 4 vaste stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Pal.
overbrenging

Bovenwiel 63 kammen
Bovenbonkelaar 32 kammen, steek 10,8 cm.
Spoorwiel 70 kammen
Steenschijflopen 22 staven, steek 9,9 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 6,12

hoogte
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 225, Straathof
Straathof
✉︎ 225 buiten 2007 2008 buiten aanw. 21,55
media-bestand
Roede 226, Straathof
Straathof
✉︎ 226 binnen 2007 2008 binnen aanw. 21,40
media-bestand
Roede 482, Derckx
Derckx
✉︎ 482 binnen 1984 1985 binnen 2008 21,40
media-bestand
Roede 481, Derckx
Derckx
✉︎ 481 buiten 1984 1985 buiten 2008 21,55
Pot ✉︎ 631 binnen 1870 1955 binnen 1984 21,66
media-bestand
Roede 657, Pot
Pot
✉︎ 657 buiten 1871 1955 buiten 1984 21,66
wiekverbeteringen

Deze molen heeft nooit een wiekverbetering ondergaan.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As g.n., Boddaert & Co.
Boddaert & Co.
✉︎ g.n. 1866 1866? aanw. 04,43
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf.

molenmaker
Jacobus Huysman (1722)
omwentelingen
eigendomshistorie

Vanaf 1997 is de gemeente Veere eigenaar, daarvoor was dat sinds 1983 de toenmalige gemeente Valkenisse, daarvoor waren dat vanaf 1800 vijf generaties Adriaanse.

geschiedenis

Voorganger van deze grondzeiler was een standerdmolen. Deze waaide op 18 februari 1721 om, waarna de stadsregering van Vlissingen opdracht gaf de huidige molen te bouwen. Op 25 april 1722, ruim een jaar later(!), werd het metselen aanbesteed aan Geleyn Fak. Deze bouwde vervolgens de stenen romp op de vier teerlingen van de voorganger.

Eigenaren/molenaars van deze molen waren
Stad Vlissingen (1722 - 1792)
1723 - 1730 Daniel Andriessen (pachter)
1731 - 1732 Adriaan Cornelissen (pachter)
1733 - 1741 Jan Jongepier (pachter)
1741 - 1765 Jan II Jongepier (pachter)
1765 - 1794 Jan III Jongepier (pachter)
Jacobus Luyckx (1792 - 1800)
Johannis Adriaanse (1800 - 1833)
Johannis II Adriaanse (1833 - 1868)
Johannis III Adriaanse (1868 - 1905)
Johannis IV Adriaanse (1905 - †12-7-1932)
Wed. J. Adriaanse - Adriaanse (1932 - 1939)
Johannis V en Jacobus Adriaanse (1939 - 1970)
Jacobus Adriaanse, na het overlijden van zijn broer (1970 - 1983)
Gemeente Valkenisse (1983 - 1997)
Gemeente Veere (1997 - heden)

Vanaf 1801 tot 1976 maalden hier dus vijf generaties Adriaanse, de laatste gevormd door de broers Johannis "Wannes" en Jacobus "Ko", door collega-molenaars op Walcheren ook wel aangeduid als 'de apostelen'. Wannes was voor alles de handelaar, Ko de molenaar.

De maalinrichting omvatte oorspronkelijk een koppel 16der kunst- en blauwe stenen, waarvan het laatste koppel in 1967 werd vervangen door een koppel 17ders, afkomstig uit Westkapelle. Maar al in 1920 was een koppel 17der kunststenen te koop aangeboden en vervangen door een 16der.
Met pellen stopte men vroeg: al in 1875 (en nogmaals in 1877) bood de toenmalige Johannis Adriaanse de steen per advertentie te koop aan. Pelkelder en ijzerbalk voor de vroegere pelschijfloop zijn evenwel nog steeds aanwezig. Op de begane grond stonden een buil en een mengmachine, deze werden via riemen op windkracht aangedreven.

Aan de hand van de in het kopstuk van de vang geschreven potloodaantekeningen is een goed beeld te krijgen van wat er zoal in deze molen werd hersteld of vernieuwd: in 1890 de vang, in 1896 een nieuwe houten roede (zeer waarschijnlijk na de blikseminslag van 20 september dat jaar). In 1898 werd de kap (vermoedelijk de bedekking, niet de hoofdconstructie) grotendeels vernieuwd; in 1907 de andere (houten) roede en een jaar later kreeg de molen een nieuw bovenwiel. Eind 1907 vroeg Adriaanse in 'De Molenaar' daartoe een stel kammen te koop; eind 1909 80 spoorwielkammen. In 1910 een nieuwe steen, 1912 een nieuwe velling (voor welk wiel?), mei 1920 een nieuw koppel kunststenen, in 1928 een nieuwe windpeul (windpeluw) en in 1929 een nieuwe buil. Niet op de vang, maar wel in "De Molenaar": op 5 maart 1930 vroeg Adriaanse een "Engelsch kruiwerk" te koop. Met - op iets langere termijn - succes, want op 10 september biedt hij 23 gebruikte houten kruirollen aan! Overigens heeft de kap normale ijzeren rollen, geen Engels kruiwerk. Maar duidelijk is dat de Adriaanses steeds goed in hun molen investeerden! 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de molen in verval, met name als gevolg van de onverwachte storm van 7 september 1944: men kon nog één zeil verwijderen, maar het hekwerk van drie enden werd grotendeels weggeslagen. Molenmaker De Troye hekte kort daarna een end opnieuw op, zodat er met één complete en één grotendeels kale roede nog kon worden gemalen. Zo maalde men nog enige tijd tot dit echt niet meer ging.
(Diezelfde storm heeft meer Walcherse molenaars verrast: de molen van Biggekerke verspeelde net als Zoutelande een groot deel van de hekkens, de molens van Westkapelle en Souburg hadden ook schade en de molen van Kleppe te Ritthem werd dusdanig beschadigd dat deze niet meer werd hersteld (en later geheel is verdwenen)).
Plannen om een dieselmotor in het pakhuisje naast de molen te plaatsen en via een tunnel in de molen een paar maalstoelen aan te drijven, werden niet uitgevoerd. Eind 1947 verkreeg men vergunning voor het plaatsen van een elektromotor van 30 pk. Deze motor werd op de kapzolder geplaatst en kon het spoorwiel aandrijven en daarmee alle onderdelen van het maalbedrijf. 

Een aantal jaren stilstand betekende voor deze molen niet het einde: om te beginnen waren de broers Adriaanse echte windmolenaars; verder voelden instanties als gemeente, provincie en De Hollandsche Molen ook veel voor herstel en, minstens zo belangrijk: de jonge Dordtse molenvriend Mario van Hoogstraten wist dat enige noodzakelijke molenonderdelen voorhanden waren. Roeden en staart van de net gesloopte Lokkertse molen te Hoogvliet gingen, met dank aan de gemeente Rotterdam, vervolgens gratis naar Zoutelande. 
Tussen mei en november 1955 werd de molen volledig hersteld door de toen 74-jarige Middelburgse molenmaker Klaas de Troye ("Klaosje Dutroo"), daarbij steeds geassisteerd door de Adriaanses. De Potroeden uit Hoogvliet, de eerste metalen roeden voor 'Zoutelande' ooit, pasten precies en hoefden niet te worden ingekort of verlengd (al gingen zij maar nét door de askop). Eén van de afkomende houten roeden diende vervolgens - tot 1984 - als lange spruit. 
De kosten van dit herstel bedroegen ongeveer ƒ 4500,--. Het Rijk droeg 40% bij, de gemeente 15%, de provincie 10% en de Adriaanses zelf - maar liefst - 35%.

Vanaf november 1955 werd weer op windkracht gemalen, al was de wind niet meer de enige krachtbron: de elektromotor op de kapzolder bleef in gebruik. In 1965 breidde men de zaak verder uit: in de naastgelegen maalderij kwamen een hamermolen met 25 pk. elektromotor, twee mengmachines en een silo van 12 ton. De ronde langs de klanten maakte men sinds 1944, de inundatie van Walcheren, al niet meer met paard en wagen: men had inmiddels een vrachtauto.

Wannes Adriaanse overleed onverwacht op 20 december 1970; Ko zette het bedrijf tot 31 december 1976 alleen voort. Daarna werden diverse onderdelen verkocht: de mengketel uit de molen zelf bevindt zich tegenwoordig in de korenmolen van Sloten (Frl.); de andere, uit de maalderij, ging naar Biggekerke. De vrachtwagen, een Bedford, ging naar de maalderij van Willemse in St. Laurens. 

Op 17 februari 1983 besloot de raad van de toenmalige gemeente Valkenisse tot aankoop van de molen voor ƒ 25.000,--. Niet lang daarna volgde een restauratie, waarbij onder meer beide Potroeden werden vervangen door gelaste exemplaren en ook de lange spruit werd vernieuwd. Ko Adriaanse draaide daarna nog veel, steeds vaker geassisteerd door Jan de Witte, de huidige molenaar. Ko Adriaanse overleed 1 september 1999.

De afgelopen jaren is er inwendig veel aan de molen gebeurd. Balkkoppen en het linkervoeghout zijn aangegoten met kunsthars. Ook zijn delen van zolders en meelpijpen vernieuwd en de stenen opnieuw afgesteld.
Bij het openleggen van de begane grondvloer en na enige graafwerkzaamheden zijn er teerlingen van de standerdmolen (voorganger van de huidige molen) gevonden. Dankzij een luik in de vloer is de zuidwest-teerling goed in beeld te krijgen.

Eind september 2007 werd begonnen met een flinke herstelbeurt. Deze omvatte: herstel metselwerk en compleet voegen, nieuwe windpeluw en kapbedekking, geheel nieuw wiekenkruis en bedrijfsvaardig maken van de oude elektromotor.
Tijdens het werk werden enige tegenvallers geboekt: lange (1984) en korte spruit (grenen van vóór 1890) moesten nieuw; datzelfde bleek nodig voor het deel van de overring onder de windpeluw; verder moesten beide koppen aan de achterzijde van de voeghouten worden aangestort. Vanwege de extra kosten hiervoor werd van bedrijfsklaar maken van de elektromotor afgezien. 
Op zaterdag 21 juni 2008 werd de molen door gedeputeerde van Waveren van de provincie en wethouder Melse van de gemeente Veere weer officieel in gebruik genomen.

Het middenstuk van de middelbalk is nog aanwezig; dit geeft de wat slappe kap de nodige stijfte. Onder het rechter voeghout is lang geleden een extra balk aangebracht die met zware bouten door voeghout verankerd was aan twee in de lengte lopende ijzeren vierkante staven. In 2013 is dit voeghout vanwege een kraak nogmaals hersteld, dit keer met kunsthars. Het oude koppel blauwe stenen is in 2003 op maalvloer opgesteld met daarop de scherpmachine die hier vroeger in gebruik was.

In april 2016 werden alle kruipalen vernieuwd. Een misschien onbelangrijk lijkend detail maar het doet er wel degelijk toe: begin oktober 2018 is de kruilier weer in de oude kleurstelling teruggebracht, namelijk geel met rode tandwielen. Omstreeks 1994 was alles per abuis zwart geverfd. In 2020 werd het kruiwerk in de kap zelf nog nagekeken. 

In het late voorjaar van 2023 zette Jan de Witte de molen tijdelijk stil: de roeden moesten worden doorgeschoven, voorzomen deels vernieuwd, enkele schoren aangescherfd dan wel vernieuwd, vang bijgesteld, divers herstel aan metselwerk en tot slot een algehele verfbeurt.
Bij het metselwerk is erop toegezien dat alleen een middel om algengroei e.d. tegen te gaan wordt gebruikt maar de verweringslaag van de romp zal niet worden weggespoten! Dergelijke ingrepen pakten nogal eens verkeerd uit (met lekkage tot gevolg). Al met al stond de molen zo'n 5 maanden stil. 

Opmerkelijk, of toch weer niet, is dat de gelaste roeden uit 1984 na nog geen 25 jaar alweer vervangen moesten worden. Dit hangt vermoedelijk samen met de directe aanwezigheid van de zee en de dus zilte atmosfeer. Ook in Aagtekerke, Domburg, Vlissingen en Westkapelle werden binnen 30 jaar gelaste roeden vervangen. Een andere conclusie kan zijn, dat geklonken roeden in een dergelijke omgeving aanzienlijk langer meegaan.

Wat de Boddaert-bovenas betreft: deze is indertijd niet zo best gegoten, want er bevinden zich in de kop nogal wat gietgallen en de hals vertoont sporen van luchtbellen. Maar blijkbaar vond men deze as anno 1866 toch sterk genoeg en die opvatting is juist gebleken, want de molen draait er nog steeds mee!

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen heeft, voorzover bekend, nooit een naam gehad.

trivia

Wannes en Ko Adriaanse waren harde werkers en wilden nooit tijd verspillen. Op koffietijd kwamen zij het woonhuis daarom pas binnen als die koffie ook daadwerkelijk stond ingeschonken. Om aan te geven dat dat zover was, zette mevrouw Adriaanse (Wannes' echtgenote) dan een krant achter het raam.

foto's

foto's