Afbeelding collectie DHM
Aan de noordzijde van de dorpskom stond een windmolen in 't Koppelveld, later bekend als de Koppelstraat. Het was oorspronkelijk een graan- en oliemolen, gebouwd in opdracht van Andreas of Andries Hubertus Raemaekers, molenaar in Meyel.
Voor de bouw had Raemaekers in 1867 een groot perceel land gekocht van de blauwverver, later ook landbouwer en wethouder, Jan Aerts.
1868 Met de bouw werd er nog in hetzelfde jaar begonnen en in 1868 werd de bergmolen in gebruik genomen. De molen had een prachtige romp. waarvan de bovenzijde in een fraai steenverband was uitgevoerd.De windmolen stond in 't Koppelveld blijkbaar goed in het gemaal, want Raemaekers breidde zijn bezittingen in de tweede helft van de 19e eeuw aanzienlijk uit. Naast het maalbedrijf had hij bovendien een boerenbedrijf. Het molenaarshuis bestond toen uit een langgevel boerderij.
1907 Raemaekers plaatste een stoommachine voor de aandrijving van een maalstoel, die onderin de molen stond. De machinekamer werd in de molenberg gebouwd, waarvoor een gedeelte van het zand werd weggegraven. De molen vererfde in de familie Raemaekers. Na het overlijden van Andreas zette zijn weduwe Mathea Raemaekers-Geraets het bedrijf voort.
1912 Bij boedelscheiding in 1912 werd de zoon Hendrik Hubertus, molenaar en eigenaar. Hij was getrouwd met Hendrika Johanna van de Rijt, die haar man overleefde. In 1940 erfden de twee kinderen Lambert of Lambertus Johannes Antonius en Arnoldina Helena Maria samen de helft van het bloot-eigendom.
In de jaren 1930 en 1937 werd het bedrijf verder uitgebreid. Het grootste gedeelte van de boerderij maakte plaats voor magazijnen en een elektrische maalderij. Langs de Koppelstraat werd aan de verbouwde boerderij een groot woonhuis gebouwd.
1937 De windmolen was praktisch niet meer in gebruik. Plannen om hem te verbeteren werden niet uitgevoerd. Er werd uitsluitend elektrisch gemalen en voor het overige werd er handel in veevoeders en andere behoefte voor het boerenbedrijf gedreven.
De windmolen overleefde de Tweede Wereldoorlog zonder schade.
1946 Het noodlot sloeg echter in 1946 alsnog toe. Tijdens een storm werd het bovendeel van de molen gedeeltelijk vernield. Aangezien hij buiten gebruik was. vond geen herstel plaats. Nog in hetzelfde jaar werd de molen onttakeld. Eén Potroede werd in de molen op Nijken gestoken.
In de jaren vijftig had het bedrijf zich toegelegd op de vervaardiging van mengvoer met een hamermolen.
In 1965 brak er brand in de romp uit, waarbij het gehele binnenwerk dat voornamelijk uit silo's bestond, verloren ging. De productie werd in 1975 stilgelegd en werd het bedrijf opgeheven.
Deze romp is op 22 september 2023 gesloopt. Vanwege vermeend instortingsgevaar gevaar. Informatie van Sef Oxley, 30 november 2023
Foto collectie DHM, opname 17 april 1997
1946 Het noodlot sloeg echter in 1946 alsnog toe. Tijdens een storm werd het bovendeel van de molen gedeeltelijk vernield. Eén Potroede werd in de molen op Nijken gestoken.
