Molen Polder Heukelum, afd. Leuvense of Lage veld, Leuvensche Voormolen, Heukelum

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1729

verdwenen

na 1915

geschiedenis

De polder Heukelum maakte gebruik van drie molengangen.

De eerste, het Hoge Veld van Heukelum werd bemalen door drie molens (de Binnentiendwegse, de Stabij en de Hoge Molen) en sloeg het water uit op de Linge via de Hooglandse- en de Leuvense sluis in de Zuiderlingedijk.
De tweede, het Leuvense Lage Veld werd bemalen door de Leuvense achter– en voormolen en sloeg het water ook uit op de Linge via de Hooglandse- en de Leuvense sluis in de Zuiderlingedijk.
De derde molengang maalde het water met twee molens vanuit het Broek door de Broekse sluis op de Linge.

Eind 19e eeuw werd het Heukelumse stoomgemaal (tegenover Kedichem) gebouwd, ten behoeve van het Hoog van Heukelum.

Bron: zie externe link naar www.lingewaal.nl

----

Nieuwe Gorinchemsche Courant, 08/05/1898

Verkoop van Watermolens.

DIJKGRAAF en HEEMRADEN van den polder Heukelum zullen op Woensdag den 18 Mei 1898om contant geld nij enkele inschrijving,

VIJF WATERMOLENS
in perceelen.
Inschrijvingsbiljetten, op zegel geschreven, moeten vóór half elf uur op den dag der verkooping zijn ingekomen.
De voorwaarden liggen ter visie van 10 Mei a.s.
Inlichtingen te bekomen bij het Bestuur.

E.F.J. HOOLBOOM, Dijkgraaf
A.A. VAN DER POL, Secretaris

-----

Nieuw Gorinchemsche Courant, 11/02/1900

HEUKELUM, 7 feb. Heden werd door Dijkgraaf en Heemraden van den polder Heukelum, ten herberge van C.J. Tromp in het openbaar aanbesteed: Het slechten en vervoeren van vier hoogten of werven, waarop eenmaal de watermolens hebben gestaan. Aannemer is geworden W.v.Beest alhier voor f 700. Nu nog een spanne tijds, en - men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer. Nu worden de hoogten en overtollige kaden in moerassen en vlieten gestort, en alzoo in vruchtbaar bouwland herschapen, hetgeen aan de nijvere landbouwers ten goede komt.

-----

De reden dat ipv 5 dus 4 molens geruimd werden is dat mijn overgrootvader Jan van Aalsburg daar mocht blijven wonen omdat het Polderbestuur op het erf een woninkje bouwde. Als reden wordt opgegeven : ”omdat hij zo arm is”. Hij krijgt dan ook geen gratificatie van f.100 zoals de overige watermolenaars, die werkeloos werden. Hij woont er tot zijn overlijden in 1915 en staat dan te boek als mandenmaker.
Zijn dochter Aaltje van Aalsburg mag de woning afbreken voor eigen gebruik, oftewel mijn opa Johannes Cornelis de Leeuw – stoker op het stoomgemaal van de Polder Heukelum – die mag dat uiteraard doen.
Zij woonden vanaf 1900 in de stokerswoning achter het “watermachien”.

Informatie van Dick de Leeuw, 6-2-2012

nog waarneembaar