Molen De Haas, Oud-Sabbinge

Oud-Sabbinge, Zeeland
v

korte karakteristiek

naam
De Haas
modeltype
Ronde molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03540 a
oude dbnr.
V253
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 03540 a De Haas (Oud-Sabbinge)
foto:n.n., collectie P. v.d. Berg

locatie

plaats
Oud-Sabbinge
plaatsaanduiding
Kortedijk 2, 4471 PA /nabij Camping De Haas
gemeente
Goes, Zeeland
streek
Zuid-Beveland
geo positie
X: 45258, Y: 395048
N: 51.53370, O: 3.80548

constructie

modeltype
Ronde molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
inrichting

Motormaalderij

versieringen

Op de stichtingssteen stond vermeld:


"De eerste steen is gelegd door
G. Bevelander op den 2den Februari 1853".



Deze steen was na de brand in 1928 nog aanwezig, maar is bij een latere verbouwing verdwenen.

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
overbrenging

De motormaalderij bestaat uit 1 steenkoppel, een buil en een graankuiser. 
Maarten Osstyn, 5 augustus 2018.

afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

In 1852 dienden achtereenvolgens vijf personen een verzoekschrift in om in Oud-Sabbinge een windkorenmolen op te richten. Hoewel de landbouwer Dingenis Tolhoek uit Wolphaartsdijk permissie kreeg de molen te bouwen, werd het te bebouwen perceel nog vóór de bouw verkocht aan Gerard Bevelander, een broodbakker uit Oud-Sabbinge.
De molen had vijf zolders en was voorzien van twee koppel maalstenen.
De eerste molenaar was Cornelis de Leeuw uit Oud-Sabbinge. Via een akte - gedateerd op 30 april 1853 - verklaarde Gerard Bevelander dat hij borg stond voor Cornelis de Leeuw voor fl. 400,- mocht deze worden verbeurd voor het accijns op het gemaal.
Op 1 september 1854 vertrok De Leeuw echter naar Goes. Hierna werd de zoon van Gerard - Abraham Bevelander - de nieuwe molenaar.

Op 03-01-1867 werd De Haas verkocht aan Adriaan de Koster Verhage, een particulier uit Meliskerke. Bij gebrek aan opvolging liet Verhage de molen in 1896 veilen via een advertentie in De Goessche Courant" van 11 januari van dat jaar. 
De koper was manufacturier W. Cense uit Goes. Die verkocht hem amper een maand later door aan de Wolphaartsdijkse molenaar Dingenis van Strien. Hij bleef eigenaar tot 1909. In dat jaar ging de molen over in handen van Cornelis van Oeveren. Pas onder hem kreeg de molen de naam "De Haas". De naam stamt af van het feit dat de molen een zogenaamde 'hardloper' was. Bij de bouw was het spoorwiel namelijk een maatje te klein gemaakt, waardoor de molen erg hard moest gaan voordat hij een goede maalsnelheid had.

Zoals in ieder klein dorp hield iedereen elkaar nauwlettend in de gaten. Zo gauw Van Oeveren met slechts drie zakken gerstmeel op zijn wagen naar een klant reed, werd daar over gepraat. Molenaar Van Oeveren bedacht een oplossing door de wagen vol te stouwen met zakken gevuld met alleen zemelen. Alleen viel het na verloop van tijd op dat hij met een volle wagen vertrok én terugkwam! Er was dan ook een spreekwoord over deze molenaar in het leven geroepen dat luidde: "De molenaar is de beste boer van het dorp".

20-04-1928 De molen is na een brand  onttakeld. 
Vlak voor de brand in 1928 vond nog een grote restauratie plaats, waarbij het genoemde spoorwiel groter werd gemaakt en een nieuwe lange spruit werd aangebracht. De oude lange spruit lag in het midden van de kap, de nieuwe werd voor het bovenwiel geplaatst.
De werkzaamheden werden uitgevoerd door Marien van Riet uit Goes.

Tijdens de avond voor de brand had de molen gemalen bij een stevige wind. Molenaarsknecht Maarten Viergever kreeg de molen met moeite gevangen. Deze Viergever stond er om bekend dat hij flink doordraaide. De molenaarsvrouw kwam nogal eens naar buiten gestormd om Maarten gillend duidelijk te maken dat zij haar man zou waarschuwen als hij niet rustiger ging draaien.
De oorzaak van de brand was naar grote waarschijnlijkheid warmlopen van de as. Na de brand werd de uitgebrande romp verbouwd tot mechanische maalderij. De achter op de kap staande windwijzer overleefde de brand en werd op de afgeknotte romp gezet.

Bron: De Windmolen (orgaan van De Zeeuwsche Molen), nr. 43 september 1985.
Rob Pols.

nog waarneembaar

Stenen molenromp.

aanvullingen

wetenswaardigheden

De molen had twee ijzeren Pot-roeden.

foto's

foto's