Molen Holierhoekse en Zouteveense Polder, Schouw- of Slinkslootmolen, Schipluiden

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1830

verdwenen

1883

gesloopt

voorganger

Schipluiden (Holierhoekse en Zouteveense Polder, Schouw- of Slinkslootmolen)

geschiedenis

In 1502 was er al een melding van deze molen.

De Holierhoekse en Zouteveense polder (1744 ha)/Schouw- of Slinkslootmolen.

De Holiërhoekse- en Zouteveensepolder werd bemalen door 6 molens:

De Zouteveensche polder:
1. De Noordmolen
2. De Middel- of Buikslootmolen
3. De Schouw- of Slinkslootmolen

De Holierhoeksche polder:
4. De Zwethmolen
5. De Nieuwe Molen
6. De Holierhoekschemolen

De molens sloegen zeer waarschijnlijk allemaal uit op de Vlaardingervaart.

De Nieuwe Molen stond in de in 1941 opgeheven gemeente Vlaardinger-Ambacht.

In maart 1829 is de voorganger van deze molen verbrand en een jaar later weer herbouwd.

Deze molen werd uitgerust met een dubbel scheprad (het vereenvoudigde stelsel) omdat men toen nog niet over durfde te schakelen op stoomkracht. Het vereenvoudigde stelsel wil zeggen dat de overbrenging van de koningsspil via bonkelaars/ dollenwielen overgebracht werd op de wateras, waaraan de twee schepraderen bevestigd waren, men spaarde daarmee een onderwiel uit. Het dubbele scheprad was geen succes en in 1842 was de molen weer op de klassieke manier uitgerust.

In 1868 werd er overgegaan op stoomkracht. Op de plaats van de Zwethmolen werd een stoomschepradgemaal (47 pk) gesticht. Het scheprad daarvan had een diameter van 8 m en een breedte van 84 cm. Het had gebogen schoepen, waarmee het op dit gebied een voorloper was. Toen bleek dat dit gemaal voldeed werden in 1871 de beide andere molens van de Holierhoekschepolder voor de sloop verkocht.

In 1883 kreeg de Zouteveenschepolder ook een stoomgemaal, pal naast de Schouwmolen terwijl op de fundering van de afgebroken molen het huis voor de machinist kwam te staan.
Na de bouw van dit gemaal werden ook de beide andere molens De Noordmolen en de Middelmolen afgebroken.

In 1884 kocht ene C. Barel de Schouwmolen.
In een advertentie van 1884 bood ene A. Korteweg "een zeer goed onderhouden watermolen met ijzeren as; ook in gedeelten" te koop aan.
Erwin Esselink vond een mogelijke relatie tussen de heren Barel en Korteweg, of het om dezelfde molen gaat is nog onbekend.
Het is mogelijk dat de Schouwmolen werd hergebruikt voor de herbouwde molen in Best.

In 1919 ging men over op elektrische bemaling.

Bron: Nico Jurgens op het Molenprikbord, 28 jan. 2009.